A.S.S.Q
w
'j
Sturmey archeR
HDZ
I
BON Ik verzoek zonder enige verplichting inlichtingen
I
cW°
Men fietst
op vleugels met
Dit is al goud
overall natgespat van het water.
Datzelfde heeft hij óók gezegd in
die rampzalige ure, toen hij hier op
dezelfde plek met zijn jonge vrouw
tegen het aanstormende water wor
stelde om het meer veilige dorp te
bereiken, waar de oude pastorie
lag. En ze heeft gehuild: ik kan
niet meer! En toch zijn ze er geko
men en vanuit de oude pastorie, die
kraakte in zijn binten en waarin
het water gestadig klom, zag hij de
leden van zijn gemeente één voor
één ondergaan in doodsangst. In
sobere woorden heeft hij 't mij ver
teld toen wij bij een uiterst lage
eb door en om Ouwerkerk ploeter
den.
Hier zag ik een familie op het dak,
ruim honderd meter van me af
en ik kon niets voor hen doen al
gilden ze om hulp. Ik kon alleen
maar mijn gevouwen handen tonen
als om te zeggen: Gód alleen kan
jullie bidden horen. En hier in deze
paal zat een man en zag zijn vrouw
en kinderen voor zijn ogen verdrin
ken en dan is het moeilijk na de
redding troost te brengen, moei
lijk en toch heerlijk."
En we ploeteren voort, elkaar
vasthoudend als de zuiging van het
water té sterk wordt, soms een om
weg zoekend als een brede, schui
mende stroom ons de weg verspert.
„En daar langs die weg stonden
drie hoeven en zes huizen. Elf men
sen hebben het overleefd, waarvan
twee kinderen als wees achterble
ven.
En hier, vader, moeder en vier
kinderen, verdronken. En hier, een
gezin van zes, en daar verdron
ken, verdronken verdronken
En ik stond daar in die oude be
vende pastorie en ik verloor in die
bange uren van de 570 inwoners er
89. Negen en tachtig, op deze klei
ne plek."
En we waden voort over bergen
zand en we vragen ons verbijsterd
af, hoe ooit op dat land weer hal
men zullen ruisen en we waden
voort tot vlak bij het grote gat van
Ouwerkerk, waar de eb het water
met brede schuimsporen naar bui
ten trekt.
We rusten wat uit in een kleine
herberg op het nu droge dorpsplein,
waar linden groeien en een klagen
de poes miauwt.
We vinden daar een kleine gemeen
schap, twee arbeiders en wat le
den van de rijkspolitie en de her
bergier schenkt koffie en zijn zus
ters bestellen aan de dominees
vrouw een schort en wat washand
jes. „Niet zulke flodderdingetjes",
zeggen ze.
En dan trekken we verder door die
kleine, stille droge kom om het
houten noodkerkje, waarin de ge
borgen landbouwwerktuigen staan.
„Je moet hiér blijven, dominee, hier
in Ouwerkerk", hebben ze gezegd in
die kleine herberg. En hij heeft het
beloofd, de jonge dominee in zijn
blauwe overall en zijn bemodderde
laarzen.
„Negentig procent is verloren, tien
procent is over", zegt hij, „maar
we beginnen wéér". En er ligt een
grimmige vastberadenheid in zijn
stem.
De dodenploeg vaart voorbij
Dan gaan we weer varen. De bui
tenboordmotor pruttelt en om beur
ten zitten de beide pontonniers
Bousema en Van der Tuin aan het
roer.
Soms moeten we de boot over een
ondiepte, een weg of een dam du
wen en éénmaal breekt het zweet
ons uit, als we door een wilde
stroom bijkans worden meege
sleurd. En minutenlang staan we,
ons vastklemmend aan de boot
rand, in het water. Oók de rijks
politieman Van der Linde, óók de
domineesvrouw en na harde arbeid
lukt het ons centimeter na centi
meter op dit gorgelende water te
winnen.
We varen nu recht op Nieuwerkerk
aan, een ander punt van inspectie,
want bijna dagelijks vaart hier de
dominee heen en weer.
