„de Muralt" betonmuur werd onderloops
en over vrij grote lengte weggeslagen.
Op 7 Maart was de Nijspolder vrij van
water.
Ser Arendspolder. Hooglandpolder.
Tussen de Ser Arendspolder en de
Scheldedijk bevindt zich het Afwaterings
kanaal van het Waterschap Stoppeldijk.
Hier ontstonden 2 dijkbressen (zie fig.
no. 107) met een gezamenlijke breedte van
d; 110 m en met de bodem op 3 m N.A.P.
Tengevolge van deze bressen brak ook
de dijk tussen het kanaal en de Ser Arends
polder door (breedte van het gat 45 m,
diepte 2,30 m N.A.P.), waardoor deze
polder overstroomde. Bovendien stroomde
het water toen over de dijk heen de Hoog
landpolder binnen, die op zijn beurt weer
de Rummersdijkpolder inundeerde.
De situatie was daar moeilijk en in
gewikkeld zodat het enige dagen heeft
gekost voordat met de aanvoer van hulp-
Fig. 106. Zeeuws Vlaanderen. Nijspolder. Aantasting en afschuiving van het materieel en materiaal kon worden be-
binnenbeloop tussen dijkpaal 22 en 23. (foto Hupkens) gonnen.
De westelijke dijk van de Hoogland
polder werd over een lengte van circa
3 km opgekist.
De bemalingsinstallatie aan het einde
van het uitwateringskanaal raakte onklaar.
Bovendien moest de duikersluis bij Kampen
met zandzakken worden gedicht, daar de
afsluitmiddelen niet geheel waterdicht
bleken te zijn en deze sluis thans een eerste
kering vormde. Slechts met enkele duiker
kokers en met de uitwateringssluis onder
het gemaal kon worden gespuid, doch dit
was totaal onvoldoende voor de ont
watering van het 6700 ha grote afwaterings-
gebied van Stoppeldijk. Op de sluis bij
Kampen werden een drietal rijkspompen
gemonteerd en in bedrijf gesteld, met
welke noodbemaling bovenbedoeld gebied
werd bemalen.
Over een lengte van 2000 m is een
nieuw dijkslichaam gevormd. Hiertoe heeft
men de oorspronkelijke zeedijk gedeeltelijk
afgegraven, de afkomende klei voor een
perskade benut en tussen deze perskade
en het intact gebleven gedeelte van de
dijk een zandlichaam gespoten. Van dit
zandlichaam werd het buitenbeloop af
gedekt met een kleilaag dik 0,75 m en het
binnenbeloop ter dikte van 0,50 m
De kruinshoogte van de oude dijk was
4,95 m +N.A.P., de daarop aanwezige
„de Muralt" betonmuur reikte tot 6,13 m
N.A.P. (zie fig. no. 108). De kruinshoogte
van het nieuwe dijkslichaam is 6,50 m
N.A.P.
De Ser Arendspolder viel op 10 April
droog, de Hoogland- en Rummersdijk
polder waren op 7 Maart watervrij.
Nieuw Othenepolder.
punten voldoende waterkerend gemaakt, Over een lengte van 1400 m vertoonde
waarna een dijksverzwaring werd aan- de Scheldedijk zeer ernstige beschadigingen,
gebracht. Slechts de steenglooiing en de buitenberm
Het inundatie water kon via de spuisluis waren in de regel nog aanwezig (zie fig.
worden afgevoerd, zodat op 1 Maart no. 109). De dijk bleek absoluut niet in staat
de polder watervrij was. om het water te keren. Onmiddellijk
werd begonnen met behulp van houten
Nijspolder. kistdammen en grondaanvullingen de dijk
Behalve ernstige aantasting van het tot 4,50 m +N.A.P. waterkerend te maken,
binnenbeloop van de Scheldedijk (zie hetgeen 12 Februari gereed kwam. Over-
fig. r.o. 106) werden hier 2 gaten geslagen, eenkomstig het oude profiel werd de dijk
echter boven de buitenberm op 3,50 m hersteld.
N.A.P. Deze gaten werden met zand- De zuidelijke binnendijk brak ter plaatse
zakken, kerend tot 4,50 m N.A.P., van de uitwateringsduiker door. Deze
gedicht. bres werd met een zandzakkendam ge-
Ter plaatse van een kabeldoorgang trad dicht. Het overstromingswater van de
674b een omvangrijke beschadiging op. Een Nieuw Othenepolder vloeide, zonder ver-
Fig. 107. Zeeuws Vlaanderen. Stoppeldijk. Overzicht dijkbressen. (foto Martijnse)
Fig. 108. Zeeuws Vlaanderen. Stoppeldijk. Duidelijk beeld van een slecht uitgevoerde
verhoging in 1931. Bij de aanleg in 1912 was de kniebewapenigweggelaten.
(foto Dixhoorn)
polder en Molenpolder gelegen Wilhel-
mina-, Noorddijk- en Perkpolder.
Het binnenbeloop van de Molenpolder
dijk was over een lengte van circa 125 m
afgekalfd, doch op 4 m N.A.P. was overal
voldoende breedte aanwezig.
Door overslag is deze polder over
stroomd.
Aanvankelijk heeft men door middel
van een kistdam de meest bedreigde
punten voldoende waterkerend gemaakt,
waarna een dijksverzwaring werd aan
gebracht.
Het inundatie water kon via de spuisluis
worden afgevoerd, zodat op 1 Maart
de polder watervrij was.
Nijspolder.
Behalve ernstige aantasting van het
binnenbeloop van de Scheldedijk (zie
fig. no. 106) werden hier 2 gaten geslagen,
echter boven de buitenberm op 3,50 m
N.A.P. Deze gaten werden met zand
zakken, kerend tot 4,50 m N.A.P.,
gedicht.
Ter plaatse van een kabeldoorgang trad
een omvangrijke beschadiging op. Een