Rozen voor Nieuw-1 bankbiljetten gooiden zij in een grote wasmand, welke naast ben stond. In de weken na de ramp werd in de verschillende polders hard gewerkt aan de dijken. Hoewel de laatste dijk pas in september gedicht werd, was onze gemeente in maart reeds zover droog, dat de Koningin een bezoek aan het dorp kon brengen. We hadden een van de binnendijken zo ver klaar gemaakt, dat de vorstin als eerste met een auto het dorp kon binnenrijden. U weet niet, wat haar bezoek op dat ogenblik voor ons betekende. In de moeilijkste dagen van ons leven voelden wij ons gesteund door haar sympathie. Wij zijn haar daar altijd nog dankbaar voor. De Amerikanen kwamen met „heaters" onze huizen droogblazen en reinigingsploegen werkten de mod der weg. In Nieuw-Vossemeer kwam het leven weer langzaam op gang. In het hartje van de zomer hebben wij onze doden, die in Steenbergen een voorlopige rustplaats gekregen hadden, herbegraven in onze gemeente. Veer tien bleven er in Steenbergen. De familieleden wilden niet, dat hun lichamen wellicht nog ooit voor de tweede maal aan het water ten prooi zouden vallen. Met een voorbeeldige saamhorigheid heeft de hele gemeente zich voor deze droeve, zware en veelal ook onaangename taak ingezet. Ik hield de dodenlijst bij. Op een gegeven ogenblik zag ik twee sterke boeren jongens een kist dragen, waarin zonder dat zij het zelf wisten het lichaam van hun zuster rustte. Toen ze de kist in het graf hadden neer gelaten, kwamen zij naar mij toe en zeiden: „Burgemeester, als straks de kist van ons Marie komt, waarschuwt u ons dan even Ik kon hun slechts zeggen: „Je hebt Marie daarnet begraven." Toen haal den die ruwe kerels ieder een bos rozen onder hun jas vandaan en legden die op het verse graf. Dat jaar bloeiden nog de bomen en sommige liepen ook het jaar daarop nog uit, maar toen het zout zo diep in de bodem getrokken was, dat het de haarwortels aanvrat, gingen zij alle maal dood. Alleen de rozen hebben in Nieuw-Vossemeer nog nooit zo mooi gebloeid als in de jaren na de ramp. Het was of de natuur iets wilde goed maken voor het ontzaglijke leed, dat zij over het dorp gebracht had. Zij gaf de schoonste bloemen, welke zij geven konrozen voor de vijftig doden van Nieuw-Vossemeer." rampnacht volgde, nog een vrouw, die bevallen moest. Over de daken was het ons toegeschreeuwd. We zijn haar met een klein bootje, dat een van de boeren had weten te bemachtigen, gaan halen om haar naar de dokter te brengen. Deze had al een paar lakens aan elkaar geknoopt om haar uit het bootje te hijsen, doch de golfslag was te zwaar. Wij hebben haar naar elders moeten vervoeren, vanwaar zij later naar Steenbergen geëvacueerd is. Het werd maandagmorgen acht uur voor er redding opdaagde. Er kwamen boten, bemand met com mandotroepen onder leiding van regimentscommandant overste Beets. Eerst toen kon men in feite met de evacuatie beginnen. De bevolking werd met boten naar de bereikbare dijken gebracht, vanwaar zij met auto bussen naar een opvangcentrum in Steenbergen vervoerd werd. Met grote zorg en piëteit heeft een bergingsploeg daarna naar onze doden gezocht onder het puin, in sloten, greppels en kreken om de nabestaan den een droeve zekerheid te kunnen geven. Wij hebben een inspectietocht langs de huizen gemaakt. Zesenzestig woningen waren verdwenen of totaal verwoest, honderddertien waren zwaar beschadigd. De kerk konden wij niet binnenvaren, omdat het plankier, waarop de banken stonden, was gaan drijven en de deuren barricadeerde. In de pastorie hing een stoel in de lamp. De brandkast was naar het midden van de kamer geschoven. Wij hadden toen een goede, oude pastoor. De man was al tachtig. Hij zat erg over zijn brandkast in, niet alleen, omdat ze al zijn hebben en houden bevatte, maar ook het geld van verenigingen enzovoort, wat men in die moeilijke dagen goed gebruiken kon. Al met al was het een zeer aan zienlijk bedrag. Hij had mij al her haaldelijk gevraagd of ik de brand kast niet voor hem kon leeghalen, maar dit was niet mogelijkze lag wel vijftig centimeter onder water. Eerst toen het nog maar tien centimeter boven de brandkast stond, hebben wij een poging gewaagd en inderdaad zagen wij kans om haar open te krijgen. Toen ik 's avonds bij de deken in Steenbergen kwam, naar wie de pastoor geëvacueerd was, zag ik de beide pastoriemeisjes in de keuken bezig de briefjes te drogen op een zacht brandend fornuis. De gedroogde de schadelijkste gevolgen van de overstroming heeft gehad. Om de dijk te dichten heeft men in zijn land namelijk grote putten gegraven. Hoe wel men deze later met- zand heeft dichtgespoten, schijnt de humuslaag verstoord te zijn en willen de gewassen bij hem niet meer zo goed groeien. Wat er die nacht allemaal verder gebeurd is, kan ik u in kort bestek onmogelijk beschrijven. Langzaam werd de omvang van de ramp ons duidelijk. We kregen vijftig doden te betreuren; dat is drie procent van de bevolking". De meeste zijn gevallen op een kruispunt, dat wij sindsdien „De dodenboek" genoemd hebben. De huizen werden er een voor een ver zwolgen. De ene buur zag daar de ander verdrinken en wist dan, dat het nu zijn beurt was. De bewoner van het laatste huis, dat overeind stond, gooide de pannen -van het dak en klom er met zijn vrouw en drie kinde ren bovenop. Toen de kap zich van het huis losmaakte en begon te drij ven, zag hij zijn drie kinderen in de golven verdwijnen zonder dat hij huil te hulp kon komen. Het dak dreef naar een dijk toe. Op het ogenblik, dat zij weer vaste grond onder de voeten kregen verloor de vrouw het bewust zijn. Hij heeft haar toen op zijn schou der genomen en door de stormnacht een half uur gaans over de dijken gebracht, totdat zij veilig waren. Een vrouw en twee kinderen, die geprobeerd hebben voor het water uit te fietsen, hebben deze stoutmoedig heid met de docjjl moeten bekopen. Een ander drama speelde zich af in een klein huis, waar een vrouw van rond de vijftig met haar moeder woonde. De oude vrouw kon niet lopen en de dochter was niet bij mach te haar naar boven te brengen. Toen is zij bij haar moeder gebleven. Ze zagen het water stijgen en ze is niet weggegaan, voordat zij haar moeder dood zag wegzinken. Het water stond toen aan haar lippen. Pas op dat ogenblik ging zij de wankele trap op om haar eigen leven te redden. We hadden de zondag, welke op de De auto van de dokter zoals die werd teruggevonden. Vader, moeder en zes kinderen van de familie Van Geel-Bosters werden slachtoffers van de overstroming. Zij rusten naast elkaar op het katholieke kerkhof. Nr. 5 - 20

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1958 | | pagina 4