Phoenix-caisson gebruikt met de' lengte-as
evenwijdig aan de stroomrichting.
De verbinding tussen deze Phoenix en de
dijkskop geschiedde na de plaatsing van
de landhoofd-Phoenix met behulp van
eenheidscaissons.
Het plaatsen van de drie sluitingscaissons
tussen de aangebrachte landhoofden diende
in een zo kort mogelijk tijdsbestek te ge
schieden in verband met de oplopende
snelheden bij devernauwing van dit sluitgat.
Aan het K.N.M.I. werd gevraagd een
weerbericht af te geven op langere termijn.
Gewacht zou moeten worden op voorspel
ling van een periode van 36 uur gunstig
weer, d.w.z. matige windkracht, geen noe
menswaardige afwijkingen van de te ver
wachten waterstanden, geen kans op mist.
Op 4 November voorspelde „De Bilt"
voor 5 en 6 November gunstig weer met
daarachter op de 7e kans op storingen.
Besloten werd tot het plaatsen van de
oostelijke sluitcaisons op Donderdagmor
gen 5 Nov. De westelijke op de d.a.v.
Vrijdagmorgen en de middelste Vrijdag
nacht.
De plaatsing van de oostelijke en weste
lijke caisson vereiste ingewikkelde manoeu
vres met het aanvaren en bij de behande
ling van het stelsel van trekdraden, waar
mede deze caissons zo nauwkeurig mogelijk
op de juiste plaats zouden worden afge
steld.
De laatste phase werd minder ingewik
keld geacht en men achtte het niet ver
antwoord de laatste opening van ca. 60
meter breedte en 15 meter diepte 24 uur
open te laten liggen. De plaatsing van deze
laatste caissons geschiedde dan ook des
nachts.
De avonduren vóór de sluiting waren
zeer spannend. Fig. 23 geeft een beeld van
het verloop der stroomsnelheden geduren
de de laatste 24 uur vóór de sluiting.
Zodra de stroomsnelheid verminderde
tot 1 m per sec. werd de in de loop van
de middag in lengterichting achter de
landhoofd-Phoenix geparkeerde sluitcais-
son naar de opening gevaren, steeds met
de lengte-as evenwijdig aan de stroom
richting blijvend.
Het draaipunt werd bevestigd aan de des
ochtends geplaatste westelijke caisson.
Tegen het staartje van de ebstroom
duwden de sleepboten de caisson als een
enorme draaideur op haar plaats.
Na het openen van de afsluiters zakte
het gevaarte op de drempel.
Aan boord van het vlaggeschip van de
Dienst der Zuiderzee-werken ,,De Bree-
zand", afgemeerd op zeer korte afstand
van het sluitgat, bevond zich H.M. de
Koningin, temidden van enkele Ministers en
hoge Waterstaatsautoriteiten.
Onder ademloze spanning van meer dan
duizend toeschouwers en met geheel
Nederland mee-luisterende aan het radio
toestel voltrok zich in dit historische mo
ment om 4 minuten voor middernacht deze
slothandeling van de dijkdichtingen in het
rampgebied.
Ouwerkerk was geslotenMaar veel werk
diende nog te worden verzet om dit aan
vankelijke succes te consolideren.
Nog enkele dagen werd met man en
macht doorgewerkt om de afdamming
stroomdicht te maken. Perszuigers spoten
zand in en achter de caissons.
Zinkstukken werden terzijde afgezonken.
Met behulp van kantelbakken en „over
de hand" werden nog vele duizenden ton
nen steen gestort en in 10 dagen tijds was
de onderloopsheid zover bedwongen dat
de pompen konden gaan draaien. In de vol
gende maanden werd het verzwaarde
dijksprofiel vóór en achter de blokkade
doorgetrokken, waartoe eerst enkele hon
derdduizenden m3 zand moesten worden
geklapt en gespoten.
In de loop van dit jaar zal, in tegenstelling
tot het vermelde bij Schelphoek, ook het
Brokkengat worden afgesloten, zodat de
buitenwaterkering op dit punt van de kust
dan weer recht toe loopt en de caisson-dijk
als inlaag in de tweede linie komt te liggen.
De droogmaking van het eiland.
Evenals elders in het rampgebied mocht
het gelukken door gebruikmaking van
intact gebleven of inmiddels weer herstelde
uitwateringssluizen grote hoeveelheden
water op normale wijze af te spuien.
Evenwel bedraagt daarbij in de situatie
direct na de sluiting, de drukhoogtevan het
uitstromende water bij deze kunstwerken
vaak enkele meters meer dan normaal, waar
door ontoelaatbare snelheden zouden op-
optreden, welke het gehele kunstwerk in
gevaar zouden brengen. In die gevallen
werd eerst de bovenste waterschijf afge-
pompt, waarna pas van despuisluizen gebruik
konden worden gemaakt.
Bij zeer diep gelegen polders (bijv.
Schouwen) moesten de lage poldergebieden
uiteraard geheel worden droog gemalen.
Met de droogmaling van Schouwen kon
op 29 September een aanvang worden
gemaakt. Totaal moest ca. 200 miljoen m3
water worden uitgepompt.
35 pompen maakten een begin met de
droogmaking. Zodra er voldoende water
weggepompt was, werden ook drie sluizen
ingeschakeld. Een van deze sluizen, de
Westhavensluis te Zierikzee, was al in
20 jaar niet meer gebruikt en moest dus
weer worden opgengemaakt.
De andere sluizen heeft men moeten
herstellen.
