IN DE
SCHADUW
VAM EEN
CORSICAAN8
VIJGEBOOM
schreef onze reporter zij
impressies over Corsica9
tweede reportage in om
vacantieserie
n de reusachtige tot aan de rotsachtige
Irand met diepblauw zoutig water gevulde
kom, die Middellandse Zee heet, dommelt
een eiland met een groot verleden en
een grote toekomst.
Corsica!
Nog niet eens zo lang geleden werd dit
„ile de beauté" uit zijn roezige slaap ge
wekt door een jongeman met vurige fana
tieke ogen, die vanwege zijn revolutionaire ideeën
de ouderlijke woning in Ajacchio moest ontvluch
ten en onderdook in het lieflijke kustdorpje Calvi.
Dat was Napoleon Bonaparte op 19-jarige leeftijd
even voor hij met een primitief zeiljacht overstak
naar het Continent.
Ja, dat was de tijd dat elke rechtgeaarde Corsi-
caan zich een kleine Napoleon waande en toen de
grote zoon van Corsica* was gestorven bleef de
mythe, de heldenverering waarvan het nationale
lied „A genoux pour Napoleon" nog steeds op
overtuigende wijze getuigt.
En toen begon de dommel voor Corsica opnieuw.
De golven van blauwe zee, die soms door een
plotseling opstekende Mistral worden opgezweept
tot huizenhoge waterreuzen, wiegden het ruige
eiland weer in slaap en de dommel duurt
voort. „Op de knieën voor Napoleonavond
aan avond klinkt het lied uit de vissersboten die
bij het vallen van de schemering zonder haast de
baaien komen binnen zeilen.
Maar lang, heel lang voor die intelligente zoon
van Bonaparte de meest boeiende omwenteling in
de wereldgeschiedenis te weeg bracht was er een
andere Corsicaan, die eveneens onsterfelijke naam
heeft verworven door zijn stoutmoedige reis naar
de Nieuwe Wereld, naar Amerika, waar hij als
eerste blanke, voet aan wal zette. Christophe Co-
lomb, die in 1441 op Corsica werd geboren en
wiens ouderlijke woning te Calvi op een hoge heu
vel stond van waaruit de jonge Columbus uitkeek
over de wijde Middellandse Zee.
Zijn geboortehuis is een vervallen ruïne en er zijn
weinig Corsicanen die nog opkijken naar de ge
denkplaat van marmer waarin de naam van de
grote ontdekkingsreiziger is gebeiteld. Vergane
glorie van een eiland dat in de Romeinse tijd tot
voorraadschuur diende van Rome.
Ha, ha, al die bezetters van Corsica hebben het
onderspit moeten delven. Zelfs Nelson, de grote
Engelse admiraal, verloor onder de rook van Cor
sica zijn oog in een zeeslag tegen de Italiaanse
vloot. En al is het dialect van de Corsicaan ook
doorspekt met Italiaanse uitdrukkingen en woor
den, waag het nimmer hem voor een Italiaan te
houden want zijn ogen gaan vlammen, zijn ge
baar wordt woest„Nous sommes Francais
wij zijn Fransen en zullen het blijven."
Wellicht groeit er onder de paar honderd duizend
inwoners van het huidige Corsica, dat in de Ro
meinse tijd anderhalf millioen mensen herbergde,
weer een „D'raufganger" op, misschien zal het
kleine verlegen jongetje dat water haalt bij de
gemeenschappelijke pomp van een bergdorpje zijn
Paulette gaat naar de wasplaats. Waarom iets in je handen dragen wanneer je het makkelijk op het hoofd kunt dragen?
Gezicht op de Citadel van Calvi. Op de voorgrond de ontelbare bloeiende wilde rozenstruiken.