gelukte dezelfde morgen nog deze door braak te dichten. Als gevolg van een doorbraak van de linker IJsseldijk werd een polder in de Krimpenerwaard geïnundeerd; de doorbraak bij Papendrecht in de Alblas- serwaard deed de Nederwaard overstro men. Deze beide doorbraken konden gelukkig eveneens snel gedicht worden. Een doorbraak bij Sliedrecht kon nog juist verhinderd worden. De eilanden waren er het slechtst aan toe. IJsselmonde werd voor 30% geïnun deerd, Voorne-PuttenRozenburg voor 50%, de Hoeksche Waard voor 70% en Goeree-Overflakkee voor 85%. 4. Bij de inventarisatie van de beschadi gingen aan de dijken werd onderscheid gemaakt tussen stroomgaten, dijkbressen en afkalvingen. De stroomgaten waren aan uitschuring door stroming onderhevig; het was dus zaak dat zij zo spoedig mogelijk en met alle mogelijke middelen werden gedicht. De dijkbressen vereisten eveneens spoedige dichting, althans tot behoor lijke hoogte, daar hogere waterstanden dan normaal ook uitschuring konden veroorzaken. Het is wel gebleken, dat verscheidene dijkbressen, ontstaan als gevolg van de stormvloed van Zondagmorgen 1 Februari, door de tweede vloed van Zon dagmiddag stroomvoerend zijn geworden en gebleven. De belangrijkste stroomgaten waren gelegen in de Krimpenerwaard bij Ouder kerk a/d IJssel (40 m), in de Alblasser- waard bij Papendrecht (80 m), op Voorne bij Oudenhoorn (70 m), op Goeree twee ten Zuiden van Ouddorp (40 m en 50 m) en twee ten Zuid westen van Stellendam (40 m en 60 m), op Flakkee midden in het dorp Den Bommel (40 m) aan de Afb. 1. De de verbindi hebben door Afb. 2. De doorbraak in de dijk van de Krimpenerwaard bij Ouderkerk aid IJssel op Zondagmorgen 1 Februari, „Aero-photo Nederland doorbraak in de dijk van Alblasserdam naar Papendrechtwaardoor ng tussen beide plaatsen was verbroken. Enorme watermassa's het grote gat hun weg gezocht naar het land en alles, voorzover het oog reikteoverstroomd. noordelijke kust en nabij Herkingen (45 m) aan de zuidelijke kust. De opgegeven breedten zijn die, welke zijn opgenomen juist voor de sluiting ter hoogte van N.A.P. De grootst voorgekomen diepte bij sluiting was 14 m N.A.P. (Herkingen). Ook in de binnendijken, voornamelijk op Voor- ne-Putten, de Hoeksche Waard en Goeree-Over flakkee, kwamen vele stroomgaten voor, soms meer dan 100 m afzonderlijk breed en tot diepten van meer dan 6 m beneden N.A.P. Op drie plaatsen kwamen de dijkbressen in zo grote getale voor, dat de dijk over grote lengte als het ware geperforeerd was, n.l. aan de zuidelijke kust van de Hoeksche Waard over een afstand van rond 10 km, aan de zuidelijke kust van de „hals'1 van Goeree-Overflakkee over een afstand van rond 7 km en aan de zuidelijke kust van Flakkee over een afstand van 18 km. Op Flakkee was dit met enkele binnendijken ter 115

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 9