Fig. 5oOnder profiel brengen van zandlichaam op hetzelfde dijkgedeelte van fig. 49. tegemoet gingen. Het weer werd toen zo gunstig, dat ten gevolge van de zeer lage waterstanden het water in de polders tot beneden de wegen wegliep en zo doende de aanvoer over land kon plaats vinden. Hierdoor kon op 25 Februari reeds worden overgegaan tot afsluiting van het noordelijke stroomgat en de volgende dag werd ook het andere ge sloten. Deze afdammingen waren niet bijzonder moeilijk, in vergelijking tot de vorige, bij Poortvliet en St.-Annaland. Het ging er hier in hoofdzaak om, een zo groot aantal arbeiders aan dit werk te zetten en zoveel gevulde zakken in voorraad te hebben, dat men gedurende de vloed de stijging van het water juist vóór kon blijven. Zoals begrijpelijk is, beeft deze zwakke dam het enkele weken hard te verduren gehad, maar toch was hiermede na een week over de gehele lengte van 1650 m, de waterkering ge bracht op 2,50 m +N.A.P. die nadien nog verhoogd is tot 3 m +N.A.P. Zie fig. 43 en 44. Door tegelijkertijd ook de binnendijk tussen de polders Stavenisse en Nieuw- Annex-Stavenisse (zie fig. 46) te dichten, had men hiermede, op ca I 30 ha na, het gehele eiland afgesloten. De Stavenisse- polder, die zoals gezegd, tijdens een zeer lage waterstand werd afgedamd, was meteen ook grotendeels droog. Aan deze sluiting werden ca 400.000 zakken verwerkt. Het aantal arbeiders bedroeg ca 900. Vervolgens werd het eveneens ca I 600 m lange, doorbroken gedeelte zeedijk van de Nieuw-Annex Stavenissepolder aangepakt. Zie fig. 34 en 46. Hier lag een drietal stroomgaten, die tijdens laag- water een waterdiepte hadden van I tot 2,50 m. Aan het bijzonder gunstig weer is het te wijten dat de afdamming dezer gaten vrijwel onopgemerkt kon geschie den. De 3 gaten werden met ca 800 arbeiders op één dag, nl 10 Maart, ge sloten en hierbij was het getij zo gunstig dat men bij de sluiting van het laatste gat nog enkele uren lang het water uit de polder heeft laten lopen, alvorens de dam dicht te maken, om zodoende meteen een grotendeels droge polder te verkrijgen. Zie fig. 45. Deze over ruim 2000 m beschadigde dijk, waarvan de buitenberm over het grootste gedeel- te nog aanwezig was, is door een zakken- 1) kade opgehoogd tot 3 m +N.A.P. Hier- •"3- aan werden ca 200.000 zakken grond 642b verwerkt. Met deze onverwachte, vrij gemakke lijke, provisorische sluitingen van de dijken bij Stavenisse, was het eiland Tholen weer afgesloten van de zee en was het eerste stadium van het dijkher stel achter de rug. Zoals uit het bovenstaande blijkt is de afsluiting van de acht stroomgaten ge heel zonder hulp van groot aannemers- materieel uitgevoerd. 2,25 millioen zakken met grond, enkele honderden tonnen steen die merendeels van de nabije glooiing waren opgenomen, bad- dinghout, perkoenen, bietennetten, riet, stro, warteldraad, benevens een drietal toevallig aanwezig zijnde zolder- bakken, dat zijn de materialen waar mede de stroomgaten van Tholen met behulp van mankracht werden bedwon gen. H. Verder herstel van de dijken in 't algemeen. Herstel van een dijk vak bij Stavenisse in 't bijzonder. Terwijl de bovengenoemde „eerste hulp"-werken nog in ijltempo in uit voering waren, nam een inmiddels aan gekomen en met groot materieel toe geruste aannemerscombinatie het de finitieve herstel van de doorbraken en beschadigde dijken, in uitvoering. In hoofdzaak bestond dit werk uit het opspuiten en onder profiel brengen van zand voor dijkskernen, benevens aan voeren en verwerken van klei voor be kledingen. Aan kunstwerken zouden 5 nieuwe schotbalkcoupures in de dorpen St.-Annaland, St.-Maartensdijk en Stave nisse en een verlenging van de uitwate ringssluis bij Poortvliet, worden gemaakt. In het hiervoor opgestelde werkplan werden de objecten in dezelfde volgorde gerangschikt als in bovengenoemd dich tingsschema en kwam dus eerst de dijk bij Poortvliet, vervolgens die bij St.-An naland en ten laatste die bij Stavenisse aan de beurt. Zo werden over een totale lengte van 4800 m' nieuwe dijken ge maakt en de overige beschadigde dijken ter lengte van 10200 m1 in het vroegere profiel hersteld. Het voornaamste, hiertoe gebruikte materieel bestond uit: 2 zandzuigers I baggermolen 6 sleepboten 20 transport- en andere vaartuigen I 3 draglines 42 vrachtauto's 4 bulldozers 3000 m persleiding 2 opjaagstations 3272 m smalspoor 5 loco's 66 kipkarren 10500 m rijplaat Het max. aantal arbeiders bedroeg 600. Daar de wijze van uitvoering voor alle objecten ongeveer gelijk was, zal er slechts één nl. de dijken bij Stavenisse, nader worden beschreven. Fig. 46 toont de situatie bij Stavenisse. Na het afsluiten van de stroomgaten moest over een lengte van 4450 m een nieuw dijkslichaam worden gemaakt, verdeeld over de polders Stavenisse, Nieuw-Annex-Stavenisse en Margaretha, bestaande uit een zandkern met klei- bekleding. Voor de winning van zand zou men zuigmaterieel gebruiken, dat het ma teriaal haalde vanaf de in de buurt zijnde zandbanken. Klei zou worden betrokken van de schorren en door afgraving van binnendijksgelegen kleigrond. Voor de herstelling van de gezamenlijk ca 600 m lange dijkvakken van de Mar- garethapolder leverde bovengenoemde werkwijze geen moeilijkheden op. De perszuiger koos ligplaats aan de steiger ten oosten van de havenmond en via een ca 1000 m lange pijpleiding, diam. 0,50 m, werd het zand direct in het werk ge spoten. Ter verkrijging van perskaden is met behulp van bulldozers en draglines grond uit de dijkszate omgezet tot een kade, gelegen over het maaiveld. Aan de buitenzijde, ter hoogte van de buiten berm, werd een dam van kleizakken ge legd. Hierdoor ontstond een komvor mige vergaarbak, waarin het zand werd gespoten en waaruit het water door een sparing aan de buitenzijde over de steen- glooiïng kon afvloeien (zie fig. 47). De zandwinning voor de dijken van Stavenisse- en Nieuw-Annex-Stavenisse- polder vormde echter een probleem, omdat hiervoor slikken aanwezig zijn ter breedte van I a 2 km (zie fig. 46). Een eerste gedachte was profiel- of cutter zuigers in de slikken te leggen, en zo doende direct in het werk te persen. Boringen wezen echter uit dat tot ca 8 m diepte de grondslag meest uit klei en veen bestaat, grondsoorten die niet geschikt geacht kunnen worden voor de dijken. De dichtstbijzijnde plaatsen voor goed zand bleken te zijn gelegen bij de „Witte tonnen vlije" voor de Stavenisse-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 69