het element een krachtige vloedstroom naar binnen. De kleinste opening aan de oostzijde was spoedig gedicht met steen en zakken, die vanaf het water met de drijvende kraan en vanaf de oever met handkracht werden ingebracht, maar bij de grootste opening aan de andere zijde was de dichting veel moeilijker. Hier werden met de dragline, vrachtauto's, handkracht en later ook met de drijvende kraan steen, zakken zand en klei in gebracht. Deze strijd tegen het instro mende water duurde nog enige uren. Bovendien werden tegen verschuiving en onderloopsheid ter weerszijden van het element grondstukken geplaatst. Toen bovendien na een uur of drie het element met zand was gevuld, was het gevaar voor uitspoelen verdwenen. De vrees dat een van de scheepjes lek was gestoten bij het aan de grond lopen bleek gelukkig ongegrond. De enkele lekjesin de stalen opbouw waren van geen be tekenis. Na de volle belasting met het zand bleek het grote voordeel van het scharnierend gekoppelde element, want bij het scharnier was een hoogteverschil van 1,00 m. Het element had zich dus als het ware over de bodem ge plooid. Toen het werk eenmaal zover was gevorderd kon men het dijkslichaam opspuiten en op de normale wijze af werken en verdedigen. j. POSTUMA Techn. Ambt. v.d. Rijkwaterstaat

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 38