tje de vijf eenheidscaissons aangevoerd en samengekoppeld tot één element, lang 55 meter, breed 7.50 m, hoog 6.00 meter, waarop de persbuis ten behoeve van de zandvulling reeds was gemonteerd. Voorts werd dit element aan de zijde, welke tegen de westelijke dijkskop kwam aan te sluiten, uitgerust met een staalconstructie, be staande uit twee driehoekige console's, waartussen, vastgehouden door wiggen, een aantal Differdingers zijn opgehangen (z.g. guillotine). De 28e juli vond de sluitingsmanoeuvre plaats. Omstreeks het middaguur werd het element versleept en, tegen de steeds min derende ebstroom in, haaks op de richting van de dijk zodanig tegen het oostelijke landhoofd gevaren, dat het draaipunt kon worden bevestigd. Als een reusachtige draaideur werd tegen het staartje van de eb in, het betonnen gevaarte met behulp van drie sleepboten en twee sterke motor- vletten 90: gedraaid. Door het openen van de afsluiters werd daarna de samengestelde caisson tijdens de kentering tot zinken gebracht, waarna de bovengenoemde Differdingers stuk voor stuk werden gelost, zodoende een eenvou dig stalen scherm vormende ter afsluiting van de driehoekige opening tussen de ver ticale kopwand van de caisson en het talud van de westelijke dijkskop. Onmiddellijk werd de persleiding aangekoppeld en de caissons met zand aangevuld. Ter weerszijden van het stalen scherm werd stortsteen gelost en ter weerszijden van het caisson-element een zinkstuk aan gebracht ter bestrijding van de onderloops- heid en de vergroting van de zekerheid tegen verschuiving ervan. In de hierna volgende weken werd ook hier over de geplaatste afsluiting heen een dijklichaam opgeworpen, waaronder de ge hele betonconstructie verdween, waarbij de kruinshoogte evenals bij Sir Jansland even boven de aansluitende Muraltmuur is ge legen. Verdere verhoging en verzwaring van deze dijksgedeelten worden niet uitge- W' mislukte blokkering met zandbakken Schaal 0 200 600 1000 Fig. 9. Situatie van de werken nabij Zierikzee. voerd, daar het in de bedoeling ligt het gehele Dijkwater zo spoedig mogelijk door een afsluitdam van het Brouwershavense Gat te scheiden. IV. De werken nabij Zierikzee. In de rampnacht ontstonden enige kleine bressen in de dijken langs het verbindings kanaal tussen de Roompot en de Zierik- zeesche haven. Deze dijken maken deel uit van de buitenwaterkering van de polders ter weerszijde van dit kanaal. Oostwaarts de polder Zuidhoek; westwaarts het Wa terschap Schouwen. Zierikzee zelf kwam na de ramp in de overstroomde polder te liggen. De oude stadskern ligt zo hoog dat na de eerste vloedgolf aldaar geen overlast meer werd ondervonden. Het overgrote deel der stad, direct buiten deze hooggelegen kern, zat echter diep onder water. Langs het tracé van de stadssingel is van Gemeentewege een zandzakkendam ge bouwd, welke dam later met klei werd be kleed en tegen afslag verdedigd door een Fig. 10. De dijkdichting nabij Stevensluis is een voorbeeld van een zuivere geulsluiting met behulp van een samengestelde caisson met guillotine. De caisson is zo juist ingedraaid en moet nog zakken; de guillotinebalken hangen nog aan de ophangconstructie (28 Juli '53).

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 54