vitamine-waarde Davitamon fjii Veel hoger in ods emigrant DAVITAMON 10 - het aangewezen preparaat voor aanvulling van vitamine-tekorten in Uw voedsel. o 17 geweest, die indruk op haar gemaakt had. Bram, haar vriend! De tijd met hem was in ieder geval een mooie tijd geweest. Als hij op het laatst maar niet zo hinderlijk verliefd en zo aan stellerig ongelukkig had gedaan! Hoe komt het, dat zij tijdens haar korte omgang met Frank zo veel aan Bram had gedacht? Vooral toen hij plots verdwenen was. Ineens spoorloos. Toen ze zich niet meer achtervolgd wist en gehinderd door zijn opdrin gerige verliefdheid. Sterker dan ooit dringt ziéh Brams beeld bij haar op. De ferme witkop. En weer stelt ze vast: als hij niet zo hopeloos had ge daan! Als hij niet om haar in Recht- steyne was blijven rondlummelen bij Merkensteyn op het kantoor. Als hij Maar dan komt ze ineens niet verder. Ze weet: hij is gegaan, heeft afgere kend met het verleden en studeert nu in Utrecht rechten. Toen ze 't pas hoorde, gaf het haar een schok. Dus toch! Er zat dus toch een vaste wil in hem. Ze trekt een gezicht, als in haar opkomt de gedachte: zou ik hem gauw terugzien? Hoe zou hij er op reageren als we eens ineens voor el kaar stonden? Bepaald hinderlijk is het,- zoals ze aan Bram denkt. Onzin! Dat moet ze van zich afschudden. Ze voelt, dat Frank haar voortdurend sterk opneemt. Ze wil niet kijken. De rijke, welgedane, zelfgenoegzame Frank was haar onuitstaanbaarder dan Bram ooit geweest was in zijn meest verliefde en slappe buien. Beginnen ze nog niet? Ze kijkt over de balustrade heen naar de lui, die vooraan onder de galerij Met een ruk zet ze zich rechtop in haar stoel. Beneden, juist in de eerste rij onder haar, zit Bram naast zijn moeder. Haar hart bonst er van. In dat onver wachte, kleine moment zag ze hoe rus tig hij daar zat. Neen! Niet meer voort gejaagd, nacht en dag vervolgd door haar beeld, zoals hij indertijd aan haar schreef. „Hoe bestaat het," mom pelde ze. Is het dan waar, dat een mens iets uitstraalt en dat je daar door soms juist aan iemand denkt, die op hetzelfde ogenblik voor je staat? Nooit heeft Theodora van Ga meren, het verwende kind, dat van het leven kon nemen wat haar aan stond, een ervaring gehad, die bij dit plotseling weerzien van Bram Rein- ders vergeleken kan worden. Geen moment is hij het verdere van de avond uit haar gedachten. Het ver haal van hun omgang, dat onweer staanbaar opkomt, is belangrijker dan alles wat beneden haar, op het po dium, gebeurt. Daar stelt zich het koor op. Een haar vreemde juffrouw neemt plaats achter de vleugel. De dirigent zet zich achter de lessenaar. Mijnheer Verhagen van Merkensteyn komt naast de vleugel, vóór de sopra nen van het koor staan. De solist, be grijpt ze. Maar voor haar is hij de vriend van Bram. Vergeefs vraagt ze zich af, wat dat bij haar is. Vroeger, als meisje, pas van de kostschool, dat haar tijd verdroomde op het rijke Herikhuizen, is Bram, de witkop van de dominee even haar ideaal geweest. Niet lang. Want direct al hinderden haar zijn vurige attenties. En nu, nu ze veel zelfstandiger geworden is, fei telijk gegroeid tot jonge vrouw, die heel wat van de wereld gezien heeft, zal ze nu aan dat verleden gaan zitten denken, alsof het toch wel een heel mooie tijd was? Frank staart haar aan, voelt ze, leeft ook niet mee met het concert. Het hindert haar, telkens als ze er bij bepaald wordt, hoe hij zich aan haar opdringt. Frank! Belache lijk! En hinderlijk wordt de verge lijking, die ze maakt tussen hem en Bram. Haar ogen leven plots op uit de doezel van de nutteloze overleg gingen. Ze zalze zalIs het goed, wat in haar opkomt? De pianis te speelt. Het koor zingt. De dirigent voert de zangers en zangeressen en thousiast aan. Heel de zaal vult zich met het geluid. Theodora hoort het. Maar 't doet haar niets. Er is een plan. Ze wil Bram zien! Ze wil, dat hij haar ziet. Plots wil ze, in het ge drang bij de foyer voor hem staan. „Dag Bram! Kerel, m'n compliment, dat jeer uit getrokken