landse caissons. Twee andere dienden voor het
dragen van persleidingen in de Schelphoek, terwijl
nog twee van deze schepen een plaats vonden in
een van de dwarsdijken te Ouwerkerk.
De sluiting van de Gemene Geul in de Schelphoek
is door middel van een Phoenix-caisson type AX
tot stand gebracht.
Op de steenbestorting en zinkstukken zijn twee
landhoofdcaissons hoog 12 m uit eenheids
caissons samengesteld geplaatst. (Zie Weg en
Waterbouw No. 11-12, afb. 9 op blz. 127.)
Op de AX-caisson zijn ook hier, evenals bij
Kruiningen, hoekstukken van gewapend beton op
de gangboorden gestort, waarbij aan elk eind een
flexibele staalconstructie bestaande uit rondge-
walste platen de aansluiting tegen het landhoofd
moest vormen. (Zie afb. 9.)
Bij het ontwerpen van deze verende constructie
waren de landhoofden nog niet geplaatst. Een
maximale indrukking van de afsluiting tot 1 m
werd als voldoende aangenomen. Na de plaatsing
van het oostelijk landhoofd bleek dit 1.34 m
achterover te hellen. Hierdoor werd een rectificatie
voor deze zijde wel noodzakelijk. Daar de drempel
in de Gemene Geul op 10 m N.A.P. was gelegen,
werd de betonconstructie tot op 4 m boven het
gangboord opgetrokken. Met de staalconstructie
boven en onder 0.50 m vrij, resulteerde dit in een
lengte van 11.50 m voor de verende platen.
Van de „indrukmogelijkheid" werd aan de
oostzijde voor de helft gebruik gemaakt en voor de
rest werd een scheg tussen de verende plaat en het
gewapend beton van de AX-caisson vervaardigd,
verlopend van 7 cm beneden tot 80 cm boven.
Bij het inbrengen van de AX-caisson op 18 Augus
tus sloten de constructies goed aan. Afb. 10 geeft
de afsluiting weer aan de westzijde, afb. 11 aan
de oostzijde tegen het uit eenheidscaissons bestaan
de achteroverhellende landhoofd. De schuifmoge-
lijkheid van de verende platen bleek nochtans
onvoldoende. Door de eb-en-vloedbeweging
bestond een sterke neiging de platen los te drukken.
LANDHOOFD
Afb. 9. Schelphoek. Aansluiting AX-caisson aan lancl-
hoofdcaisson in de Gemene Geul.
De opgestorte hoeken van gewapend beton
hadden zeer belangrijke nadelen. De tijd benodigd
voor het maken is lang. Het eenzijdig opgebrachte
gewicht van de beide aansluitingen is groot
(210 ton). Dit eenzijdige gewicht moest door
waterballast aan de andere zijde worden gecom
penseerd, waardoor de diepgang weer groter werd.
Uit de hiervoor omschreven ervaringen valt de
volgende lering te trekken:
1. Hulp-constructies dienen zo veel mogelijk
op de werf of in de werkplaats te worden vervaar
digd en niet ter plaatse op het werk.
2. Men make de flexibele afsluitconstructie zo
licht mogelijk en „vast", of, indien „glijdend",
dan met dwingende geleiding.
Bij het maken van de inlaagdijk op het reeds
eerder genoemde binnentracé van de Schelphoek
zijn de, in het eerste artikel van dit tijdschrift
beschreven, eenheidscaissons gebruikt, nadat een
deel van de inlaagdijk reeds uit klei en zand was
opgebouwd.
Na de versterking tegen de stroom door zink-
Afb. 10. Schelphoek. Aansluiting AX-caisson aan land-
hoofdcaisson in de Gemene Geul aan de Westzijde.
Afb. 11. Schelphoek. Aansluiting AX-caisson aan land-
hoofdcaisson in de Gemene Geul aan de oostzijde.
37