Als chef van de bergingsdienst kent
hij elke telefoonpaal en elk huis
en de bergingsploeg zoekt bij laag
water alle slikken af, want alleen
van de 89 doden in Ouwerkerk bij
voorbeeld zijn er nog 60 niet ge
borgen.
En zo tornen ze dag aan dag, bij
lentezon of felle regen tegen de
stroom op of laten ze zich drijven
door dat naargeestige verdronken
land, waar dagelijks als moegestre
den, de huizen in het water glijden,
weggevreten door de stage gang
van ebbe en vloed.
En ze zitten er turend naar sta
ketsels in het water, speurend naar
iets, wat mogelijk eens een mens
was.
Rechts van ons ligt de Rampaartse
dijk; men noemt hem nu de rampen-
dijk, want daar op die bitterkoude
dag, in de stromende hagel en jach
tige sneeuw zijn ze aangedreven, de
ongelukkigen uit de polder, vooral
uit Nieuwerkerk, de levenden, ver
kleumd en ook de doden, neerge
smeten tussen de resten van hui
zen en stallen. De rampendijk!
Ja waarlijk en óp deze dijk zijn de
helicopters gedaald, telkens maar
weer.
We varen Nieuwerkerk binnen,
langzaam koersend tussen de ruï
nes. Soms staat er een wit kruis
op de huizenresten. Een teken, dat
men dit huis op doden heeft onder
zocht en we huiveren even als we
horen, dat van dit kleine dorp 286
mensen, groten en kleinen, mannen,
die eens nijver hun Eikkers beploeg
den en kinderen, die hier eens vro
lijk speelden, 286 mensen, het le
ven lieten in de wilde stormvloed.
En tussen de ruïnes ploeteren men
sen om wat te ruimen, nu het eb
is, maar het werk is bijna hopeloos,
want straks zal de vloed weer ko
men en daarna en daEirnasteeds
maar weertot eens de dijken
dicht zijn.
Ik wandel of liever ik worstel even
door de modder met een vrouw, die
zeventien familieleden verloor, hier
op deze plek. Ze zoekt wat tussen
de ruïnes en heeft drie zilveren
lepeltjes gevonden, die ze met een
trieste glimlach mee naar huis
neemt.
We rusten wat uit in de „Meebaal",
waar politie en arbeiders even be
komen van water en modder en
slenteren nog wat door de verlaten
straten, waar geen enkel huis meer
heel is.
En dan gaan we, koersend recht op
de toren van Zierikzee aan.
We stoppen even bij een boot van
de bergingsploeg. In de aanhang-
boot ligt een mens, gevonden in
het prikkeldraad. We durven er
nauwelijks naar te kijken en weten,
dat zostraks opnieuw een graf ge
dolven zal worden, misschen wel
met het opschrift: „onbekende
man".
De zon gaat schuil achter donkere
wolken. Schuimkoppen komen op
de golven en we kijken naar de ge
havende dijk, die als een kleine
streep in de verte ligt.
Eens zal de dijk weer dicht zijn
En nu rijden we weer door 't len
teland. Iemand giet er zijn violen,
violen van diep fluweel. Onder een
bloeiende appelboom spelen kinde
ren en heel in de verte klept een
kleine klok.
En we denken aan die ingenieur in
die kamer met die kaart, we den
ken aan die arbeiders tot de knieën
in het water, we denken ook aan
die dode in die kleine boot.
Maar we denken vooral aan al die
ploegen en die eggen, die tractors
en die zaaimachines op dat stille
dorpsplein van Ouwerkerk, die
staan te wachten tot de dijken dicht
zijn.
En we bidden:
Zegen dat werk van die knappe in
genieurs in die kamer met die kaar
ten, maar zegen ook dat werk van
die eenvoudige kerel die tot zijn
knieën in het water staat.
T. VAN VLIET.
„Instituut voor HERHAUNGS-, VER
VOLG- EN ELEMENTAIR TECHNISCH
SCHRIFTELIJK ONDERWIJS".
