4
toegekend aan de heren R. Holm, af
delingshoofd van het Deense Rode
Kruis, A. H. J. Lovink, de Nederlandse
ambassadeur in Canada en aan Jonk
heer H. van Lennep, directeur Konink
lijke Nederlandse Stoomboot Mij. De
heer Holm heeft een zeer groot aan
deel gehad in de Deense hulpverle
ning na de watersnood. Zijne Excellen
tie Lovink ontving de onderscheiding
uit erkentelijkheid voor de leiding der
Nederlandse delegatie naar de XVIIIde
Internationale Rode-Kruisconferentie
te Toronto en Jonkheer van Lennep
voor het feit, dat de K.N.S.M. steeds
bereid is het Nederlandsche Roode
Kruis terzijde te staan als het gaat om
het verlenen van hulp bij rampen en
noden in het buitenland.
Op of omstreeks de Internationale
Rode Kruisdag werden ook elders in
Nederland onderscheidingen uitgereikt,
die door het Hoofdbestuur van het
Nederlandsche Roode Kruis waren ver
leend aan hen, die zoals de heer van
Tuyll het uitdrukte „de gaven, die
hun gegeven zijn zo goed hebben ge
bruikt, dat zij door hun daden opge
vallen zijn!"
In de kring Gelderland ontving de
heer W. F. Stoltenhoff te Ede het Kruis
van Verdienste en Dr. H. J. de Fluiter
De heer Crolla was verrast toen kring
commissaris Vencken hem de Medaille
van Verdienste op de horst speldde; hij
meende dat hij slechts een plicht ver
vuld had tegenover de gemeenschap
waarbij hij gesteund was door de Secre
tarissen Verstegen en Sluysman.
te Wageningen de Medaille van Ver
dienste in zilver;
in de kring Utrecht werd het Kruis
van Verdienste toegekend aan de arts
J. G. Herschel, col. cdt te Utrecht. De
adjudant onderofficier M. Schmitz uit
Utrecht en de sergeant G. van de
Pijpekamp uit Soest werden onder
scheiden met de Medaille van Ver
dienste in brons;
in de kring Noord-Holland werd de
Medaille van Verdienste in zilver toe
gekend aan Mevrouw E. van der
Noordaa-Hoekmeijer uit Heiloo, aan
mevrouw B. A. J. M. van Etten-Bijvoet
uit Weesp, aan de heer P. Wittkamper
uit Bussum-Naarden, aan de heer W.
Bosch uit Enkhuizen en aan de heer
J. Mens, eveneens uit Enkhuizen;
in de kring Zuid-Holland kreeg de
heer B. van Noord uit Sliedrecht de
Medaille van Verdienste in zilver en
ontvingen de adjudant J. H. van Wely
en korporaal Th. J. Clarenbeek, beiden
uit 's-Gravenhage, de medaille in
brons;
In Zeeland ontving de heer M. I. Hoste
uit Oostburg de medaille in zilver;
in de kring Noord-Brabant werd deze
onderscheiding toegekend aan de heer
R. M. J. C. Raijmakers te Helmond en
aan kapelaan Et. Smits uit Bergen op
Zoom, de Medaille van Verdienste in
brons ontvingen Frans Goris te Moer
gestel en Joh. van Dun te 's-Hertogen-
bosch;
in Limburg werd de heer A. J. Crolla
uit Valkenburg (L.) onderscheiden
met de medaille in zilver en mevrouw
Th. Keuren-van den Bossche uit Maas-
niel en sergeant-majoor J. J. G. Leuf-
kens uit Brunssum met de Medaille
van Verdienste in brons.
Mejuffrouw H. J. Hoogenraad, Secreta
resse van de Medische Afdelingen A
en B ontvangt van de Voorzitter de
Medaille van Verdienste.
STUDIEDAG C.O.B.
De grote aula van de Willem Arntsz-
hoeve was overvol toen op 13 Mei j.l.
de heer Ph. J. van der Burg, hoofd
afdeling Maatschappelijke Gezond
heidszorg van de directie Volksgezond
heid van het Ministerie van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, als voor
zitter van de Commissie overleg Bezig
heidstherapie, de aanwezigen begroet
te op de tweede Studiedag. Aan de
bestuurstafel zat ook de directeur-
generaal van de Volksgezondheid Prof.
Dr P. Muntendam, terwijl Dr Nittel de
Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen vertegenwoordigde. De
heer P. J. Piebenga, arts, hoofdinspec
teur voor het Staatstoezicht op krank
zinnigen en krankzinnigengestichten
en zijn voorganger, Dr Pameijer, waren
aanwezig, evenals verschillende hoog
leraren, geneesheer-directeuren van
psychiatrische inrichtingen, artsen,
verpleegsters, sociale werkers en werk
sters. Kortom het auditorium werd ge
vormd door een groep mensen, die op
medisch of sociaal gebied met het ge
kozen onderwerp te maken heeft en
die normaliter overbelast is met werk
zaamheden. Toch hadden zij de dag
geofferd om deze studiedag over de
„Actievere therapie bij geestes- en
zenuwzieken" bij te wonen en ze heb
ben er zeker geen spijt van gehad, al
was het alleen al om de heldere uit
eenzettingen van prof. Dr W. M. van
der Scheer, die als eerste spreker de
„Richtlijnen bij de actievere therapie"
behandelde.
De teksten van alle op die belangrijke
studiedag gehouden lezingen zijn bin
nenkort bij het secretariaat van de
C.O.B. verkrijgbaar.