werden gedrukt. In de nacht van 23 op 24 Augustus werd getracht het'overgebleven gat met een caisson van 5 elementen te dichten, welke echter ook van de drempel werden geslagen. Op 24 Augustus kon ten slotte met een caisson van 4 elementen het gat zodanig worden geblokkeerd dat het met behulp van steen, torpedonetten en klei kon worden gedicht (afb. 10). Voor blokkering van het oostelijke gat moest echter een geheel nieuw plan de campagne worden ontworpen. Het bestond hierin, dat tussen de nieuwe en oude dijk aan weerszijden van het gat verbindingsdijken werden gemaakt. Vóór de defi nitieve blokkering moest voor de te vormen drempel nog ca 100.000 m2 zinkwerk worden verricht. En zo begon dan de laatste ronde in de strijd tegen het water in het bekend en berucht geworden stroomgat bij Ouwerkerk. Op de zaten voor het maken der zinkstukken en om het gat werd een verlichting aangebracht, waarvoor 3 torens van 30 m hoog werden gebouwd. Aldus kon ook van alle gunstige tijen, ondanks het korten van de dagen, worden geprofiteerd. 4 Phoenix-caissons van het grootste type waren nodig om dit gat te blokkeren (afb. 11 en 12). Op Vrijdagavond, 6 November, om 23,56 uur loeiden de sirenes van de sleepboten; de laatste caisson was gezonken (afb. 13). De dijken van Zeeland en van geheel Nederland waren weer gesloten na een maandenlange hero ïsche strijd; een historisch moment in de geschie denis van de Nederlandse waterbouwkunde. Met ontroering zullen velen in de huiskamers dit grootse moment via de suggestieve radio reportage hebben mede-beleefd. Doch het werk is nog niet voltooid! Overal wordt met voortvarendheid aan het definitieve herstel gearbeid. Voorts worden uitgebreide maatregelen getroffen voor bewaking van de herstelde dijken; dijkwach- ten en dijklegers worden georganiseerd. Een perfect waarschuwingssysteem wordt opgebouwd; depóts voor noodmaterialen worden ingericht. Daarnaast beraamt de Delta-commissie maat regelen voor een verhoogde veiligheid tegen extreme stormvloeden in het Zuid Westen des lands. Naast dijksverhogingen wordt ook afsluiting dei- zeegaten overwogen. Nederland is paraat en zal zeker op zijn „saeck" passen. Moge met dit summiere overzicht van een grote strijd worden volstaan. Men is er in geslaagd om alle geïnundeerde gebieden vóór de winter van het buitenwater af te sluiten. Luctor et emergo. Een unieke prestatie. Nochtans blijft waakzaamheid geboden! P. W. K. NASCHRIFT VAJf RE REDACTIE Het voorafgaande overzicht, ingeleid door de Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat, omvat een aantal beschouwingen van de hand van Rijks- en Provinciale Waterstaats autoriteiten. De inhoud ervan spreekt voor zichzelf. Niettemin meent de Redactie te mogen onder strepen het gigantische karakter van hetgeen in de getroffen gebieden reeds tot stand is gebracht door de wilskracht en de team-spirit, waarmede „de herstelwerkers" van hoog tot laag bezield waren. De deskundigheid en ervaring van de directies en de aannemers gepaard aan de handkracht van een geslagen, maar niet verslagen bevolking, voerde tot een uniek hoog niveau van prestatie. De Redactie is Ir. Maris en zijn mede-auteurs dankbaar voor hun indrukwekkende bijdragen aan haar blad; zij acht het een eer de publicatie te hebben mogen verzorgen. C. J. l*rof. Dr Ir F. J. Jfcllensteyn I§88-1953 Het jaar 1953 heeft vele bekende figuren uit de wegenbouwwereld van ons weggenomen. Bij som migen was dat ontstellend plotseling, anderen had men reeds sedert geruime tijd in levenskracht zien afnemen. Na de plotselinge dood van de onvermoeibare en vaak miskende Dr Ir M. J. W. Roegholt kwam het minder plotselinge verscheiden van onze grote collega Henk Zanen. En nu hebben we hier in het tijdschrift van de Nederlandse aan nemers een man te herdenken, die op een zeer speciaal terrein van de wegbouwkunde zijn sporen en, laat ik er dit direct bij zeggen, zijn roem heeft verdiend. Prof. Dr Ir Nellensteyn heeft een zeer bijzondere rol vervuld in ons wegbouwkundig leven. Hij was de man van de wetenschap die ons land alom in den vreemde heeft vertegenwoordigd en die overal de aandacht trok door zijn originele stellingen en theorieën. Zijn werk is in den beginne met enige terughoudendheid begroet, maar met ere beëin digd. In de colloïdchemie heeft hij nieuwe in zichten verbreid omtrent de samenstelling van bitumineuze materialen. Zijn theoriën over de 130

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 18