In het havenkanaal van Zierikzee kwam
de Neptunus te liggen. Deze pompboot
kan 400 m3 per minuut verwerken en heeft
het voordeel, dat de buizen flexibel zijn.
Zodoende kon bij elk tij gepompt worden,
ondanks de op- en neergaande bewegingen
van de boot. Tussen de Neptunus en Zierik
zee waren 3 electrische pompen, met een
capaciteit van 90 m3/min elk, opgesteld.
Bij Den Osse, aan de Noordkant van
Schouwen, werden 2 grote pompen van
400 m3/min elk opgesteld. Het grote gewicht
van deze pompen (30 ton per stuk) maakte
het noodzakelijk, dat ze kwamen te staan
op een betonnen fundatie. De pompen had
den buizen met een doorsnee van 1,85 m.
Door deze kolossale aggregaten zou de
enige verbindingsweg met West-Schouwen
worden afgesneden. Om dit te voorkomen
hebben pontonniers over het loozings-
kanaal een Baily-brug van 110 m lengte
aangelegd.
Bij Burghsluis op de Zuidkust van Schou
wen stonden 12 pompen van 50 m3/min elk.
Bij de Flauwers (ten Westen van de
Schelphoek) werden 14 pompen met een
capaciteit van 50 m3 per minuut ingescha
keld. Wegens de slechte toestand van de
dijk konden deze pompen niet worden
opgesteld op de dijk zelf. Voordat de ring
dijk bij de Schelphoek werd gesloten zijn
drie bootjes naar binnen gebracht, waarop
men de pompen heeft geplaatst.
Op deze wijze werd nog voor 1 December
het Waterschap Schouwen weer zover van
het water bevrijd, dat de Dienst Landbouw-
herstel een eerste begin met haar giganti
sche taak kon gaan maken.
De laatste loodjes wegen bij het droog
maken altijd het zwaarst, omdat tenslotte
de verlaging van het water beneden maai
veldshoogte de grootste moeilijkheden
biedt in verband met de verstoorde detail
ontwatering. En juist deze verlaging be
neden maaiveldshoogte is voor de ont-
zouting van de grond van doorslaggevende
betekenis. Het herstel van de sloten en de
daarin gelegen kunstwerken behoort echter
tot de taak van de cultuurtechnici en valt
dus buiten het kader van deze beschou
wingen.
De droogmaking van andere polders en
poldergedeelten verliep op analoge wijze.
Zo werden in de Vierbannen polder aan de
Noordzijde nabij het gemaal Stevensluis
2 pompen opgesteld met een totaal capaci
teit van 500 m3/min. Het gemaal zelf kon
als hevel-installatie worden benut.
Aan de zuidzijde bij het westelijke aan-
sluitpunt van de nieuwe dijk werden 8
pompen met een totaal capaciteit van 400
m3/min geplaatst.
Omstreeks half Januari was deze polder
weer droog. Echter duurde het nog enkele
maanden voordat ook hier in de laagste
gebieden nabij Nieuwerkerk het water
werkelijk tot polderpeil was gedaald.
Het land was weer droog. En eerst nu
konden de enorme vernielingen aan lande
rijen en bebouwing in haar volle omvang
worden overzien. De taak om van deze
woestenij weer een woongebied te maken
is van een enorme omvang. Ook aan de
buiten- en binnendijken van dit eiland valt
nog veel werk te verrichten.
In het gevecht tegen de tijd om voor de
winter de dijkring weer gesloten te krijgen
moesten allerlei herstelwerken, in hoofd
zaak afgekalfde binnentaluds, aan dijk-
gedeelten welke niet doorbroken waren,
aanvankelijk blijven liggen. Gedurende het
gehele jaar 1954 is er dan ook langs de
dijken nog volop werk en het valt te voor
zien dat het eigenlijke dijkherstel op dit
eiland eerst tegen het einde van dit jaar
voltooid zal zijn.
Aanmerkelijk langer duurt nog de taak
van Wederopbouw en Landbouwherstel.
De samenwerking van de bij de recon
structie betrokken instantie's is voortref
felijk en biedt waarborgen, dat uit het puin,
het slik en de stuivende zandvlakten met
nauwelijks enig organisch leven, dat uit dit
troosteloze beeld, hetwelk dit eiland in het
begin van dit jaar vertoonde, uiteindelijk
een mooier en moderner geoutilleerde
woongebied zal groeien.
W. METZELAAR,
Waterstaatkundig hoofdambtenaar
v. d. Rijkswaterstaat
De hierna volgende gedetailleerde beschrijving
van de blokkering van de Gemene geul, Klompe
geul en beide maaiveld gedeelten werd woordelijk
overgenomen uit artikelen van de hand van Ir
J. H. Verhey en Ir P. A. v. d. Velde, voorkomende
in de serie Contactbladen voor de werkers aan
de dijkdichtingen Schouwen-Duiveland". Deze
bladen verschenen tweemaal per maand in een
oplage van ca 5000 exemplaren en werden gratis
onder alle medewerkers verspreid. Deze uitgave,
welke werd verzorgd door de Dienst Dijkherstel,
Afd. Schouwen-Duiveland, werd door de arbeiders
op hoge prijs gesteld. Bij de uitvoering van grote
waterbouwkundige objecten, welke zich daartoe
lenen, verdient een dergelijke interne voorlichting
naar de mening van de schrijver zeker aanbeveling.
2) Een gedetailleerde beschrijving van deze bij
zondere hulpconstructies is opgenomen in ,,Weg
en Waterbouw", nummer van MaartApril 1954,
blz. 33 e.v. van de hand van Ir J. A. H. Hartmann.