Daarom wast de schoner en voorzichtiger k wil eens met U praten 27 L OOP UW EIGEN PREDIKANT NIET VOORBIJ. Al meer dan eens hebben wjj er op gewezen, dat deze rubriek geen vraag- en ant- woordrubriek is, maar dat wij een gesprek met elkaar willen hebben. En dan een gesprek over levensmoeilijkheden en niet over allerlei vragen en vraagjes, waar men zeil heel gemakkelijk een antwoord op ontvangen kan. Het treft mij telkens weer, dat velen hun eigen predikant voorbij lopen op weg naar de brievenbus met een brief voor Wageningen in de hand. Waarom toch? Mag ik de volgende briefschrijvers en -schrijf-, sters verwijzen naar hun eigen pastor? N.N. (over het plaatsvervangend lijden van Christus). N.N. (over 1 Petr. 4 en 1 Cor. 15 29). E. te A. (over het eten van bloedworst). K. te D. (over Zondagsviering en Zevendedags-Adventisme)K. te N.D. (over Gez. 292 1). Mevr. H. te E. dank voor uw nadere toelichting op de Adventsvraag van enige tijd geleden. HUWELIJK EN KERK VERSCHIL Voorts heb ik een aantal brieven uit de stapel uitgeschoten, die handelen over hetzelfde probleem: huwelijk en kerkverschil. Dit vraagstuk behoort ontegenzeggelijk tot de le vensmoeilijkheden, waarover wij graag eens met elkaar willen praten. In tal van gezin nen is dit een probleem, dat bij het opgroeien van de kinderen weer naar voren komt en dan kan het niet anders, dan moet er ook telkens weer over gesproken worden. Maar in de brieven, die ik nu op het oog heb en waaruit ik geen initialen vermeld, treft het mü, dat allen zo spoedig mogelijk antwoord willen hebben en dan liefst met een concreet advies pasklaar voor het gebruik. Maar dat is onmogelijk en dat is bovendien onjuist. Als b.v. een 19-jarige dat vraagt en de uitverkorene zijns harten- nauwelijks 18 lentes telt, dan kan ik niet anders dan antwoorden: Wanneer hebben- jullie catechisatie en waar wonen jullie dominees? En als ik in een andere brief lees, dat men al V/z jaar omgang met elkaar heeft en nu op staande voet een antwoord ver zoekt, dat dan blijkbaar de knoop moet doorhakken, dan begrijp ik weer niet, waarom» men in al die tijd niet eens samen naar beide predikanten is gegaan. Werkelijk, „ik wil graag eens met u praten" over huwelijk en kerkverschil, maar dan in het algemeen en wanneer onderwerpen, die op het ogenblik aan de orde zijn, voorlopig genoeg zijn be sproken. HET PROBLEEM DER ONGEHUWDEN. Mag ik thans enkele briefschrijvers en -schrijfsters aan het woord laten? Ik laat maar alle aanduidingen weg, want het gaat hier uitsluitend om de zaak in het algemeen en niet om bijzondere gevallen. In een brief lees ik: V zegt in dit artikel rake en ware dingenal was het alleen maar, dat wij hier in Nederland tegenover deze categorie van meisjes een misselijke en afschuwelijke hou ding aannemen, alsof deze het kunnen helpen, dat zij alleen door het leven moeten. Integendeelik hen van meningdat zij in grote meerderheid anders zouden willen. Met de analyse aan het slot van uw artikel kan ik mij echter niet verenigen. Ten minste niet, wanneer U beweert, dat wij als ongehuwden God evenzo goed kunnen dienen als wanneer wij gehuwd zijn Laat mij nog even onderstrepen wat ik zei. Ik beweerde, dat de vraag naar God be langrijker is dan de vraag naar het huwelijk. En wanneer ik dan in deze brief lees, dat er een grote categorie meisjes is, speciaal de gevoelige meisjes in wier leven het het één en het alles is, hun liefde kwijt te kunnen aan een man, die zij liefhebben dan zeg ik: Ja, maar is dat goed? Mag dat? Ik geloof het niet. Ons hunkeren naar{ het huwelijk mag nooit gaan vóór en boven ons heimwee naar God. Wanneer dat tóch het geval is, kan ik mij dat best begrijpen. Maar ik help er niets en niemand, mee, wanneer ik zeg, dat ik het wel begrijp. Ik help iemand alleen maar, wanneer ik zeg, dat er dan iets niet goed is in haar leven en dat dit veranderen moet. En als U nu aan het eind van uw artikel zegt, dat zij zich niet op dat éne punt blind moeten staren, en dat zij in „Gods leiding hebben te berustennoudan vind ik dat toch maar erg goedkoop; V moet het mij niet kwalijk nemen Goedkoop? Kind, je moest eens weten, wat het kost om de enige bijbelse raad te dur ven geven: Overgave! Natuurlijk neem ik deze opmerking niet kwalijk. Hoe zou ik, waar het mijzelf jaren gekost heeft, voor ik begreep, dat ik als predikant de geloofs moed moest hebben, in deze en dergelijke gevallen eenvoudig dóór te geven, niet wat de éne mens van de andere