Door de minder grote omvang van dit werk, vergeleken bij de zuidkust, kon hier behalve de bekleding met zandasfalt ook de deklaag van asfaltbeton worden aangebracht Evenals aan de zuidkust is ook hier aan de teen van de asfaltglooiïng, waar deze naar beneden doorloopt tot gorshoogte, een gecreosoteerd houten damwand gesla gen van 2,00 tot 2,50 m lengte. Spuitwerk Weeshuispolder bij Stellen dam. Na het gereedkomen van vorengenoemd spuitwerk restte aan de noordkust nog het op spuiten van de reeds genoemde nieuwe dijk langs de Weeshuispolder bij Stellen dam. Het benodigde zand werd in het Haring vliet gewonnen met een profielzuiger, aan vankelijk geholpen door nog twee profiel zuigers en in het werk gespoten met een perszuiger. Een der profielzuigers heeft ook gedurende enige tijd, kort onder de wal werkende, het gewonnen zand door middel van een drijvende leiding direct in het werk gespoten. Ook dit werk had een zeer voorspoedig verloop. Op 13 November was ook hier het laatste zand in het werk gespoten. Berm van stortsteen. Teneinde te voorkomen, dat door terug lopende golven ontgronding zou optreden aan de buitenzijde van de langs de teen van de asfaltglooiing staande damwand, is aldaar een berm van stortsteen aangebracht breed 2,50 m en dik 0,30 m. Op een enkele uitzondering na is deze berm met giet- asfalt in gegoten. Per m2 werd 230 a 250 kg gietasfalt verwerkt. De stortsteen werd zoveel mogelijk geschikt, teneinde het ver bruik aan gietasfalt te beperken. In totaal is ongeveer 47000 m2 van deze berm aangebracht. Draineringen. Langs de teen van het binnentalud der nieuwe asfaltdijken, is een drainering ge legd van draineerbuizen cfj 8 cm. Deze drainering is pas aangebracht nadat al de overige werken gereed waren geko men, ook het graven van de dijksloot en het egaliseren van de daaruit gekomen specie. De draineerbuizen zijn gelegd in een grindbed van 0,40 x 0,40 m. Om de 40 m is een afvoer naar de dijksloot gemaakt. Deze werkzaamheden zijn nog niet gereed. Fig. 47. De coupure in de dijk bij Herkingen. Steenglooiingen. Langs de zuidkust ligt vrijwel overal een smalle strook gors voor de buitendijken. Soms is dit niet veel meer dan een brede berm; op enkele plaatsen zich verbredend tot ruim 100 m. De hoogte bedraagt 1,70 a 2,20 m N.A.P. Deze gorzen vertonen aan de zeezijde overal waar zij nog niet van een steenglooi ing zijn voorzien, loodrechte randen van 1 a 1,20 m hoogte. Door het waterschap Dijkkring Flakkee, zijn op de meeste plaatsen reeds steen glooiingen langs de gorsranden aangebracht. Als criterium gold daarbij een minimum breedte van 40 m. Werd het gors smaller dan deze 40 m uit de teen van de dijk, dan werd overgegaan tot het aanbrengen van een steenglooiing. Het werd nodig geacht om de nog niet verdedigde gedeelten te voorzien van een steenglooiing. De steen glooiing wordt gemaakt van zetsteen hoog 0,25 m, op twee vlijlagen plus een laag stortpuin, tezamen dik 0,20 m; boven en onder wordt een rij perkoenpalen inge slagen. De helling bedraagt 1 3. Het aanbrengen van deze steenglooiingen is thans nog in uitvoering. Bijzondere voorzieningen. Bijzondere maatregelen moesten worden genomen bij de afsluiting van de haven ingang van Oude Tonge en het doortrekken van de nieuwe dijk over het gorsje van Herkingen tot de haven van deze plaats. Op deze plaatsen is over resp. 600 m en 350 m de dijk als tijwerk uitgevoerd. Dit hield in dat geen perskaden op de normale manier konden worden gemaakt. Bij het afsluiten van de haveningang van Oude Tonge is voor het spuitwerk alleen een buitenperskade gemaakt; deze werd opgebouwd van gevulde zandzakken. Buiten deze zandzakkenkade werd in de teen van de te maken asfaltglooiing de eerder genoemde gecreosoteerd houten damwand geslagen, met de bovenkant op een hoogte van 0,40 m N.A.P. (Zie fig- 46). Buiten deze damwand werden kraag stukken aangebracht. Ter plaatse van de oude dichtgespoten vaargeul waren deze Fig. 48. Zanddijk met asfaltbekle- ding. kraagstukken 15 m breed, overigens 6 m. Doordat geen binnenperskade aanwezig was, liep het zand aan deze zijde van het spuitstort breed uit. Door wat water in de haven te houden kon dit enigszins worden beperkt. Het spuitwerk zelf leverde verder geen moeilijkheden op. Bij het aanbrengen van de asfaltbekleding moest snel worden ge werkt. Was het water na de vloed weer zover gevallen, dat het slik droog begon te vallen, dan werd snel een gedeelte van de zandzakkendam weggenomen, draglines trokken het talud ruw onder profiel, de af makers deden hun werk onmiddellijk ach ter de draglines en deze werden weer op de voet gevolgd door een dubbele asfaltploeg welke de bekleding van zandasfalt aan brachten tot boven hoogwater. Bij het tij- werk voor Herkingen is in de plaats van de perskade van zandzakken een wand ge maakt van gewapend betonnen keerwanden hoog 1,50 m. Verder was de constructie en de werkwijze vrijwel gelijk aan die bij Oude Tonge. Kunstwerken. Het aantal kunstwerken in de nieuwe asfaltdijken is zoveel mogelijk beperkt. Deze vormen immers een discontinuiteit in het dijksverloop en daardoor een aangrij pingspunt voor de aanval van het water. Bovendien vereisen zij bijzondere en voortdurende aandacht, omdat de beweeg bare keringen in deze kunstwerken, dus deuren en schuiven veel onderhoud verei sen om steeds goed gangbaar te zijn. Bovendien mag men nooit vergeten ze tijdig te sluiten vóór een te verwachten hoge waterstand. Aan een drietal kunst werken kon men evenwel niet ontkomen. Door de afdamming van de haveningang van Oude Tonge moest aldaar een keer sluis worden gebouwd. Deze sluis, welke thans nog in uitvoering is, is een keersluis met dubbele kering. De gewone vloed deuren keren tot 5,60 m boven N.A.P.; de stormvloedsdeuren keren tot 6,00 m boven N.A.P., de drempel in de sluis ligt met de bovenkant op 2,20 m beneden N.A.P. De doorvaartwijdte bedraagt 9,00 m en de lengte van de gehele sluis 36 m. De sluis Foto Prov. Waterstaat Zuid-Holland Overzichtskaart schaal 1100.000 DWARSPROFIEL A-A H.B.W. 420 r G-L.W^95- afstanden uit 0 punt O "3- r- O lO hoogte t.o.v N.A.R co O) 5 CVl m co CM

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 47