Deze vrijwilligers werden belast met
het vullen van de zakken, terwijl de
arbeiders, behorende tot de nachtploeg
van de aannemer zich meer konden be
palen tot hun gewone werkzaamheden.
In de nacht van 2 1 op 22 April 1953
deden zich geen verdere tegenslagen
voor. Met wisselend succes werd het
persen van zand achter het casco onaf
gebroken voortgezet; tijdens hoogwater
vormde zich binnen achter het casco de
zandophoging, die echter tijdens het
daarop volgend laagwater door onder-
loopsheid grotendeels weer verloren
ging-
Fig. no. 101 geeft het geplaatste casco
weer, waarop de onderloopsheid duide
lijk zichtbaar is.
Bij het aanbreken van de dag op 22
April, lagen in de Schelde voor de mon
ding van de stroomgeul een drijvende
stoomkraan met twee bakken gereed,
deze laatste elk geladen met 400 m3
klei, aangevoerd uit de omgeving van
Boom in België. Te 8.00 u, bij opkomend
water, konden de kraan en één der bak
ken in de stroomgeul tot vlak bij het
casco worden gevaren en werd begonnen
met de zwakste plaatsen in de blokkering
van een kleipakket te voorzien. Het ge
lukte tussen één uur vóór en één uur
na hoogwater de inhoud van een bak met
klei aan de zeezijde tegen het casco aan
te brengen. Bij het daarop volgende laag
water kon met vreugde worden geconsta
teerd, dat de onderloopsheid practisch
was bedwongen.
Het verdere verloop van deze sluiting
was erg voorspoedig, het oppersen van
de zanddam achter het casco vorderde
gestadig en toen 's avonds bij het volgend
hoogwater te ongeveer 23.00 u de
inhoud van de tweede bak met klei door
de drijvende stoomkraan vóór het casco
was gelost, vormde dit een aaneengeslo
ten kleikade en kon worden geconsta
teerd, dat de sluiting thans geheel was
voltooid binnen de tijd van twee etmalen.
Deze voorspoedige sluiting was naast de
grondige voorbereiding, mede voor een
zeer groot deel toe te schrijven aan het
enthousiasme en de toewijding van allen,
die hierbij betrokken waren.
Aanleg nieuwe dijk over het schor.
Na het sluiten van voornoemd stroom-
gat, moesten de nodige herstellingen en/
of vernieuwingen aan de bestaande dijk-
gedeelten geschieden. Het dijkgedeelte
tussen de punten A en sluitgat bij Bath
(zie fig. 88) was, én door destormvloed én
nadien door het in- en uitstromen van
het water door de stroomgeul bij Bath
aan de binnenkant zo zwaar beschadigd
(zie fig. no. 91), dat met het herstel hier
van grote bedragen zouden zijn gemoeid.
Om nu de dijk onder profiel te brengen
zouden naast het zand grote hoeveelhe
den klei moeten worden aangevoerd.
Om deze aanvoer van de klei te beper
ken, werd besloten een nieuwe dijk over
het voorliggende schor aan te leggen.
Het tracé hiervan is met een bloklijn op
fig. 88 aangegeven. Op de luchtfoto fig.
no. 102 is het verloop van deze nieuwe
dijk (bijna voltooid) te volgen. Door deze
werkwijze kon uit het cunet, dat onder
deze nieuwe dijk gemaakt moest worden,
voldoende klei worden ontleend voor
de vorming van de nodige perskaden
tot 5,00 m N.A.P. Om kwel tegen te
gaan, moest in het cunet tussen de aan
wezige zandlaag en het aan te brengen
zand een 0,50 m dikke kleilaag als bo
demafsluiting intact blijven. Na het vol-
persen met zand van het cunet en de
ruimte tussen de gemaakte perskaden tot
5,00 m N.A.P. kon met behulp van
draglines het zand onder profiel worden
gebracht en de klei van de perskaden
als bekleding aan het dijklichaam worden
verwerkt. Deze wijze van uitvoering was
economischer, daar de klei niet per as
vervoerd behoefde te worden, doch ter
plaatse kon worden verwerkt. Tevens
werd door dit tracé van de nieuwe dijk
een bescheiden indijking van 20 ha bij-
gewonnen, zodat de verloren gegane 14
ha door de binnendijkse stroomgeul
geëlimineerd werd. De bakkenzuiger,
waarmede het zandlichaam van de nieuwe
dijk werd opgespoten, kreeg ligplaats in
de vroegere stroomgeul, die zich ge
vormd had bij de doorbraak Z.B. 6. (Zie
figuur 105). Het zand werd gewonnen van
uit de Westerschelde op 2 km stroom
opwaarts en met bakken en sleepboten
naar de zuiger toe gevoerd. Het dwars
profiel van de gemaakte dijk is aangege
ven in fig. no. 103. De lengte over de oude
dijk gemeten bedroeg 2300 m, door de
afsnijding over het schor was de lengte
van het nieuwe dijkgedeelte slechts
2020 m. Dit betekende dus een verkor
ting van ongeveer 300 m.
