Fig. 2.
De stormvloed heeft langs de gehele
kust de duinregel 10-20 m weggeslagen,
waardoor schade ontstond aan de boule
vards te Noordwijk, Katwijk en Scheve-
ningen. De uitwatering van Rijnland te
Katwijk verzandde geheel en vele in
de duinregel nog aanwezige voormalige
verdedigingswerken, zoals bunkers, ge-
schutsopstellingen, e.d. zijn vrij op het
strand of in de nieuwe duinvoet komen
te staan.
Direct gevaar is er aan de kust niet
geweest. Alleen onder 's-Gravenzande
werd over 20 m lengte een beveiliging
met zeilen en zandzakken gemaakt en
bij Kijkduin werd over 15 m lengte een
noodvoorziening van rijswerk met puin
aangebracht. Verder werd in Katwijk,
meer ter beveiliging van de wegverhar
ding op de boulevard tegen verdere
afslag, op de meest bedreigde punten
klei aangebracht.
Het definitieve herstel van de schade
werd direct ter hand genomen. Te
Noordwijk en Katwijk werd door de
gemeente in overleg met de technische
dienst van Rijnland langs de boulevard
een nieuw duinbeloop aangebracht en
de gemeente 's-Gravenhage herstelde de
schade aan de boulevard te Scheveningen.
Zowel door Rijnland als door Delfland
werd de steil afgeslagen duinregel af
gevlakt en op het nieuwe duinb^loop
werden rietpoten e.d. aangebracht.
Een ernstige belemmering voor een
goed herstel en deugdelijk onderhoud
vormden de vele nu vrijstaande bunkers,
e.d. Waar mogelijk werd het opruimen
daarvan zeer spoedig na de ramp ter
hand genomen. Eerst door de Ned.
Genie met hulp van burger-werklieden
en een peleton Am. Genie en daarna
door aannemers volgens door Rijnland
en Delfland opgemaakte bestekken.
Onder 's-Gravenzande, waar de duin
regel vrij smal is en plaatselijk over een
lengte van 700 m vele grote bunkers e.d.
aanwezig zijn, zou door het opruimen
van de bunkers de duinregel te zeer
worden verzwakt. Hier blijven de
bunkers staan en is daarvoorlangs een
duinvoetsverdediging met asfaltbekleding
gemaakt (zie fig. 2. bij het artikel „Toe
passing van asfalt voor duinvoetverdediging
's-Gravenzande", blz 369b, nummer 21-22,
1954).
Aan de waterkering van Delfland
langs de Nieuwe Waterweg bekend als
Maasdijk van Delfland van Hoek v.
Holland tot Schiedam, ontstond geen
schade van betekenis. Ten Westen van
Maassluis werd het water gekeerd door
de vóór de Maasdijk gelegen spoorbaan
Schiedam Hoek v. Holland. In Maas
sluis zelf ondervond het buiten de
Maasdijk gelegen stadsdeel veel water
overlast van de stormvloed, in tegen
stelling tot Vlaardingen, waar i.v.m.
de destijds voor de gemeente aan op
hogen van de Maasdijk door de stad
verbonden bezwaren, genoemde vóór de
Maasdijk gelegen spoorweg, ingevolge
een door deze gemeente met Delfland
gesloten overeenkomst, als waterkering
onder toezicht van Delfland is aanvaard
en de gemeente grotendeels droog is
gebleven.
In Schiedam waar evenals te Vlaar
dingen destijds aan het verhogen van
de waterkering door de stad voor de
gemeente ernstige bezwaren waren
verbonden, wordt, ingevolge een door de
gemeente met Schieland gesloten over
eenkomst, meer rivierwaarts een bui
tenwaterkering onder toezicht van
Schieland in stand gehouden, waardoor
de gemeente grotendeels watervrij werd
gehouden.
