De Stemming en de
Samenwerking
HULP VAN CURASAO
ZWEEDSE MODELWAGENS
Een schip op het strand!
12
Ook kleding: werd op Curagao in
gezameld. Hierboven ziet men het
sorteerwerk.
In het Februari-nummer stond reeds
een foto van collecterende meisjes in
Curagao. Hoe benijdden we haar de
luchtige zomerkledingterwijl het hier
zo koud, zo guur en zo weinig vreugde
vol was! De Rode Kruis Colonne der
afdeling Curagao had het hierbij niet
willen laten, hoewel het inzamelen,
sorteren, verpakken en verzenden ook
veel arbeid vereiste. Het was de vurige
wens der colonne zelf naar Nederland
over te steken doch onoverkomelijke
moeilijkheden op het gebied van kle
ding, klimaat, kosten enz. hebben de
vervulling van deze wens onmogelijk
gemaakt. Het resultaat van de inzame
ling waren het niet twee trucks, welke
Curacao o.m. overmaakte?was echter
een pleister op de wonde. Een resul
taat om trots op te zijn!
(vervolg van pag 11)
en zo konden we Abbenbroek halen,
dat toen nog steeds door het water was
ingesloten en waar serviesgoed en de
kens werden afgeleverd.
Het gebeurde dikwijls, dat chauffeurs,
die 's ochtends van de Houtrusthallen
vertrokken, pas tegen het middernach
telijk uur op het Malieveld terugkeer
den. Niettemin verrichtten ze met
geestdrift en blijmoedigheid de belang
rijke taak van de bewoners van de
getroffen gemeenten van het allernood
zakelijkste te voorzien.
Een Rode Kruishulp die verschillende
reizen naar de noodgebiedén maakte,
zond ons drie flitsen uit haar vele en
velerlei ervaringen.
C TELT U zich in normale tijden een
troep soldaten voor, die een nacht
op smalle houten banken moeten door
brengen, zittende, want ruimte om te
liggen is er niet; en die zich dan dank
baar tonen.
„Fijn zuster, dat we binnen mogen, hier
kunnen we tenminste zitten". Dan na
heel lang wachten komt er een gamel
met te weinig eten en er is niet één
soldaat, die kankert. Wij steken de kop
pen bij elkaar en zeggen: „Moeten ze
het daarmee doen, met dat ene' hapje
prak? We hebben zo'n enorme voor
raad aan boord, zullen we wat kaken
en een sinaasappel per man rond
delen?" Vóór het voorstel uitgesproken
is, zijn er al vier aan het ronddelen.
Een uur later komt er nog eens een
gamel binnen. Dit keer is het een zelfde
krappe hoeveelheid snert. Weer krijgt
ieder een schep. En nog steeds is er
geen man die moppert op deze toch wel
dwaze en nog altijd te kleine maaltijd.
We geven ze een sigaret als toespijs en
dan wordt het licht uitgedraaid. Omdat
ik de wacht had, heb ik de hele nacht
het zaakje aan zitten kijken en ik ver
zeker U, dat die jongens het niet ge
rieflijk hebben gehad. Maar als 's mor
gens het licht weer wordt aangedraaid
U kunt het geloven of niet dan
is er niet één, die zelfs maar zegt:
„jongens, wat ben ik stijf". En toen
de schuit weer leeg was, lag er niet
één sigarettenpeuk of sinaasappelschil
op de grond. Ik geef toe, 't is allemaal
onbelangrijk, maar juist in deze kleine
dingen vielen de stemming en samen
werking zo op.
De Weense ambulance
Op m'n laatste reis, dit keer op een
hele grote boot, kreeg ik de Weense
colonne mee van Zierikzee naar Dor
drecht. Ik was zachtjes voorbereid op
200 evacué's (het werden er 285).
In Zierikzee was mij gevraagd of ik
hulp nodig had. „Nodig pertinent niet,
want ik heb een medische staf aan
boord als nog nooit is voorgekomen".
„Zuster, het is psychologisch fout om
de mensen van dit eiland, die in de
oorlog al eens een keer geëvacueerd
werden door de Duitsers, door deze
mensen te laten helpen".
Boms! Daar sta je dan als enige ver
tegenwoordigster van het Nederland-
sche Roode Kruis in de sneeuwstorm
op de kade in Zierikzee met het pas
gehoorde verhaal in je achterhoofd.
„Twee uur nadat het eerste ramp-
bericht in Wenen bekend werd, stond
deze ambulance klaar om te vertrek
ken. Ze betalen alles uit eigen zak. Ze
hebben hun zaken en werk ervoor in
de steek gelaten en ze hebben nog
niets te doen gekregen. Er zijn mensen
bij, die na '14-'-18 hier zijn opgefokt
en nu iets terug willen doen. Dit en
nog veel meer schiet je door het hoofd;
en je neemt het risico, als gastvrouw
in het land van de ramp tegenover de
collega's uit een ander land, die hun
hulp aanbieden.
Als de boot een half uur vaart, is in
ieder van de drie afdelingen van 100
mensen het hele verhaal verteld (zon
der microfoon!). Wie het zijn, waar
vandaan en waarom. En 's middags als
alles geregeld is, ga je je licht eens
opsteken. Bij deze en gene. Bij een
oude boer en bij een jong stel burgers
en bij nog vele anderen. En unaniem
(Lees verder op pag 13.)
Een schip ligt voor Seinpostduin en
het is nog een vraag hoe het vlot
gebracht zal kunnen worden. Mocht
dat lukken, dan ligt het nog aan de
ketting; 'het stuur is verzegeld, want
er is beslag op gelegd daar de rederij
aan wie het toebehoort in België niet
aan verplichtingen voldeed. Een dubbel
tragisch lot voor schip en bemanning.
De gemoedelijkheid van de Bretonse
kapitein heeft daarom een melancho
liek tintje.
De schepelingen, voor het merendeel
Tunesianen, ontbrak het ten enenmale
aan voldoende warme kleding. De
correspondente van „Le Monde", Mevr.
Jars de Gubernatis, maakte het Ned.
Roode Kruis opmerkzaam op de toe
stand aan boord, en het was prettig
om na alles wat het Franse volk voor
ons in deze tijd heeft gedaan en nog
doet, iets te kunnen reciproceren aan
hun compatriotten, die immers even
goed slachtoffers zijn van de ramp in
de nacht van 31 Januari op 1 Februari.
Ds Forget van de Waalse Gemeente
te 's-Gravenhage, die geregeld het
schip bezoekt, verleende ons zijn wel
willende medewerking door een lijst
op te maken van hetgeen nodig was
en zelf ging hij imee om bij de uit
reiking te assisteren.
De kapitein had niets willen vragen
omdat hij niet zeker was dat alle
Nederlandse slachtoffers reeds afdoen
de geholpen waren een houding die
dominee Forget heeft menen te moeten
respecteren en zijn mannen hebben
op één van de allereerste dagen na
de ramp een voor hen considerabele
som in 'het Rampenfonds gestort. Zo'n
houding maakt aanspraak op onze
bewondering en het stemt ons daarom
dubbel dankbaar dat men ons op dit
feit opmerkzaam maakte en dat wij
hebben kunnen helpen.