Herstel van de
schade
Andere constructies voor waterke
ringen op grote schaal en van grote af
metingen, bv. betonelementen, zullen de
klassieke dakconstructie van klei of zand
niet vermogen te vervangen.
Kostbare voorzieningen voor aanslui
ting aan de bodem zouden moeten wor
den getroffen, waardoor de kosten aan
zienlijk hoger komen te liggen dan voor
zand- of kleidijken. Door tegen de con
structie geworpen schepen zou ernstige
schade worden veroorzaakt.
In de Zeeuwse wateren is zand ruim
schoots voorhanden en dit vormt der
halve geen probleem, al zal het dikwijls
over grote afstanden moeten worden
aangevoerd. Het zand kan in het werk
worden gespoten, waarbij de bestaande
dijken als perskade dienst doen en overi
gens geheel in het nieuwe werk worden
opgenomen. De aanwezige glooiingen
blijven hierbij in hun geheel gehand
haafd.
Een probleem vormt het soort van
materiaal, dat men voor de bekleding
van de zandlichamen moet toepassen.
Geschikte klei is niet overal in vol
doende mate aan de oppervlakte aan
wezig en dan nog slechts in dunne lagen.
In hoofdzaak vindt men in de directe na
bijheid zware tot lichte zavel, d.i. klei
vermengd met zand, wel uitermate ge
schikt voor de landbouw, doch niet het
aangewezen materiaal voor de bekleding
van dijken. Het afgraven van landbouw
gronden zal bovendien zo veel mogelijk
moeten worden vermeden.
Het verdient daarom overweging klei
te baggeren uit de pleistocene lagen wel
ke in de oosthoek van de Oosterschelde
worden aangetroffen. Deze lagen zijn
bedekt met zand, waardoor de exploita
tie niet vergemakkelijkt wordt. Ook is
deze klei, evenals de Boomse klei welke
uit België voor dit doel is aangevoerd
en met onze keileem veel overeenkomst
vertoont, onvruchtbaar. Voor de be
groeiing is het nodig deze klei weer met
teelgrond af te dekken, waardoor boven
dien uitdrogen en scheurvorming wordt
voorkomen.
Een en ander zal ertoe leiden dat men
meer en meer asfaltconstructies inplaats
van klei voor bekledingen zal gaan toe
passen, in de vorm van asfaltbeton en/of
gebitumineerd zand.
Deze materialen kunnen ter plaatse
worden vervaardigd en men is er mede
in staat om in een kort tijdsbestek grote
oppervlakken te beveiligen.
Bij het dijkherstel op Goeree heeft
men de opgespoten zandlichamen, we
gens gebrek aan goede bekledingsklei,
aan de buitenzijde en op de kruin van
een asfaltbekleding voorzien. De reeds
voor de ramp op dijken aangebracht
asfaltbekledingen hebben zonder uitzon
dering uitstekend voldaan. De vraag of
asfaltbekledingen tegen de tand des tijds
bestand zullen blijken is thans nog niet
beantwoord.
Als men later weer tot verzwaring of
profielsverandering moet overgaan moet
de bekleding worden afgenomen en die
is dan waardeloos. Welke bekleding men
in een bepaald geval zal toepassen zal in
hoofdzaak afhangen van de klei positie
ter plaatse of van het verschil in kostprijs
tussen van elders aan te voeren klei en
van asfaltconstructies. Op plaatsen waar
de bekledingen geregeld bedekt worden
met stuifzand, verdient een asfaltbekle-
ding voorkeur boven kleibekleding.
Voor de plaats van de binnenteenlijn
van het nieuwe dij!<profiel oefent de aard
der bekleding weinig invloed uit. Deze
plaats is afhankelijk van de doorlaatbaar
heid van de dijkspecie en in verband
daarmede van de helling van de verhang-
lijn van het bij S.V. in het dijklichaam
binnengedrongen water. Op volledige
dichtheid van het buitenbeloop zal niet
kunnen worden gerekend. Evenmin kan
men er zeker van zijn, dat de hoogste
standen slechts enkele uren aanhouden.
Voorts zullen bij hoge stormvloed de op
de dijk brekende golven trillingen ver
oorzaken, welke een ongunstige invloed
uitoefenen op het met water verzadigde
zand in het dijklichaam. De verhanglijn
zal daardoor gedeeltelijk een horizontale
stand kunnen aannemen. De helling van
de verhanglijn is afhankelijk van de kor-
relopbouw van het zand. Ze is te stellen
op 1:10 (fijn zand). De verhanglijn
moet binnen het profiel blijven waardoor
de plaats van de binnenzeen is begrensd.