De waterkering van Schieland door
het stadsgebied van Rotterdam is door
zijn ligging weinig kwetsbaar, doch de
noodzaak van het handhaven op een
bepaalde noodzakelijk geachte hoogte
heeft hier en daar al tot minder ge
wenste oplossingen geleid. Daar ook
hier een deel van de stedelijke bebouwing
buiten de hoofdwaterkering is gelegen,
wordt wel behoefte gevoeld aan een
waterkering meer naar de Nieuwe Maas
toe gelegen, welke men mede door
aanleg van de zg. Maasboulevard denkt
te realiseren.
Oostelijk van Rotterdam tot de grens
van Rijnland ten Westen van Gouda
heeft de waterkering van Schieland
grotendeels nog het karakter van een
dijk en als gevolg van de schade die op
verscheidene plaatsen daaraan ontstond,
is in de vroege morgen van I Februari
werkelijk gevaar voor overstroming
van het vasteland van Zuid-Holland
aanwezig geweest.
Wat de gevolgen van een stroomgat
in dit deel van de waterkering met de
daarachter gelegen diepe polders Prins
Alexander en Zuidplaspolder zouden
zijn geweest, realisere men het beste
door te bedenken, dat eerst bij de
zuidelijke- of Hoge Rijndijk en de
westelijke Gouwekade een kering tot
ongeveer N.A.P. aanwezig is en dat een
snelle dichting van een zodanig stroom
gat, doordat wegens de grootte van de
kom niet spoedig een kentering in het
gat zal optreden, zeer moeilijk tot
stand zou zijn te brengen.
Gelukkig echter is het zover niet
gekomen. Dat Schielands Hoge Zeedijk
werd behouden en slechts één polder
op het vasteland van Zuid-Holland, nl.
de polder Esse, Gansdorp en Blaardorp
met een opp. van 555 ha ongeveer tot
maaiveld is ingelopen, is te danken aan
de strijd die zeer velen, het dijkleger
(reeds op 3 I Januari om 23,00 uur
opgeroepen), de bevolking van de langs
de dijk gelegen gemeenten en uit het
achterland, mariniers uit Rotterdam,
e.a., op de dijk hebben gevoerd en
aan de omstandigheid dat op het kritieke
moment ten gevolge van de hierna onder
b. nog te noemen doorbraak van de
IJsseld ij k van de Krimpenerwaard te
Ouderkerk a/d IJssel, de waterstand
op de Holl. IJssel ongeveer 0, I 5 m
daalde.
Bij de schade die het op verscheidene
plaatsen over de dijk stromende water
heeft aangericht, zijn drie verschillende
gevallen te onderscheiden.
Ie. een dijkvak met op de kruin een
gesloten wegdek.
De schade bleef hier beperkt tot
afslag van het binnenbeloop te lood langs
de binnenzijde van het wegdek, tot
een diepte van 2 m beneden de kruin.
Als provisorisch herstel werd het weg
gespoelde dijksgedeelte aangevuld met
zand en afgedekt met klei, terwijl langs
de buitenkruinlijn een kade van zand
zakken en klei werd aangebracht. Deze
werkzaamheden waren reeds vóór het
2e hoogwater van I Februari grotendeels
gereed.
2e een dijkvak met op de kruin een
klinkerbestrating in zandbed.
Behalve het binnenbeloop als onder I,
spoelde hier plaatselijk over een lengte
van 20 m over de volle breedte de
bestrating en het zandbed weg, waar
door in zeer korte tijd een gat ontstond
tot 0,75 m beneden de dijkskruin,
waar het water met kracht door naar
binnen stroomde. Met zeilen en zand
zakken is het na 2 uur ingespannen
arbeid gelukt dit gat te dichten, waar
mede op dit punt het gevaar voor over
stroming van het vasteland werd be
zworen.
Ter voltooiing van het provisorisch
herstel werd nog in de loop van I Februa
ri klei aangevoerd ter versterking van
het dijklichaam ter plaatse en voor een
kleikade langs de buitenkruinlijn.
3e. een dijkvak zonder weg op de
kruin; kruin en belopen voorzien van
grasmat.