Oude Stationsstraat 12 Arnhem
Dir. J. van der Bij, Hoofdonderwijzer
A-CEBSESSEN: voor heren: ontwikkeling voor politie,
maréchaussée, hulpkommies, jachtopziener, politiediploma,
leerlingverpleger, besteller, hulpkeurmeester (slagers), reizi
ger, etaleur, kantoorbediende, administrateur, middenstands
diploma, makelaar-taxateur, inspecteur van een verzekeringsmij.,
directeur van een woning-en assurantiebureau, assurantiemakelaar.
voor dames: ontwikkeling voor leerling-verpleegster, cassière, reizig
ster, etaleuse, kantoorbediende, privé-secretaresse, middenstandsdi
ploma, kinderverzorgster, kinderjuffrouw, fröbelen, assistente bij
dokter of tandarts.
B-CEBSESSENvoor dames en heren: boekhouden voor de practijk,
handelskennis, handelsrecht, handelsrekenen, statistiek, boekhouddiploma
van de Ned. Associatie, landbouwboekhouden, landbouwkundig bedrijfs
leider, techniek der landbouwwerktuigen, machineschrijven, Ned. Taal
(nieuwe spelling), Ned. handelscorr., Frans, Duits, Engels, Fr.-, D. en
È.-handelscorr., stenografie, rekenen, meetkunde, algebra, wiskunde, alge
mene ontwikkeling, handschriftverbetering-schoonschrijven, hoteladmini
stratie, loonadm., huizen- en landerijenadm., beschavingsleer, goede om
gangsvormen.
tekeningen lezen
televisie-techniek
theorie voor rijbewijsexnmen
Ned. taal (nieuwe spelling)
Engelse conversatie
spreken in het openbaar (functie
van voorzitter en secretaris)
Motorrijwieltechniek (ook voor
berijders van fietsen met
hulpmotoren)
C-CURSUSSENonder leiding: van bekwame, technische leraren: autotech
niek, automonteur Bovag, garagehouder-diploma Vakbekwaamheid, rijwiel
hersteller diploma Vakbekwaamheid, autoverkoper (autoverzekering), auto-
dieseltechniek, vliegtuigtechniek, electrotechniek, zwakstroomtechniek,
adsp, monteur diploma V.E.V., sterkstroommonteur dipl: V.E.V.. zwak
stroommonteur dipl. V.E'>V., filmoperateur, radiotechniek, lastechniek,
stoommachinist, motormach., koel mach., landmach., mach. binnenvaart,
smid-, machine- en constructiebankwerker, fabrieksmonteur, centrale ver
warmingstechniek, erkend gasfitter, erkend waterfitter, gezel timmeren,
gezel metselen, betonbouw, wegenbouw, bedrijfsleider-werkmeester, bouw
kundig opzichter B.N.A., plaatwerken, bouwkundig tekenen, meubeltekenen,
machinetekenen, scheepsbouwkundig tekenen, electrotechnisch tekenen, illu
stratief tekenen, reclametekenen, modetekenen.
SP.
omtrent cursus voor
Naam
Straat en huisnummer
Jj WoonplaatsLeeftijd
Verzenden in brief met 10 cent porto. Desverlangd kunt U ook e^n brief of een
briefkaart schrijven.
al3
ee*
op
ioeV
M'
cYiet
gefret *erVd;egef^U
zaci^" vab'i'
Yi»aS
vei
*gt°'
of
u óór
ven zij* naa\eVer
■baaï-
V
wat er aan blinkt!" Ze denkt
het en ze heeft gelijk. Want het
gaat om haar nieuwe HDZ-ring, de
zinvolle bezegeling van een groot
besluit. Een ring uit één stuk, van
goud zo zuiver als slechts de moderne
techniek het kan maken en volgens
de beproefde HDZ-methode gehard
tot de hoogste graad. En hij draagt
precies zulk een ring van
symbool en sieraad voor het leven
Tweevoudig gewaarborgd
met het eikenblad van de Rijkskeur
en het meesterteken van de goudsmid.
dt.^>pbuydL