Dichten, pompen en herwinnen! Goeree - Overflakkee: rustige, hard werkende mensen De grote ramp van de vorige maand is van de voorpagina's der dagbladen verdwenensinds enige weken al. Kij nemen nu berichten op de binnen- magina's op over de toestand van de Volksgezondheid, over regeringsbe- mluiten en over de herstelwerkzaam heden. Voor de getroffen gezinnen is het leed eigenlijk pas goed begonnen. En de meeste moeten in een vreemde plaats ongeduldig en tuerkloos blijven wachten, tot zij naar hun gehavende huizen en dorpen kunnen terugkeren. Intussen werken de mannen van de Rijkswaterstaat en de Provinciale Waterstaten uit alle macht om de dijken te dichten en het ondergelopen land droog te malen. Met hen werken de waterschappenmet de technische hulp van de Provinciale Waterstaat als „ruggesteun". Dit te zienhet tempo waarmee het herstel voort schrijdt, is als balsem op een diepe, schrijnende wonde. Meet; dan de helft van ons land /.ou voortdurend een prooi zijn van de golven, wanneer alle rivier- en zeedijken het zouden bege ven; een zesde deel heeft ons volk in de jaren tussen de dertiende en twin tigste eeuw zelf herwonnen op het water. Zowel bij die helft als bij dat zesde gedeelte behoort het eiland Goeree-Overflakkee. Toen de storm vloed het stempel van rouw en ruïne zette op de eerste Februari, nam de zee in enkele minuten wat zij bij stukjes en beetjes had moeten af staan. Zonder meer waarschuwing vooraf dan een storm zoals de eilan ders meer hebben doorstaan en het springtij dat vier en twintig maal per jaar de dijken op hun sterkte beproeft, zakten gaten in de dijken en bedolf een watermuur snel en meedogenloos mensen, dieren en land de weg vrij latend voor de verwoestende golven die nakwamen. En nu hanteren de mannen van Nieuwe en Oude Tonge, van Den Bommel, Stellendam en de andere dorpjes het pikhouweel om hun huizen steen voor steen op te ruimen in plaats van de schop en de greep om hun land te bewerken en de wortels en uien in de kuilen te keren. Zij doen het rustig en verbeten in geluidloze dorpen, waar geen vrouwen, kinderen en dieren meer zijn en waar hen na het moeilijke en moeizame werk geen warmte en gezelligheid wachten maar vochtige bedden, een koude nacht en weer een dag van zwoegen. Met sommige mannen, die aan het bikken en ruimen waren aan de weg die langs het gemeentehuis loopt naar het uiterste puntje van het dorp van waar je een blik kunt slaan op de reeks gaten in de zeedijk aan de over kant, kon je praten anderen be hoefde je alleen maar aan te kijken om te weten, dat een vraag of ge sprek hier teveel was. En toch toon den ze allen dezelfde halsstarrige zin tot voortmaken en opbouwen, wat de golven zo snel en grondig vernielden. Aan ons medeleven hadden ze weinig, een paar stevige handen, droge bed den en sterke werkoveralls konden ze beter gebruiken! „Er was geen paniek in die vreselijke Het herstel schrijdt voort gat na gat wordt gedicht. Hier is men bezig aan de dijk bij Melissant op Overflakkee I nacht vertelde ons burgemeester Van Hofwegen van Nieuwe Tonge, en er is geen radeloosheid of wanhoop nu." Goeree-Overflakkee is het eiland van wortels, uien, koolzaad en witlof. Dat zagen we: overal waar onze blikken gingen zagen we water, stro, uien, wortels en koolzaadplanten. Alles wat in de kuilen op het land lag is ver loren; alleen de voorraad in het grote koelhuis kon gered worden een druppel op een gloeiende plaat. Toen we door het kapotte dorp liepen en die troosteloze aanblik voor ogen kregen dachten we met een soort wanhopige verwondering en bevreem de bewondering aan het optimisme van de burgemeester en zijn mensen, die nog dit jaar een oogst verwachten van land waarop we nu nog alleen water zagen golven. Minister Mans- holt heeft burgemeester Van Hof wegen een schip met gips beloofd en zodra het land droog is, gaan ze aan het werk om de grond weer luchtig en ontvankelijk voor het zaaien te maken. In die rommelige raadszaal, waar de burgemeester in zijn bruine pillow- broek en blauwe trui achteroverleun- de in een hooggerugde stoel en waar twee politiemannen zacht praatten met onzichtbare mensen aan het an dere einde van de radio-zender, klonk dat overtuigende optimisme als on verwachte muziek. Juist had hij kalm, maar heel kort verteld van die ver schrikkelijke tocht op Zondag van Battenoord, de bijgemeente waar hij 's nachts door de vloedgolf afgesneden werd van zijn andere dorp, naar Nieuwe Tonge. Het was erg in Bat tenoord en de dorpelingen vroegen zich af, waarom er geen hulp kwam uit Nieuwe Tonge. Er was geen en kele verbinding, dus ze konden niet weten, dat de ramp ook daar toege- v slagen had. Zondagmiddag ging burge meester Van Hofwegen met acht man nen lopend naar Nieuwe Tonge. Over de vier kilometer deden zij twee en een half uur. Van de negen mannen, die Battenoord verlieten, kwamen er zes in Nieuwe Tonge aan drie spoelden van de dijk... Een buitenlandse collega zei later, dat hij het hart niet had gehad de burgemeester naar de namen van deze drie te vragen, wat toch nodig was om zijn verhaal zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken voor zijn lezers. Zij hebben een bewonderenswaar dige moed, de mannen van Goeree- Overflakkee die zonder familie zijn teruggekomen om hun dorp op te ruimen. Zij werken onvermoeibaar voort aan hun troosteloze taak en de meesten kunnen zelfs praten over het ongeluk dat hen overkwam. Kruide nier Van der Maas uit Nieuwe Tonge toonde ons de vloedlijn op het behang in zijn huiskamer, de ravage in de winkel en vertelde hoe de vloedgolf hem en zijn gezin naar zolder gejaagd had, hoe vele mensen op vlotten gered konden worden en hoe anderen ver dronken. Maar de andere man, die hem hielp

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 2