is hypermodern ingericht (11 motoren, dieselelectrisch aangedreven). In nauwe samenwerking tussen Provin ciale Waterstaat in Zuid-Holland, Rijks- wegenbouwlaboratorium, Laboratorium voor Grondmechanica, Shell Nederland en de bij de werken betrokken aannemers is men tot de vorm van het dijksprofiel en dikte van de bekleding gekomen, zoals aangegeven is op fig. 49. Het rapport van het Laboratoium voor Grondmechanica te Delft over de mechanica van een asfaltbekleding op een zeedijk (Rapport (c) 0-5678-I), ontstaan uit een door de Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland gegeven opdracht in Maart 1953, moge van belang zijn, om een inzicht e geven in de mechaniek van bovengenoem de dijksprofielen en bekledingsdikten; in deze beschouwing over het dijksherstel zou het te ver voeren. Slechts de eindconclusie van dit rapport moge hier vermeld worden. Ze luidt als volgt: (letterlijk overgenomen uit genoemd rapport). „Als voornaamste conclusies kunnen „worden genoemd: „Achter de bekleding mag de waterstand „niet hoger kunnen stijgen dan enige „decimeters boven het laagste punt van de „bekleding". (Hiertoe de nodige maatregelen te nemen t.a.v. afdichting en drainage). „Voorts blijkt dat de plaat onder invloed „van de golfslag vermoedelijk de neiging „zal hebben langs het talud te gaan schuiven „en zodoende op het ondereinde zal gaan „drukken en aan het boveneinde zal gaan „hangen. „Aanbevolen wordt derhalve de piasberm „(bedoeld wordt buitenberm) en indien „nodig de kruin te verzwaren en ook een „verzwaard teenstuk aan te brengen, zodat „de bekleding inderdaad op deze plaatsen „kan worden vastgehouden. „Voor het onder druk staande onder einde van de bekleding is het knikgevaar „globaal onderzocht. Het blijkt, dat bij „een dijksprofiel als is weergegeven in „fig. 7 van dit rapport (dit profiel komt „ongeveer overeen met fig. 39 op blz. 598b) „en een bekledingsdikte van ca 20 cm, bij .zorgvuldige aanleg van de bekleding, voor „uitknikken niet behoeft te worden ge- „vreesd. „De trekspanningen die in de asfalt- bekledingen kunnen ontstaan, indien ,deze afglijdt langs het talud en aan de .bovenzijde wordt vastgehouden, blijken .gemiddeld over de dwarssnede van de .bekleding slechts ca 10% te bedragen ,van de voor asfaltmortels bepaalde .trekvastheid. Aangezien deze trekvastheid ,is bepaald uit trekproeven met een duur ,van slechts enkele maanden en bovendien ,door scheurtjes e.d. in het asfaltdek de .maximum spanningen wellicht aanzienlijk .groter kunnen zijn dan de gemiddelde, ,is scheurvorming langs de bovenranden ,van de taluds niet uitgesloten te achten, .zij het dan dat deze scheuren niet nood zakelijk tijdens stormvloed zouden moeten .ontstaan. „Van berekening van de buigtrekspan- .ningen, die kunnen ontstaan door golf- ,slag, is afgezien. Slechts kan worden .medegedeeld dat permanente asfalt- bekledingen van havendammen tot dusver .stormvloeden goed hebben doorstaan. ,Op den duur zal de toestand enerzijds .verbeteren doordat het zandlichaam .dichter wordt, anderzijds verslechteren omdat bitumen op den duur harder wordt. „Toepassing van asfalt als bekleding van ■ichting Herkingen richting OudeTonge. asfalt dijk benzinepomp vulstof loods maga zijn wagen a wagen Ivulstof loods schaft lokaal trechter: ■ketels 4ton ketels 8 ton Iketel l9ton lketeÜ9 ton oadover vulstof loods 120 m.» ketels I9.4.7 ton directiekeet P W tankwagen; maga' zijn wagen vulstof loodsen 135 m? loco bi-] tumenpomp 1 '■ketels 6,8.5,1 ton -.T.r.T.-t, trechter aggre gaten 2 stuks aggregaat 39 meter 58 meter BITUMEN VULSTOF

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 48