Veiligheidshalve zullen de binnenteen en
de belopen ver genoeg van de verhanglijn
verwijderd moeten blijven om voldoende
stabiliteit van het dijklichaam te ver
krijgen, terwijl men speciaal zal moeten
letten op een goede drainage.
In het voorgaande is een summier
overzicht gegeven van enkele gebreken
welke sommige dijken aankleven. Na de
ervaringen, welke door de ramp zijn op
gedaan, gaat de dijkbouw een nieuwe
evolutie tegemoet, waarbij een grotere
veiligheidsfactor zal worden aangenomen,
resulterend in een grotere hoogte en
zwaarder profiel.
Bijna alle civiel-technische werken wor
den met inachtnemen van een meervou
dige veiligheidsfactor uitgevoerd en
dijken behoeven daarop geen uitzonde
ring te vormen.
Wil men het land behouden dan dient
men het te beschermen en tegen iedere
aanval te verdedigen, zeker tegen onze
aartsvijand de zee.
In de fig. 5, 6, en 7 zijn enkele dwars
profielen voor te verbeteren dijken ge
tekend.
J. A. EXALTO
Waterstaatk. Hoofdambt,
v. d. Rijkswaterstaat
Voor verdere beschouwingen omtrent de oorzaak van
dijkdoorbraken zie men blz. 554b e.v. en bet artikel van
de heer Van den Berge over de herstelling der dijken
van Goeree-Overflakkee (blz. 588b).
I. Inleiding.
Terwijl ons volk zich terecht met
dankbare trots verheugde over het feit,
dat het na jaren van intense krachts
inspanning uit de rij der „bedeelden"
kon treden en weer in staat was op eigen
benen te staan, werd het op I Februari
1953 getroffen door een natuurramp, die
door zijn omvang de gehele wereld deed
huiveren. Een stormvloed van ongekende
hoogte zette tienduizenden hectaren
kostbaar land onder water. Gapend wa
ren de wonden, die werden geslagen.
Zijn sommige reeds weer genezen, van
andere speuren we nog de duidelijke lit
tekens en van nog weer andere is de
genezing nauwelijks ingetreden.
Dat naast een artikelenserie over een
reeks van opvallende herstelwerken met
betrekking tot het dijkherstel, in deze
bijzondere uitgave van dit tijdschrift ook
plaats wordt gegeven aan een verhande
ling over het landbouwherstel, getuigt
van het juiste inzicht van de redactie, die
beschrijvingen over het dijkherstel on
volledig acht, indien daarnaast geen aan
dacht zou worden geschonken aan het
doel, waartoe die dijken weer in orde
worden gemaakt.
Naast de directe beveiliging voor de
bewoners verrichten de dijken immers
ook een belangrijke taak voor de be
scherming van hun werkterrein. Voor
een zeer belangrijk aantal van deze be
woners is dit werkterrein gelegen in de
agrarische sector.
Men mag zeggen, dat grote complexen
van het getroffen gebied behoren tot de
beste landbouwgronden, die men in ons
land kent. De zware beschadigingen aan
deze gronden betekenen daarom een
gevoelige slag voor de nationale econo
mie. De aard van de beschadigingen en de
aanpak van het herstel van deze gronden
worden in het volgende beschreven.
2. De landbouwkundige betekenis
van het getroffen gebied.
Met een uitzondering voor enkele
gemeenten in de randstrook van het
rampgebied, met name op de eilanden
IJsselmonde, Eiland van Dordt en Wal
cheren en in de omranding van de Al-
631.616:627.517
blasserwaard, waar een hoog percentage
47) van de beroepsbevolking in de
industrie werkzaam is, hebben vrijwel
alle gemeenten in het rampgebied een
overwegend agrarische bevolking. In
deze gemeenten is het percentage voor
het agrarisch deel van de beroepsbevol
king ongeveer 50. De betekenis hiervan
spreekt heel duidelijk tegenover het
Rijksgemiddelde van 20.
In landbouwkringen is men gewoon
te spreken van het Zuid-Westelijk
zeekleigebied. Over het grootste deel
der oppervlakte bestaat dit gebied uit
jonge klei, die zeer vruchtbaar is, vooral
waar ze door een lichte bijmenging met
zand gerekend kan worden tot de zave-
lige kleigronden. De eigenschappen van
deze gronden scheppen de mogelijkheid
tot een ruime keuze van akkerbouw
gewassen, die men met succes kan telen.
Voor de betreffende bedrijven betekent
dit een zekere bestaansbasis, daar men
op die gronden vaak bij de gewassenkeus
voor het teeltplan gemakkelijk rekening
kan houden met de marktontwikkeling
der producten.