NU AL WERKT MEN AAN HET NIEUWE LAND En kan er gezaaid worden? Ja, gerst, zomergerst, dat in de gege ven omstandigheden een opbrengst kan geven van zeventig procent, waardoor de kosten nét gedekt zijn, maar ook niet méér dan dat. Ook kunnen bieten verbouwd worden, maar dan van een soort dat vroeg rijp is envroeg geleverd kan worden aan de fabrieken. Want bie ten rijden op dit land, in een tijd van veel en zware regen is óók al funest. ;j Nog een andere moeilijkheid: broei. Het stro en het hooi zijn nat gewor den en als het water zakt, b 1 ij f t het natuurlijk vochtig. Er ontstaat broei, en vrij gauw zelfs. Grote rookwolken stijgen op in de schuur. En dan kan de grote ramp komen, dat een boerderij, die in het water staat, in brand kan vliegen Dan is het leed niet te overzien, want er is niets tegen te doen Waar moet je, midden in het wa ter, de brandweer vandaan halen? De landbouwconsulent die ik sprak, heeft aan de wand een kaart han gen van ettelijke vierkante meters. Tachtigduizend hectare heeft hij „onder zijn beheer" en veertigdui zend er van staat blank „Snelheid", zegt hij, „is het belang rijkste. Het is van 't allergrootste belang, dat het water weggemalen wordt. Millioenen liters zout- en brak water moeten we lozen Misschien dat we twee pompen kunnen krijgen voor déze polder 1600 ha en dan kunnen we die in twee weken droog malenO, er is zo'n haast bij kijkt U hier maar eensen op de kaart zie ik allemaal rode en rose vlekjes: wa ter van hoger en iets minder hoog zoutgehalte. „En dan boffen wij hier nog", zegt de ingenieur, „want het hoogste ge halte aan zout is hier maar onge veer de helft van dat van zeewater. Gelukkig hebben we veel steun aan de suikerfabriek, waar ze al onze monsters verwerken. Wij krijgen de uitslagen door en hebben dus alleen met cijfers te werken." Hij kijkt even over zijn bril en in de stilte, die volgt, hoor ik het tik ken van een klok. Ik kijk: ver over zessen. „Dat geeft niet", zegt de ingenieur weer, „we kijken hier niet naar tijdmaar druk is het wel." En als ik weg ben, de deur uit naar de Markt, zie ik hem in zijn au tootje stappen, op weg naar het zo veelste probleem Die boer daar, met zijn drooggeval len grond, kan tevreden zijn, want een van de assistenten van de land bouwconsulent heeft een grond monster getrokken. Hij is met laar zen aan door de weke grond ge stapt en heeft ginds, waar het water nog te zien is, gestaan. Hij heeft wat aarde in een glazen potje gedaan en het deksel er luchtdicht opge schroefd. Hij heeft ook een monster bietenloof meegenomen in een pla stic-zakje en hij heeft zijn hand ge stoken in het gat in de hooimijt, waarin het broeide. De broei viel mee, maar het blééf uitkijken. Ik bleef ook even uitkijken. Uitkij ken over het glimmende land, over het water, daarginds en naar de zon die warempel dóórkwam. Zó maar. Ik hoop toch zó, dat al die andere boeren dat ook gauw mogen bele ven. De landbouwconsulent: „snelheid, snelheid en nog eens snelheid, jes op deze kaart voorkomen. Bood betekent: hoog zoutgehalte! onder water staat. Als er nu dat is het parool want er moeten zo weinig mogelijk rode plek- Op deze kaart ziet V mijn gebied: 80.000 ha, waarvan er nu 40.000 maar pompen komen Hooibroei! Door het nat worden en weer droog vallen van stro en hooi kan broei ontstaan, In het laboratorium onderzoekt men hetgeen dus na de overstromingen maar al te vaak voorkomt. En wat te doen als er brand het zoutgehalte Op de voorgrond uitbreekt? De brandweer kan een geïsoleerde boerderij vrijwel nimmer bereiken. Ook hier een aantal monsters dat die dag ge- geeft de landbouwconsulent voorlichting. Zolang men zijn hand vijf minuten in het broeiende nomen is. Elk flesje vertegenwoordigt hooi kan houden, zonder zich te branden, is er geen direct gevaar. honderd ha Ook van het voer, in dit geval bietenloof, dat Maar voorlopig zullen vele boeren nog moeten zien hoe de assistent-landbouwcon- onder water heeft gestaan, neemt men een mon- sulent alleen maar water monsters kan komen nemen. Op elke honderd ha één ster mee in een plastic-zakje, teneinde het op flesje water, dat niet aan de kant- doch in het midden van het land gehaald moet zoutgehalte te' onderzoeken. worden. Voorlopig doet men dat twee keer per week.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 7