m Junghans BOVEN HET BRUISEN... Binnen enkele dagen verschijnt: ~k DOOR Ds G. MEYNEN Deze toespraken hebben zeer de aandacht getrokken Het is op verzoek van velen dat ze in druk verschijnen. In elke boekhandel verkrijgbaar De gehéle opbrengst wordt afgedragen aan het Rampenfonds 8 DE MODERNE WONING Met de Junghans „Upsala" werd een geheel nieuwe stijl in kameruur werken gecreëerd, speciaal voor het moderne, vaak kleinere interieur. Het betrouwbare uurwerk geeft nauwkeurig de juiste tijd aan. De bim-bam slag op dubbele bel is helder, klankvol, doch gezellig en intiem. De kast is van prachtig notenhout. U kunt kiezen uit 7 verschillende tinten, van licht naar donker of naturel. Steeds gaat de voorkeur naar de goede ster voor Uw tijd ■VERKRIJGBAAR IN ALLE GOEDE KLOKKENWINKELS Vier avondoverdenkingen uit gesproken voor de N.C.R.V. in de ramp week Februari 1953 24 PAGINA'S - PRIJS F 1.- N.V. GEBR. ZOMER KEUNING'S UITGEVERSMIJ WAGENINGEN VERVOLG VAN PAG. 7 kilometer. Ze z ij n terug moeten rijden om hun leven te redden: in de achteruit-versnelling. Drie en een halve kilometer achteruit in pikdonker in een vliegende storm, achteruit over een smalle dijk die het elk ogenblik kon begeven. Drie en een halve kilometer achteruit, op de tast. Het duurde drie kwartier. Al die tijd hoorden ze kreten uit de hui zen, zagen ze de mensen seinen ge ven met brandende sigaretten in die stikdonkere nacht. Maar ze kon den niet helpen. Vader en moeder niet met de grote kinderen, en ook de anderen niet. Toen ze bij het dorp waren, brak de dijk op ver schillende plaatsen en stormde het water de polder in. Vader en moeder en de kinderen hebben op zolder gezeten van Za terdagavond tot Maandagmorgen. Er stond dertig centimeter water op die zolder. Een buurman heeft ze toen gered met een gearriveerde boot en ze naar z ij n boerderij ge bracht, waar ze nóg eens negen uren wéér op zolder moesten zitten. Toen zijn de militairen gekomen die hen definitief redden, ten koste van twee soldaten. Jan is het avontuur al lang weer vergeten, want hij heeft het veel te druk. Hij is bij de cadaverploeg en vaart met motorboten alsof hij jarenlang niets anders heeft gedaan. Hij kan alles, durft alles zonder roekeloos te zijn en wil alles. Midden in de nacht is bij bereid met je mee te gaan om iemand te halen die dringend een boodschap moet doen en die düs met een bootje ge bracht moet worden. Hij slaapt mis schien drie uur per dag, eet eens per tien uur en heeft een vriende lijk woord voor iedereen. Hij is on vermoeibaar na al die dagen en nachten van werken, werken en nog eens werken maar hij zégt dat niet. Het slechte weer hindert hem niet, van de kou heeft hij geen last en hij vindt met dat kleine bootje in een sneeuwstorm de boerderij waar hij „even" heen gaat met ons, drukte of geen drukte. Hij is op zol der geklommen het water is ook in de polder een heel klein beetje gezakt en heeft wat kleren voor zijn zus meegenomen en wat boe ken voor een andere zus. Die boe ken waren nodig en dus heeft hij ze opgedoken, letterlijk opgedoken onder uit het koude water. „Ze heeft ze nodig, ze moet deze zomer eindexamen doen", zei hij. „En nou weer naar huis, want ik mot vérder, der is nog veel te doen." „Waarom heb je die schaatsen mee genomen?" vroeg ik. „Die schetse? Dan ken'k makkelij ker hen en weer as 't get vrieze." Dat is Jan. Eén van de boerenzoons van dit land. Het oog op de toe komst, een onverwoestbaar humeur, een kerel om op te bouwen. Wat hebben we toch grote krachten in ons volk. De burgemeester