De uitvoerder, die toe zicht houdt op het stort" bij Burgsluis, waar de Sliedrecht V zand opspuit, plant zijn vlag in de berm van de dijk als seindat het persen onderbroker moet worden. weer huizen ingestort, ergens in de polder, bij Serooskerke misschien. Zonder onderbreking joeg het wrak hout door de bruisende kolk en weer kwamen de cadavers mee, koeien met gezwollen ljjven, varkens en paarden. De wind stak in de namiddag op en smeet het water tegen de kleffe, onbe schermde binnenkant van de haven- dijk. Grote stukken kalfden af en plompten neer tussen riet en wrak hout en bedden. Zover het oog reikte, waren de vruchtbare landouwen van Schouwen- Duiveland herschapen in een golvende binnenzee met witte schuimkoppen, die kletsend de eenzame boerderijen bespatten. Het leek onbegonnen werk om dat al berucht geworden gat te dichten. Het was al uitgeschuurd tot een diepte van twintig meter en zó krachtig woel de het water door de havensleuf, dat die al bevaarbaar was geworden voor zeeschepen. Als dat zo doorging, zou den de dijken tenslotte ondermijnd worden en instorten als ondergraven muren. Er was een zinkstuk, bezwaard met bazaltstenen, in de strijd gewor pen. Tevergeefs, de stukken dreven overal rond. Een sleepboot werd mee naar binnen gesleurd en raakte ergens in de polder aan de grond; vletten Deze Werkendamse rijswerker is bezig aan het maken van een „wiep", dal zijn rijs- bundels van twintig, dertig meter lang, die tezamen gebonden het zinkstuk vormen. Op de achtergrond de bag germolen Kil, die een geul graaft in de Val van Zierikzee. werden heen en weer geslingerd in hun wanhopige pogingen om aan de zuiging te ontkomen. Toen werden er bakken tot zinken gebracht. Mannen van de staatsmijnen en van een bedrijf van springstoffen in Rotterdam plaatsten pakjes gelatine-dynamiet. tegen de huidplaten van oude, afgeleefde schuiten. Er klonken doffe knallen, rookwolken stegen op en de eerste karkassen van de vele, die in een ring om de dijkbreuk moesten komen, zetten zich vast. De eersteMaar vóór de vierde bak in een wolk van smook was lek ge slagen, ondergroef de felle stroom de barricade, duwde één van de schuiten naar de rand van het twintig meter diepe gat en kwak te het vaartuig naar beneden. Bijna rechtstandig stond het daar, hulpeloos en alleen een stukje van de boeg nog boven water. Maar het werk ging voort. Fn lange rijen, gebogen onder de zware, bazaltblokken, droegen de Zeeu wen ballast in de schepen; de enorme grijper van de kraan smeet keileem tussen de kieren, en op de smalle dijk, die overspat werd door het water, werden buizen voor een pijpleiding aan elkaar geschroefd. Een kleine zuiger, de volle bak met zand langszij, lag al onder stoom, gereed om, zodra De stortgoot van de baggermolen voor grond) is opgedraaid en een lege bak vervangt de volle, die zojuist door een sleepbootje is weg gehaald. De bodem van deze bak bestaat uit kleppen, die weggetrok ken worden op diepe plaatsen, waar de specie dan in het water rolt. Luchtkasten zorgen er voor dat de bak toch blijft drijven.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 2