ook veel contact met de piloten van deze toestellen gehad. Hossfeld kon verschei dene malen hefschroefvliegtuigen diri geren naar plaatsen, waar men nog mensen op de daken had gesignaleerd en velen hehben ongetwijfeld hun leven te danken aan de noodzender. De commandant van de commandotroepen, die op Schouwen-Duiveland prachtig werk hebben verricht, maakte van de noodzender gebruik om contact te onderhouden met zijn meerderen in Roosendaal. De A.N.P.-redactie werd via de noodzender verschillende malen van nieuws voorzien en de reportage- dienst van de N.C.R.V. profiteerde even eens van „de spinnekop". Ook toen het scheepvaartcontact met Schouwen- Duiveland reeds lang was hersteld, bleef PAoZRK onmisbaar. De belangstelling voor de noodzender in de radiowereld was enorm. Alle amateurs luisterden naar Hossfeld en de eigenaar van de zender PAoCP-A, de heer E. K. de Haan, kwam helemaal uit Leeuwarden naar Zierikzee om Hossfeld zijn eigen zendinstallatie te brengen. „Voor het geval, dathetprimi- tieve noodzendertje zou uitvallen". Hossfeld heeft deze geste bijzonder op prijs gesteld, maar is er terecht trots op, dat hij geen gebruik heeft hoeven maken van de reservezender. onder water. Talloze bewoners ver dronken en verdrinkingsdood nabij. Zend helicoptères of drop bestuurbare rubberboten op plein in Zierikzee. In- en uitgaande sterke stromingen. In Zierikzee en op Schouwen-Duiveland is geen drinkwater, geen gas en bijna geen electriciteit. Geen telefoonver binding of telex. De geïsoleerde slacht offers hebben geen eten." De bangste vermoedens van het Nederlandse volk werden bevestigd; de toestand op het eiland was ver schrikkelijk! Maar in Zierikzee kreeg men weer hoop. Binnen een uur wist iedereen„We hebben radiocontact met de buitenwereld. Nu komt er spoedig hulp." De radioamateur uit Middelburg, die met zijn zender PAoWZ het eerst de noodzender Zierikzee antwoordde, was de heer C. A. Kunst en hij deed natuur lijk alles wat mogelijk was om de be richten, die hij opving, direct door te geven. Binnen enkele uren ontstond er een voortreffelijke samenwerking tus sen bijna alle Nederlandse radio amateurs. De tacbtigmeterband werd vrijgehouden, zodat niemand de nood zender storen zou. Berichten uit Zierik zee werden van de ene amateurzender doorgegeven naar de andere. In de ge bouwen van vele overheidsinstanties en hulporganisaties begonnen de tele foons te rinkelen: „De noodzender Zierikzee meldt„Uit Zierikzee wordt per radio verzocht om...." En reeds dezelfde middag verscheen het eerste vliegtuig boven het eiland, dat de gevraagde hulpmaterialen zou uit werpen. Het was de K.L.M. Dakota PDW. Hossfeld kon het vliegtuig radio- telefonisch geheel volgen op zijn vlucht. Hij stond voortdurend in contact met de telegrafist en terwijl de Dakota boven de stad cirkelde kon Hossfeld precies vertellen,-waar en wanneer de droppings moesten plaatsvinden. Meerman rende daartoe als een gek heen en weer. Hij stond buiten te kijken waar de drop pings terechtkwamen en holde dan weer naar de werkplaats om Hossfeld te zeg gen, dat de kostbare lading iets later of iets vroeger moest worden uitgewor pen. Tussen de bedrijven door maakte Hossfeld een gezellig technisch praatje met de telegrafist in de lucht, die maar niet kon begrijpen hoe dat inderhaast in elkaar geprutste zendertje zo uit stekend werken kon. Stroom van berichten Veel rust had Hossfeld de volgende urefi niet. Hij werd nu van alle kanten opgeroepen. Het vliegveld Valkenburg meldde zich, de R.V.D. in Den Haag wilde inlichtingen hebben, vissers op zee zochten contact en zetten met spoed koers naar Zierikzee, Radio Schevenin- gen riep de noodzender en van alle kan ten kwamen de amateurs binnen. Hossfeld beperkte zich tot het uit zenden van berichten, terwijl Meerman en Koopman de ontvangen medede lingen noteerden. Maar na enkele uren konden zij de stroom van berichten niet meer verwerken, vooral ook omdat Meerman tegelijkertijd de koeriers dienst met het stadhuis moest onder houden en als een dolleman met haastig volgekrabbelde papiertjes heen en weer rende. De burgemeester zond twee stenografen van het stadhuis om hen te assisteren en de P.T.T. begon met het aanleggen van een speciale telefoonverbinding tussen het stadhuis en de werkplaats, die nu volgepakt zat met mensen. Het nieuws, dat Hossfeld uit moest zenden, was weinig opwekkend, vooral toen er steeds meer gegevens binnen kwamen over de toestand in andere delen van het eiland. Enkele van deze berichten zijn bewaard gebleven, zoals bijvoorbeeld het volgende „Amphibievliegtuigen en helicoptè res kunnen alleen nog direct redding brengen aan de gemeenten Oosterland en Bruinisse, anders zal het aantal slachtoffers zeer groot worden. De bur gemeesters." En dit: „Van ingenieur Provinciale Water staat aan commissaris van de Koningin in Zeeland. Binnenloop Langedijk bij Brouwershaven slecht of doorgebroken. Zuidzijde Schouwen gat in dijk bewes ten Burghsluis. Binnendijk Bootsinlaag doorgebroken. Dijk bij Schelphoek doorgebroken. Schouwen geheel over stroomd, idem Duiveland door door braken aan noord- en zuiddijken. Zierikzee loopt met eb en vloed in. Alleen midden van de stad droog, bang voor water bij noordwestenwind. Duin gebied Haamstede en Renesse nog vrij Burgh grotendeels. Hulp van buiten noodzakelijk." Er kwamen ook honderden telegram men van de P.T.T.merendeels familie berichten. Als er even een pauze intrad in de toevloed van dringende officiële mededelingen, kon Hossfeld honderden familieleden van Schouwen-Duivelan- ders elders in Nederland geruststellen: „Mies en Antje maken het goed", „Opa, Tinus en Gerritje zijn heelhuids ondergebracht in Zierikzee." Zulke mededelingen deden een zucht van ver lichting gaan door vele Nederlandse huiskamers, waar men dagenlang in onzekerheid had geleefd. En niemand zal het Hossfeld kwalijk nemen, dat het eerste familiebericht, dat hij de aether inzond, bestemd was voor zijn vrouw in Eindhoven. Van slapen kwam ook de volgende nachten nog niet veel. Vier etmalen achtereen is de noodzender Zierikzee, die inmiddels de roepletters PAo ZRK had gekregen onafgebroken in de lucht geweest. En geen ogenblik heeft „de spinnekop" geweigerd! Een paar maal viel de electriciteit van het lichtnet uit, maar dan was er een aggregaat bij de hand om in de stroombehoefte van de zender te voorzien. Toen het reddingswerk met heli coptères begon heeft de noodzender Dit drietal heeft dagenlang het contact onderhouden met Zierikzee en de rest van Nederland. Van links naar rechtsMeerman, Koopman en Hossfeld.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1954 | | pagina 3