kracht en konden verschillende bin nendijken (soms nadat het water er eerst op zijn weg twee oi drie doorbro ken had) het houden. Zo is het op Tholen gegaan, zo ging het overal in Nederland en België. Zonder die bin nendijken was de ramp twee of drie maal zo groot geweest; zij vormen ook nu nog in vele gevallen de enige toe gangswegen naar de buitendijken en dus naar de grote bressen. De eerste taak is nu alle binnendij ken, die het gehouden hebben, op hun zwakke plekken te versterken. Zij zijn eigenlijk niet geschikt als waterkering op lange termijn; wanneer aan één kant. een ondergelopen polder staat en soms aan weerszijden dan sijpelt het water in die aarden binnendijken en maakt er een modderige, papperige massa van. Zodra de binnendijken geen gevaar meer opleveren, kan de definitieve aanval op de grote zeedij ken met zwaar materieel beginnen. Voorlopig worden de bressen in die zeedijken afgedamd met zandzakken en zeildoeken, maar dat is kinderspel, dat gaat er later allemaal weer uit om plaats te maken voor echt dijkwerk zinkstukken, klei en bazaltblokken. Dit is natuurlijk de grote vraag bij die bressen in de zeedijken hoe ko men we er bij met zwaar materieel Waar een net van stevige en brede binnendijken, die aansluiten op de zee dijken, intact is gebleven of gemakke lijk te herstellen is, zal het vlug genoeg gaan. Maar in andere gevallen kan het lang duren, ook al omdat de zeegaten aan de buitenkant van die dijken zo ondiep zijn. In sommige gevallen zul len door de ondiepten aan de buiten kant speciaal kanalen worden gegraven om schepen met zwaar materieel bij de dijk te brengen We moesten maar eens proberen, iets van het eiland te gaan zien. Bij het Rode Kruis, zegt men, zal misschien wel een of ander vervoermiddel te vin den zijn. Het Rode Kruis is gevestigd in de gemeente-secretarie en voor de deur staat een nog jonge, stevig ge bouwde man met een vrolijk groen jagershoedje op, jachtlaarzen aan de voeten, een korte gabardine jas aan kortom, hij kan zo op de eenden jacht. Of hij soms enig vervoermiddel voor ons weet Dat treft u bijzonder,zegt de vrolijke jager. Ik ga direct terug met een vrachtwagen met Rode-Kruisgoe- deren. Mag ik me even voorstellen Mijn naam is Van Doorn. Ik ben de burgemeester van Poortvliet. Het woord burgemeester doet denken aan geklede jas en zwarte das en ambtsketen, maar in deze wereld is alles anders dan gewoon dit is inder daad de edelachtbare burgervader. Hij draagt dat jachttenu omdat het prac- tisch is, maar hij heeft dat niet voor niets in de kast hangen in normale tijden jaagt hij veel, ook in België. Nu jaagt hij op matrassen, dekens en werkbroeken en met evenveel suc ces. Het wordt een vrachtwagen vol. Een half uur later rijden we door het Tholense land. Het wordt een grote omweg over de binnendijken, want Poortvliet ligt midden in een over stroomde polder. Het dorp Poortvliet zelf is ook overstroomd geweest, maar nu is er een plek drooggevallen van ongeveer 250 m. lang en 40 m. breed. «Daar huizen nu al mijn gemeente naren, zegt de burgemeester. Zeven tienhonderd mannen, vrouwen en kin deren op zo'n klein stukje grond, maar het gaat best. We horen geen wanklank. In de meeste huizen wonen drie tot vier gezinnen. En dan krijgen we het verhaal van Poortvliet te horen. Dit is nu een mooi voorbeeld, zegt de burgemeester, «van een dorp dat gered werd door een toevallige omstandigheid en door de vastberaden heid van zijn bewoners. Zet u dat vooral in uw krantwat die gewone mensen gedaan hebben in die eerste verschrikkelijke dagen grenst aan het ongelofelijke. En zo zal het overal zijn geweest. Schrijf maar niet te veel over ministers en autoriteiten schrijf over de boer, over de arbeider, over de ge wone soldaat over al die mensen die tot hun borst in het water hebben ge staan en toch doorwerkten, langer dan 24 uur achtereen. Later spreken we met die gewone mensen en zij zeggenSchrijft u vooral over onze burgemeester, want je 5 ZIE VOLGENDE IJLZ, FOTO RECHTSZandzakken, steeds meer zandzakken want er komt nog een springvloed. De Belgische soldaat heeft zich in deze dagen buitengewoon geweerd; de ingenieurs van de Nederlandse Rijkswaterstaat waren vol lof over het noeste u>erk van de Vlaamse jongens. FOTO ONDER Het ongewone werk is zwaar maar de stemming is opperbest. Een afdeling rukt op naar een bres in de omgeving Kalio. FOTO BOVEN De genie gaf de leiding en hel voetvolk ploeterde en sjouwde van vroeg tot laat. Hier wordt met paaltjes en zandzakken een binnendijkje bij Rupelmonde gedicht.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 3