men de biddings niet vertikaal, maar
enigszins met de punt vooruit in de rich
ting waarin werd gewerkt.
Zo ging men voort, steeds maar bad-
dinghout slaande en stenen en kleizakken
werpende, terwijl het onderwijl sneeuw
de en regende en de dijk en de wegen
door de gladde modderige klei schier
onbegaanbaar werden. Op deze wijze
gelukte het, nu wat winnende, dan weer
wat verliezende te ca I 7.00 u de afdam
ming tot stand te brengen ter hoogte
van ca N.A.P. De arbeiders werden toen
vervangen door de nachtploeg en deze
wist de dam boven water te houden tot
na de vloed van 20.00 u en gedurende
de nacht te versterken tot een dam die
reikte tot 2.00 m N.A.P., met een
breedte aan de voet van ca 10 m en een
kruinbreedte van 5 m.
Tot 14 Februari is aan deze afdamming-
gewerkt en toen was deze opgewerkt tot
3,50 m N.A.P., aan de voorzijde ter
hoogte van hoogwater tegen uitspoeling
beschermd door dekzeilen, vastgehecht
aan de houten bekisting. Ook de randen
van de beide bressen waren toen van een
bescherming van rijshout, zeilen, zakken
en stenen voorzien.
Hiermede was Poortvliet gered, de
stad Tholen was buiten gevaar en de af
watering kon, via de sluis die volkomen
intact gebleven was, een aanvang nemen.
Aan de dichting en bescherming van
deze dijkbressen zijn in totaal ca 700.000
zakken met grond verwerkt.
E. Versterking binnendijk (Vierde
dijk) tot tijdelijke waterkering.
Enige gegevens ter oriëntatie:
(zie fig. 34).
Door de twee stroomgaten in deze dijk
stond 1215 ha van het waterschap St.
Maartensdijk, via de stroomgaten in de
zeedijk bij Stavenisse, in open verbinding
met de zee. De waterstand in dit over
stroomde gebied, aanvankelijk ca 3.50 m
N.A.P., was sterk dalende, doordat
tijdens eb lozing plaats vond door de
stroomgaten. Na de dichting van de
„vierde dijk" was dit water, ter hoogte
van ca 1,50 a 2.00 m N.A.P., opge
sloten en kon het alleen geloosd worden
via het gemaal bij St. Maartensdijk. De
maaiveldhoogte van deze polders vari
eerde van 1.00 m tot 0,80 m N.A.P.
Tegelijk met de dichting van de door
Fig. 40b. Toestand 's morgens 20 Februari 1953
braak bij Poortvliet met vrijwel alle
krachten en daarna, werd met grote
spoed gewerkt aan deze ca 7 km lange
binnendijk dwars over het eiland, vanaf
St.-Annaland tot de Oosterschelde bij de
N w.^Annex-Stavenisse-polder (zie fig. 35).
Een tweetal grote doorbraken met
stroomgeulen in deze dijk, werd met
kleizakken opgevuld tot de rijwegerover
kon worden doorgetrokken. Het werk
aan deze smalle dijk, welke aan beide
zijden omgeven was door water, was
moeilijk. De grond voor de zakken was
slechts te krijgen in de buurt van St.
Annaland en moest met paarden- en
tractorwagens over grote afstanden ver
voerd worden, over wegen die door de
regen en sneeuw vaak onberijdbaar wer
den. Bovendien moesten tegelijkertijd de
bergingsploegen voor lijken en cada
vers, hoofdzakelijk afkomstig van Stave
nisse en omgeving, hun werk kunnen
verrichten. Aan deze dijk hebben vele
militairen, behalve onze eigen soldaten
ook Belgische en Franse, gewerkt, die
gelegerd waren in vaartuigen in de haven
van St. Annaland en Oud-Vossemeer.
Vóór de I 6e Februari was ook dit werk
gereed, waaraan ca 350.000 zakken met
grond verwerkt zijn en waardoor dus het
overstroomde gebied, ter grootte van
ca 3400 ha, gelegen ten oosten van deze
dijk, geheel van het buitenwater was af
gesloten en ontwaterd kon worden. De
afsluiting van het ca 1600 ha grote ge
bied van Stavenisse, gelegen ten westen
van genoemde dijk, kon nu beginnen.
F. Afsluiting doorbraak bij St.-Anna-
land (Anna-Vosdijkpolder).
Het volgende punt van het werksche
ma was de afdamming van de doorbraak in
de dijk bij de grote Nol aan de Anna-
Vosdijkpolder bij St.-Annaland (zie fig.
34 en 39). Door de dichting hiervan en
tevens van de bressen in de Paaldijkzie
fig. I) zouden de Anna-Vosdijk- en Bre-
denviietpolder weer afgesloten zijn.
Enige gegevens ter oriëntatie.
G.H.W. 1,46 NAP.
Fig. 40c. Toestand na afdamming op 20 Februari 1933.
N.AR
schaal 1 2000
slikken
doorsnede dam schaal 1 400