JONG HOLLAND - PAK AAN Davitamon ffol Een jaar wereldnieuws in één band! 56 Z O 'N ONBEDUIDEND MAN N ETJ E HOEKJE VAN Een 10 voor gezondheid Veel hoger in vitamine-waarde 30 In deze band kunt U al Uw Ios9e exemplaren ran een gehele jaar gang ran ,.De Spiegel" laten inbinden. Heeft U Uw band roor de jaargang 1951-1952 al? Zo niet, bestel dan nog heden door f 2.20 te storten op giro rekening 11352 ran „De Spiegel" Wageningen, met rermelding band '51-'52. Ook banden van vorige jaargan gen kunnen nog besteld worden. In een groot aantal pakkende schetsen behandelt Prof. Waterink in dit boek tal van opvoedingsproblemen. Prof. W. is een uiterst bekwaam paedagoog enhij kan meesterlijk vertellen. VIERDE DRUK PRIJS GER. f 5.90 In elke boekhandel verkrijgbaar. NV. GEBR. ZOMER KEiUNEMGS UITGEVERSMAATSCHAPPIJ WAGENINGEN KORTE INHOUD: De Kerstvacantie is voor Does Hornebrink begonnen. Mevrouw Hornebrink heeft haar kinderen een verrassing beloofd. Als het blijkt, dat die verrassing bestaat uit een brief van Opa Hornebrink, is Does erg teleurgesteld. Ze vindt het helemaal niet prettig, dat haar opa komt, omdat ze die dan zal moeten voorstellen aan Dini en Steven, de dokterskinderen, die zelf een erg deftige grootvader hebben. „Moeten we dan direct al weg?" vroeg ze. „Nog voor de Kerstdagen?" „Opa en tante Detje komen eerst hier heen met de Kerstdagen", zei Harry, „en dan gaan we Oud en Nieuw vieren op de boerderij." „Hè bah nee." „Wat vind je zo naar, Loes?" Moeder stond hoogopgericht in de deur opening en keek haar dochtertje streng aan. „Hat eh dat ik bleef veel liever met Oud en Nieuw hier", stotter de Does. „Bij u en vader." „De bedoeling is, dat we alle vier mee zouden gaan, meisje", legde moeder uit. Does mompelde iets van Dini en Steven, die dan alleen zouden zijn in de vacantie, maar durfde niets meer te zeggen. Toen moeder verdwenen was, luchtte ze haar hart tegen haar broer. Stampvoetend van nijd zei ze: „Dat we naar het dorp zouden gaan is niet zo erg. Maar dat dat oudbakken paartje hierheen komt, is af schuwelijk." „Nou, nou, je overdrijft wel erg", vond Harry. „We behoeven toch niet elke dag met ze uit te gaan." „Maar Dini en Steven zullen ze nu zeker ook zien." Harry haalde de schouders op. Hij vond het ook niet zo leuk, dat ze kwamen, 't Waren nu eenmaal geen mensen van de tegenwoordige tijd. Does overdreef ook wel erg. 't Zou hem ëen zorg zijn, dat Dini en Steven die opa van hen zagen. Och ja, 't was maar een onbeduidend mannetje, maar iedereen kon nu eenmaal geen grootvader hebben die op een kasteel woonde. Dat zouden Dini en Ste ven ook wel begrijpen. Beste Neven en Nichten, Daat ik eens beginnen met de oplossingen van de raadsels, die je de vorige keer in het hoekje hebt aangetroffen. Eerst het kruiswoordraadsel, dat als volgt ingevuld dient te worden: Van links naar rechts: 1. klos 4. eer; 7. lat; 8. vel; 9. zo; 10. os; 11. gom; 12. toe; 13. pad; 14. toen; 15. kwal; 17. aren. 18. ik; 19. Oder; 21. st; 22. vrek; 23. re; 24. keel; 25. som; 26. manen; 28. dik; 29. snel; 30. bok; 32. nu; 33. kam; 34. af; 35. ra; 36. pil; 37. dar; 38. een; 39. Bali; 40. tube; 42. mol; 43. si; 44. ruit; 45. ma. Van boven naar beneden: 1. kloek; 2. las; 3. O.T.; 4. Eem; 5. el; 6. hoen; 8. vod; 9. zoen; 11. gal; 12. toer; 13. pak; 14. trek; 16. wit; 17. adel; 19. oren; 26. rem; 21. soms; 22. veel; 23. rok; 24. kneu; 25. sik; 27. Anna; 28. dom; 30. bal; 31. Afrika; 33. kin; 34. aal; 35. rots; 36. peer; 37. dal; 38. eb; 39. bot; 41. ui; 42. mi. Lette rraadsel: hond, duim, roet, deeg, moed, den, heft, dons, genoeg, foto, groen. Het spreekwoord luidt: De mor genstond heeft goud in de mond. Mij dunkt, er zullen wel heel wat „Spie- gel"-neven en -nichten zün, die een aardig hondje hebben. Als je uit school komt, zie je Fikkie of hoe hü ook heten mag al uit de verte naar je toe hollen en „En jongens, wat zeggen jullie wel van die verrassing?" Handen wrijvend was vader binnengeko men en keek glunderend naar het twee tal. „Jammer, dat ik morgen voor een verhuizing naar de andere kant van 't land moet. Nu