Definitieve reparaties aan het be
staande dijkgedeelte;
Het dwarsprofiel van de bestaande dijk
was van geringe afmetingen (zie hiervoor
fig. 104). De hierop voorkomende beton
nen dijkverhogingen waren op talrijke
plaatsen verzakt, zwaar beschadigd of
totaal verdwenen. Deugdelijke dijkrepa-
raties aan deze gedeelten waren alleen
mogelijk, wanneer plaatselijk het dwars
profiel werd verzwaard. Zodoende kon
in grondwerk de vereiste hoogte van de
bovenkant van de aansluitende betonnen
verhogingen worden verkregen. Immers,
zou men de gaten gaan repareren over
eenkomstig het bestaande dijkprofiel, dan
was het noodzakelijk hierop wederom
betonnen verhogingen aan te brengen.
Deze werkwijze is solide niet uitvoer
baar, wegens het onvermijdelijke na-
zakken van de aangebrachte grond, waar
door de vrij starre betonverhoging on
regelmatig zou verzakken of gewelf-
vormig blijven hangen.
In het laatste geval zouden de aanslui
tingen aan de bestaande betonverhogin-
gen ais steunpunten fungeren en de ver
binding tussen de kruin van de dijk en de
betonverhoging zou worden verbroken,
waardoor deze verhoging waardeloos zou
worden. Gezien de talrijke, op geringe
afstand van elkaar gelegen beschadigin
gen van dijkgedeelten, welke van een
betonnen verhoging waren voorzien,
werd besloten de dijkreparaties aan
eengesloten uit te voeren. Hiertoe werd
van het bestaande dwarsprofiel van de
dijk de binnenzijde verticaal afgegraven
tot aan de funderingsplaat van de beton
verhoging.
De ontgraven grond (klei) werd ge
bezigd voor het opwerpen van een bin-
nenperskade tot de vereiste hoogte. De
nog op de dijk aanwezige betonmuurtjes
zandkern
ter plaatse van Z.B.6 beton-
blokkenglooiing dik 0.20 m
vvte ontgraven cunet-
-perkoenen tg. 1,2 mCsstuks per m')
6,00
opgeworpen perskade van klei vanuit cunet-
I
S.V. 1 Febr. 53 5,28
opgeworpen perskade van klei vanuit cunet
i t
draineersleuven breed 1.50 m op afstanden
van 25 m h.o.h.,gevuld met zuiver zand
bestaande schorhoogte
N.A.P.
2.38
-schorhoogte 2,10 m N.A.P.
Fig. 103. Dwarsprofiel nieuwe zeedijk.
_,^r!rzr^1°.'
50 overblijvende kleilaag voor bodemafsluiting
Fig. 104. Dwarsprofiel herstelde zeedijk, de betonnen ophogingen zijn verwijderd.
672 b
zandkern
oorspronkelijke zeedijk
bet.dijkoph.zijn in de
ontgraving gestort en opgenomen in de zandkern
Lontgraving voor binnenperskade
waar ter plaatse een breed schor aanwezig was,
ontbrak de steenglooiing
-betonnen dijkophogingen verwijderd
2.00 10,00
gem.schorhoogte 2,10 m N.A.P.
-binnenperskade
/-draineersleuf'gevuld met zand
puin of grove grind
40+= gem, maaiveld polder
N.A.P.