3
Nederland, eigenlijk gezegd de hele wereld,
heeft zich enorme offers getroost om eniger
mate de slachtoffers van de grote overstro
ming, de helpende hand te bieden.
Speciaal het Nederlandse volk zal indirect
nog jaren en jaren de lasten van deze ramp
moeten dragen.
Soms zal zowel U ais ons de vraag be
sluipen:
WAT KOMT ER VAN DAT GELD TERECHT?
Wie kunnen dat beter vertellen dan de ge
troffenen zeif. En daarom stuurde „De Spie
gel" enkele reporters naar het Rampgebied
Deze merrie van landbouwer H. van Tryen uit Halsteren, overleefde de ramp met haar
ongeboren veulen, door bovenop de krib te springen. Drie dagen heeft de merrie zo
met het hoofd boven water gestaan, tot het water zakte
en zij vroegen:
„BENT U TEVREDEN OVER DE FINANCIËLE
HULP?"
De Harthoorns uit Oostdijk, gemeente
Kruiningen, bekoren tot de eersten die
hun huisje (links) weer op orde bren
gen. Maar de waterleiding is nog steeds
niet hersteld; het drinkwater moet dan
ook nog in emmers worden gehaald.
af tegen de donkere kleding die zij
draagt. Heel bereidwillig staat ze
ons té woord. „De schaderegeling?"
Ze glimlacht zwak. „Nee, daar
hebben we geen klagen over
We gaan nu op enkele bijzonderhe
den in, maar de ogen van de vrouw
dwalen onderwijl af naar de polder.
Ze staren naar een gebeurtenis
in het nabije verleden; een gebeur
tenis die deze ogen nu weer met
tranen vult. „Je moet weer voort",
zegt ze dan, „maar wat heeft 't voor
zin!"
Nu beseffen we in alle hevigheid,
voor welk een afgrond van leed we
hier staan; hoe dwaas we hier
staan met ons notitie-bloc en onze
cameraWat zouden we hier
te praten hebben over materiële
schade. Deze moeder verloor twee
van haar kinderen; dit leven werd
stuk geslagen. Hier kunnen de mil-
lioenen van het Rampenfonds niets
meer goed maken; hier kunnen
mensen niets meer doen; daar moet
God zelf spreken; hier zijn wij, met
ons doel, teveel!
Landbouwer van Trijen is niet onte
vreden
We gaan nu dieper het land in bij
Halsteren, naar landbouwer H. van
Trijen, op wiens hoeve druk wordt
gezaagd en getimmerd. Van Trijen
heeft zich in de rampnacht met
vrouw en kinderen kunnen redden
door naar het dak van zijn woon
huis te vluchten. Zijn hoeve ligt op
het hoogste punt in de Auvergne-
polder, waardoor hij nog het betrek
kelijke geluk had, dat zijn bezittin
Landbouwer H. van Trijen uit Halsteren: „De schade aan vee en huisraad is nog niet
bij mij opgenomen, wel de schade aan de gebouwenvoor de schuur kreeg ik een
uitkering van 75 procent."
gen reeds na drie dagen droog vie
len.
Toch was de schade enorm. Zijn
woonhuis werd van binnen prac-
tisch geheel verwoest, met al het
meubilair; evenzo de kapitale
schuur en de garage. Zijn nieuwe
auto werd onherstelbaar vernield,
terwijl van zijn beesten twee paar
den en dertien vaarzen in de vloed
omkwamen.
De heer Van Trijen is nu een der
eersten die weer aan de slag is in
de Auvergne-polder. Heel dank
baar is hij voor de genoten hulp. Hij
somt deze in het kort voor ons op;
„Rode-Kruispaketten prima!
kleding uit de inzameling we
waren alles kwijt! en een stam-
boekpink van een Drentse boer."
Alles gratis. De schade aan het vee
en het huisraad is nog niet bij hem
getaxeerd. Wel de schade aan de
gebouwen; voor de schuur heeft hij
al een herbouw-uitkering gehad
van 75 een percentage dat Van
Trijen heel billijk vindt. Hij weet
dat hij voor de herbouw van zijn
hoeve, waarvan de waarde is ge
taxeerd op 28.000 gulden, veel zelf
bij zal moeten passen. Maar dat
kan nu eenmaal niet anders. Ook
heeft hij al beperkte voorschotten
ontvangen voor de verloren gegane
beesten en landbouwgewassen.
En nog is de schade bij hem niet
te overzien. Van zijn 50 ha land is
nu 45 ha gerst nog goed opgeko
men. Dat is prachtig, vergeleken bij
vele anderen. Maar hoeveel schade
in de opbrengst, waar anders een
rijke oogst aan kleiaardappelen en
uien binnen te halen viel!
Geen spijker vergeten
De heer J. Harthoorn uit Oostdijk,
gemeente Kruiningen, weet wat
land- en huisschade betekent. Hij