bent. Hoe gaat het in Utrecht?" Ze ziet zijn gezicht. Precies hetzelfde ongelukkige gezicht van vroeger. Ongelukkig om haar. Maar 't klaart op in vreemde verrukking omdat zij zo praat. Ver geefs probeert ze op deze manier ver der te fantaseren, 't Is of ze weet: dezelfde Bram Reinders is niet meer. Beneden zit geen klerkje bij Merken steyn, die smachtend uitziet naar een glimlach van Theodora van Game ren. Neen! een kerel, die gebroken heeft met het hopeloze sentimentele verleden. Een, die zich een weg door het leven baant. Toch zal ze gaan, dadelijk in de pau zeStil! Het koor zwijgt. Eén stem. Ze kijkt naar het podium, ziet me neer Verhagen staan. Hoort zijn stem. 'n Mooie stem. Fijntjes omrankt pia noklank de warm getimbreerde ba- ritonale tenor. De zaal is vol aan dacht. 't Koor valt in, overzingt schijnbaar de ene stem. Maar daar komt ze weer, triomfantelijk boven het geluid van de anderen uit. Heer lijk, als je zo kunt zingen. (Wordt vervolgd) II. De zondvloed was driehonderd jaar geleden;' de wereld bloeide, maar de zonde klom. Driehonderd jaar is lang, en ach, waarom zon men het pad der vreugde niet betreden? Maar God zag nit Zijn woning naar beneden, en gaf een man de klare boodschap: „Kóm, en ga waar ik U brengen zal", en stom is hy gegaan, en vond, en heeft aanbeden. IJ heeft dit oud verhaal zo vaak gelezen, van Abram, hoe h« trok naar 't verre land Om zün geloof en moed is hij geprezen; hij was de eerste, grootste emigrant. Hij heeft verstaan, hoe goed het is, te wezen een kind, dat wegtrekt aan zijn Vaders hand. Maar hoe, als wij schuw voor onszelf vertalen 't verhaal van hem, die zeer gewillig ging waar God hem riep Dan wordt de weifeling gróót rond ons hart. Want wij wij bleven dralen. God laat niet elk naar verre landen dwalen, al legt Hij *t woord, dat Abram eens ontving ook neer in onze eigen kleine kring: „Ga! En Uw reisdoel, dat zal Ik bepalen!" Misschien hoeft U niet ver van huis te reizen; U weet misschien Uw doel, Uw roeping al. U hoeft misschien slechts Uw gezin te wijzen op Hem, Die, wellicht spoedig! kómen zal. Rondom ons groeit het kwaad maar paradijzen bloeien in 't land, dat God U wijzen zal! JOS PIETERS Het is thans algemeen bekend: voor Uw gezondheid is een voldoende toevoer van vitamines beslist noodzakelijk. Een toereikende hoeveelheid is echter in de dagelijkse voeding niet verzekerd. In deze dragées zijn namelijk buitengewoon rijke hoeveelheden van ieder vitamine geconcentreerd. Van sommige vitamines bevat DAVITAMON 10 zelfs het dubbele, ja het vijfvoudige van welk ander gelijksoortig product ook. Bijna 25 jaar geleden bracht Organon-Oss in Nederland de eerste geijkte vitaminepreparaten, die onder de naam DAVITAMON sindsdien tot ver buiten onze grenzen vermaard zijn geworden. Thans zijn het ook weer dezelfde wetenschappelijke laboratoria, die na grondige research erin geslaagd zijn in één enkele dragée 10 vita mines te concentreren in hoeveel heden, die een maximale garantie geven voor de doelmatige aanvul ling van de dagelijkse voeding. Juist door die hoge concentratie is DAVITAMON 10 ook het meest doel treffende en daardoor ook het voor deligste wantéén enkele dragée per dag is genoegéén enkele flacon DAVITAMON 10 is ruim toe reikend voor drie maanden! Organon geeft hieronder reken schap van de hoeveelheden van ieder vitamine, die zijn verwerkt in één enkele dragée DAVITAMON 10. De hoogste vitamine-waarde per dragée: viiamine A 1000 U.l. vitamine B, 500 microg (167 U.l.) viiamine B2 500 microg vitamine B6 200 microg viiamine C 20 mg (400 U.l.) viiamine D2 500 U.l. calc. pantothenic. 1 mg nicotinamid. 5 mg acid. folic. 100 microg vitamine Bj2 0.5 microg Deze samenstelling vindt U ook op iedere verpakking, op iedere flacon. O I c O c ro O) Veel hoger in vitamine-waarde Flacon a 50 dragées: f 2,25 Flacon 100 dragées: t 3,75 100 dragées zijn voldoende voor ruim 3 maanden 10 vitamines in 1 dragée: een 10 voor gezondheid cl*.5>p'vujtJL

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 9