kunnen jullie mooi de iogé's van de bus halen." „Hè vader, u hebt beloofd, dat we mee mochten, als u een grote verhuizing had in de vacantie." „Maar Does, wat is dat nou?" vroeg va der. „Wat is er nu aan om pitje winter in zo'n auto mee te rijden? Ik moet naar Den Haag. Wat zouden jullie daar moeten doen?" „Hè vader, moet u in Den Haag zijn? Juist heerlijk om samen even naar Sche- veningen te gaan, hè Harry?" Achter vaders rug gaf Does haar broer een knipoogje. Harry weifelde even. Meisjes waren toch onbegrijpelijke wezens. Wat vond Does er nu aan om mee te tuffen? „Jullie moeten voor dag en dauw op, hoor", waarschuwde vader, „en om deze tijd van 't jaar weet je nooit of het mistig zal. zijn." „U hebt 't ons beloofd", hield Does vol. „Als je moeder 't goedvindt, mag je mee", beloofde vader. „Een mens z'n zin is een mens z'n leven. Ik wilde dat ik lekker achter de kachel kon blijven en onze Iogé's kon verwelkomen." Toen Moeder van het plan hoorde, keek ze haar tweetal onderzoekend aan. Ze be gon te vermoeden, dat haar kinderen het niet zo'n erge verrassing vonden, dat opa kwam. Vreemd, want vroeger waren ze zo dolblij, als ze een weekje naar de boer derij mochten. Toen ze weer alleen in de kamer waren, spotte Harry: „Heb jij zoveel verhuizers- bloed in je aderen, Does? Je weet toch wat we afgesproken hadden met Dini? Die zullen lelijk op hun neus kijken." „Na 't eten gaan we even naar het dok tershuis om ze te waarschuwen", bedis selde Does. „We kunnen zo'n fijne rit ook niet voorbij laten gaan." Terwijl ze aan tafel zaten, speelde de radio weer Kerstliederen. Does schoof onrustig op haar stoel heen en weer. Stille nacht heilige nacht Gek, dat nu alle mooie gedachten uit haar hart verdwenen waren. Ze had geen tijd meer om aan het Kerstfeest te den ken. Afwezig luisterde ze naar vader, die voorlas uit de profetieën. (Wordt vervolgd). dan kijkt hij, al kwispelend, naar je op. Het is net, of hij zeggen wil: „Zo, ben je daar weer? Fijn hoor!" Maar stel je nu eens voor, dat Fik weg gelopen is. In geen velden of wegen is hü te zien. En dat er dicht bij je woning een groot doolhof is, waarin het hondje wei eens verdwaald geraakt kan zijn. Wat zou je dan wel doen? Och, je behoeft er eigenlijk niet lang over te denken, je zou hem natuurlijk gaan opzoeken. En daar heb ik nu een aardig probleem van gemaakt. Je ziet hierbij zo'n doolhof of labyrint afgebeeld, vol met gangen, ka mertjes en dwarsmuren. Fik is juist in het midden terechtgekomen en omdat hij nog zo klein is, kan hü zelf de weg niet terugvinden. Hü vertrouwt er dus op, dat je hem komt redden. Maar dat is waarlük geen kleinigheid! Want er -zün niet minder dan veertien ingangen, zoals je op de tekening kunt zien. En er is maar één weg, waarlangs je Fik kunt be- vrüden uit zün benarde toestand. Zou je weten, welke dat is? Doe je best eens, jongelui. Vervolgens pakken we een invul- raadsel met een verborgen spreekwoord bü de horens. Op elke stip en elk streepje moet je één let ter plaatsen. De betekenis der in te vullen woorden staat achter elke re gel aangegeven: wereld beneden trillen steenpoolpoeder verwarmins- toestel bloemstengel werktuig, waar mee een schip vastgelegd wordt kampeerverblüf 24 uur achtereen wortelen dichterbij kromming in de weg vet van de melk Wanneer je na juiste invulling de letters op de streepjes achter elkaar leest, zul je bemerken, dat zü een spreekwoord vormen. Tot slot nog drie letterwissel- raadsels 1. Met H ben ik een roofvis, met S ongezellig, en met T moeilük te verorberen. Wie ben ik? 2. Men vindt mü in elk huis; vervang je mün middelste letter door een'andere, dan tref je mü ook meestal in huis aan. Mün geheel bestaat uit 5 letters. 3. Met H behoor ik bü het lichaam en met T eveneens. Ik ben vier letters lang. Hoe heet ik? En hiermede ga ik weer besluiten, beste jongens en meisjes, en ik hoop, dat je je goed zult vermaken. Tot de volgende keer! OOM HENK. Flacon a 50 dragées: f2,25 Flacon 100 dragéesf 3,75 100 dragées voldoende voor 3 maanden

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 16