Zwaar geschonden ligt de Biesbosch onder de lage hemel. Op de Moordplaat is een ontstellende ravage aangericht. Deze wildernis was eens een krachtige djjk De vernielingen lieten hun diepe sporen achter over een lengte van minstens tweehonderd meter. hoge waterstanden de gezwollen rivieren ontlast. De dijken mogen niet hoger worden opgeworpen dan nauwkeurig is voorgeschreven en zodra de toestand eritiek wordt lopen de polders vol als spoelkommen. De boeren in dit gebied betalen zwaar voor de vei ligheid van hun omgeving en zij voelen dit als een onrecht. Niet alleen de materiële schade, maar ook de onrust en moedeloosheid die hun deel worden, kun nen zij niet langer dragen. Tachtig, misschien wel negentig polders, bijna zesduizend hectaren vrucht baar landbouwgebied, liggen open voor de aanvallen van het water. Nu nog wordt bijna de helft van deze landbouwgronden bij ieder getij overspoeld, de ver zanding gaat voort en van een grootse slag om het behoud van de Biesbosch kan geen sprake zijn, om dat aannemers en boeren niet weten wat hen te wach ten staat. De Biesbosch is opnieuw een rampgebied geworden met kille, natte huizen, rottend voedsel, roestige landbouwmachines, drassige, met zand be dekte akkers en dijken die zelfs de potige aanne mers uit Werkendam even stil maken. Maar de stemmen van de bewoners hebben nu eindelijk het romantische ruisen van de rietgorzen en grienden en het lied van de wind overstemd. Hun noodkreet: „Er moet wat gebeuren", is door velen gehoord. Landbouwherstel en/of Rampenfonds zullen naar het oordeel van deskundigen ingeschakeld moeten worden, zoals door de getroffenen is gevraagd; in de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de nood zaak van een stormvloedkerende dam om dit gebied; de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant heeft rubberlaarzen aangetrokken en is zich op de hoogte gaan stellen van de ravage; waterstaatkun digen buigen zich over ontwerpen en beramen wat er gebeuren moet. Nog stroomt het water in en uit door de poorten die het zich heeft gegraven in de polderdijken, de tarwe verrot op de akkers en kost baar zaad ontkiemt slechts om nutteloos te vergaan. Het water vreet aan de Biesbosch-polders Maar geef de boer zijn land en zijn gemoedsrust terug en hij zal vóórtploegen LEO J. LEEUWIS Een troosteloos, mistig landschap. Het verdronken eiland de Petrus- polder. „Er moet wat gebeuren", het betoog- van elke Biesboschboer wordt hier levendig voorgedragen door de land bouwer H. J. Klunder (links) en burgemeester De Bruijne van Werkendam is het er roerend mee eens.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1955 | | pagina 4