vraagt, maar wTat God van Zijn kinderen eist: berusting, overgave. Maar nu de vraag: Moet het meisje zich werkelijk bij het ouder worden neerleggen bijl het feit, dat het blijkbaar Gods wil is, dat zij ongehuwd blijft? En dan doemen allerlei vragen op aangaande huwelijksadvertenties, contactbureau's enz. Ik laat eerst weer enkele correspondenten aan het woord: Misschien is het fout, dat ik ga zoeken, maar wachten is een vreselijk ietsje gaat er innerlijk mee weg En uit een andere brief Wij vrouwen kunnen immers niets anders doen dan het in gebed brengen en dan maar afwachten? Tenminste, zo heb ik altijd gemeend. En als je dan ook nog graag een gelovige man wilt hebbendan ga je op andere kennismaking niet eens verdek in en zo word je oud en het bidden blijkt niet te helpen. Een briefschrijfster formuleert het duidelijk en bondig: Is het geoorloofd dat een vrouw zelf maatregelen neemt om met de man harer keuze in contact te komen? en na dan allerlei geschreven te hebben over een zeer speciaal geval, dat haar alleen betrof en hier verder niet aan de orde gesteld kan worden, komt zij op het probleem in zijn algemeenheid terug en schrijft: Ik ben lang in de veronderstelling geweest, je hoeft niets te doen, op een goede dag komt de man die voor jou bestemd is en alles loopt vanzelf. Heel langzaam en veel te laat kom ik tot de ontdekking dat de vrouw hier wel terdege een actief aandeel in heeft. In veel gevallen is het toch zo, dat de vrouw de zekerheid al gegeven heeft voordat de man haar vraagt. Bent U ook van deze mening of zegt TJ: zo kan wel een man handelen maar niet een vrouw? Wanneer ik dan nog deze zin afschrijf: Nooit zou ik mijzelf opdringen (daar ben ik het type niet naar) maar altijd de eer, aan de kant van de man laten. Het zou alleen een listigheidje van de vrouw zijn om} haar doel te bereiken dan heb ik wel ongeveer de zakelijke inhoud genoemd van de brieven, die over dit punt handelen. Twee dingen moeten we, dunkt me, goed vasthouden. Ten eerste: God werkt middellijk, óók wanneer Hij „een iegelijk zijn huisvrouw als met Zijn hand toevoegt". En waarom zou tante Nel of „de Jansens" wél een geoorloofd middel in deze samenvoeging kunnen zijn en een vertrouwd contactpunt, zoals één onzer kerken een jaar geleden heeft inge steld, niet? Ik zie dat niet in. Maar ten tweede: Het hoort nu eenmaal bij het wezen' van de man, dat h ij werft en zo hoort ook bij het typisch vrouwelijke, dat om haar gedongen wordt. Dat is maar niet een kwestie van toevallige afspraak of traditie, zodat we het best eens een poosje ook andersom zouden kunnen doen. Dat ligt in het we-' zensverschil van man en vrouw. Hij de actieve, de gevende, zij de passieve, de ontvan gende. En dan weet ik heel goed, dat sommige mannen nodig een duwtje moeten hebben en dat sommige meisjes zich heel listig „laten vragen". Maar hol nu niet direct door en zeg nu niet: „O, nou, zie je nu wel? Dus dat kan een meisjes ook best Neen, dat kan een meisje nu net weer niet. Dat is precies even té ver. Och, wat zal men hier nu eigenlijk als norm aangeven? flier moeten vrouwelijke intuïtie en gevoel mede leiding geven. En diezelfde intuïtie moet haar van tevoren als het ware al de zekerheid geven, dat zij slagen zal. Een teleurstelling, bij een kennismaking waarbij het meisje ook enigermate handelend is opgetreden, is dubbel zwaar. Hoover Reg. Trade Mark Ouderwetse wasmachines hadden het z.g. schoeprad in de bodem. Vele electrische wasmachines worden nog volgens dit principe gemaakt. Het betekent echter geens zins volmaakt schoon en absoluut veilig wassen. Hoe was dit dan wel te bereiken? De Hoover-ingenieurs zochten en vonden de oplossing in de PULSATOR en.niet onderin, maar op de enige juiste plaats: IN DE ZIJWAND. Plus een andere grote verbetering: gestroomlijnde vorm van de kuip. Door deze combi natie wendt en keert het goed zich veel vrijer in het snel ronddraaiende sop. Het kan met geen mogelijk heid in aanraking komen met be wegende delen en het wordt boven dien veel schoner, doordat het sop nu van alle kanten in het weefsel dringt. Zie bij Uw Hoover-handelaar, hoe daardoor alleen de Hoover, met roestvrije, metalen kuip, zo volmaakt schoon, zo snel en behoedzaam wast! Kema goedgekeurd. Prijs f 376.-, incl. handige wringer. Wij verstrekken U gaarne adressen van de Hoover-handelaren in Uw omgeving. De Hoover-Handelmij N.V., Falckstraat 13-29, Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 14