boven met zandzakken; de andere geheel met
zandzakken.
Zoals reeds hiervoor werd gezegd, werden de
stroomgaten aan weerszijden van de IJssel op
1 Februari 1953 gedicht met zandzakken achter
gezonken schepen (zulks was ook het geval met
een klein stroomgat op Rozenburg) en het stroom-
gat te Papendrecht met stortsteen, klei en zand.
Het begin van een stroomgat bij Sliedrecht werd
met een zolderschuit geblokkeerd.
III. Het definitieve herstel.
8. De drooglegging van de polders vond even
zeer goede voortgang, al moesten daartoe wel
vele bijzondere maatregelen getroffen worden.
In zeer vele gevallen waren namelijk de gemalen
van overstroomde polders onklaar gemaakt; door
een groot aantal machinefabrieken is buitengewoon
goed en snel werk verricht, om deze bemaling
weer spoedig in goede staat te brengen.
Een groot aantal hulpgemalen werd voorts
opgesteld; de meeste in de Alblasserwaard, de
Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee en Voorne-
PuttenRozenburg.
Doordat vele polders op de eilanden nog in het
bezit waren van een uitwateringssluis (die normaal
niet wordt gebruikt), was het mogelijk de „kop"
van het overstromingswater reeds te doen afvloei
en, toen de gemalen nog niet intact waren.
Op diverse plaatsen werden overstroomde pol
ders tijdelijk met elkaar verbonden, ten einde de
lozing van het geheel van polders zo snel mogelijk
te doen geschieden.
Op 13 April waren alle polders droog, op een
kleine polder na, waarvan het zestal kleine stroom
gaten, die niet meer aan uitschuring onderhevig
Foto G. Mul, Krimpen a.dIJsel
Afb, 5. De doorbraak in de dijk van de Krimpenerwaard bij Ouderkerk ajd IJssel op
Maandagmorgen 2 Februari na de gelukte dichting.
10. Bij de voorbereiding
van het definitieve herstel
werden directie en aanne
mers al direct voor een groot
aantal problemen gesteld,
en wel wat betreft mensen,
materiaal en materieel.
Mede door de werkzaam
heden in de andere ramp
gebieden waren de rijswer-
kers, afmakers en steen
zetters zeer schaars. Klei
Foto Particam Pictures, Amsterdam
Afb. 4. Idem als afb. 3.
waren, in het kader van het dijksherstel eerst later
werden gesloten.
9. Tezelfdertijd was rondom elk eiland, ter
plaatse van de dijkbressen en de voormalige
stroomgaten, een zomerwaterkering gereed geko
men tot zodanige hoogte, dat de gebieden beveiligd
waren tegen normaal voorkomende zomervloeden.
Deze zomerwaterkeringen bestonden uit kaden,
opgeworpen met draglines ter plaatse van de
dijkbressen, kerend tot een hoogte van 1-50 m
normaal hoogwater, met een kruinsbreedte van
enkele meters en aan de buitenzijde met een riet-
beslag of rijsbeslag verdedigd.
Deze maatregel werkte de
terugkeer van de mensen
op de eilanden sterk in de
hand.
Hoewel een enkele maal
een enigszins critieke situatie
is opgetreden, was het bij
zonder goede weer deze
zomer mede oorzaak, dat
deze beveiliging geen enkele
maal serieus gevaar liep.
119