heeft het moeilijk. Alle burgemeesters hebben het moeilijk, want ze zijn opeens kapi tein geworden op een zinkend schip. En een kapitein verlaat zijn schip niet. Dat hebben de burgemeesters ook niet gedaan, behalve als ze van de brug werden geslagen zoals in Rilland bijvoorbeeld. In dit dorp was de burgemeester er en zijn brug was heel gebleven. Hij verga derde, hij kreeg bezoeken. Belang rijke en onbelangrijke en van de laatste misschien wel de meeste. Want iedereen denkt, dat z ij n zaak belangrijk is. De mensen willen in hun huis om te kijken of het er nog staat en of het geld er nog is. Of er niets weg is gedreven en zo ja, of het dan hopelijk niet de cyclamen is, die nét zo mooi bloeide. Men wil vergunning hebben om te mo gen varen en om de gemeente in- en uit te mogen. „En wanneer kun nen we nou terugkomen, burge meester...?" De burgemeester zou gék worden als hij niet zo kalm was. Kalmte kan de zaak redden. Iedereen moppert misschien, maar ik geloof, dat h ij het is geweest die autobussen bestelde enkele uren voor de ramp. En met die autobus sen, die in pendeldienst gingen rij den, werd een groot deel van de bevolking tijdig geëvacueerd, zodat het aantal slachtoffers zo gering was.. En de brandweer heeft alarm gemaakt, zo veel ze maar kon. En de burgemeester praat daar niet over. Hij heeft genoeg aan zijn hoofd. Als hij 's avonds thuiskomt, zitten er twaalf evacué's, die hij heeft opgenomen. De telefoon staat geen minuut stil. Er liggen expres sestukken en er komen ook hier mensen aan de deur die „de burge meester zélf moeten spreken." Nee, ik ben niets jaloers op die baan. Ergens bij een meneer die bedrijfs leider is aan de houtfabriek, maar die nu duizend andere dingen tege lijk doet, woont nu ook de dokter in. Eén van de dokters, want er zijn er twee op dat dorp. Hij is zijn huis uitgevlucht, dat in het lage gedeel te van het dorp staat. Alleen de auto is gered, maar die was al in veiligheid gebracht. We zijn even in het huis van de dokter geweest, de fotograaf en ik. Een prachtig huis is dat geweest. Een oud, degelijk, rijk huis. Dokter woonde er pas in, had de practijk overgenomen van zijn overleden schoonvader. Maar het stond na tuurlijk vol water en we konden er met laarzen aan nét in komen. Dok ter liet ons alles zien: zijn practijk- kamer, zijn apotheek, die hem zo na aan het hart lagen. Alles is weg op duizend poeders na, die als door een wonder, droog bleven. Ik heb geen verstand van medische spullen, maar de foto's zeggen U genoeg. Ik heb ook de rest van het huis bekeken: de kamers, de hall. Een triest geheel. Dokter was stil. Hij had gehoopt, dat het niet zó erg zou zijn. Zeker, alles is zwaar-eiken, massief en hecht. Maar is het tegen dit water bestand? We verlaten het huis maar weer, voorzichtig wadend door het water dat hol klotst in de garage, waar nu de boot gemeerd ligt die ons bracht. Onderweg terug praten we nog even over het werk. „Veel pa tiënten zijn er natuurlijk niet", zegt dokter. „Die zijn bijna allemaal ge ëvacueerd. Maar er zijn nu zoveel andere dingen. Er moeten inkopen gedaan worden door de gemeente. Er moeten allerlei diensten komen en we verdelen de mensen die er nog zijn in allerlei groepen, in ploe gen dus. De binnengekomen spul len voor hulp moeten redelijk ver deeld worden, mensen krijgen kle ren en voedsel. Dat alles doet je je eigen zorgen even vergeten. Want het zal moeilijk zijn, dat alles weer terug te krijgen. En ik mag nog niet eens klagen. Want ik houd mijn klanten immers. Patiënten blijven er nu eenmaal in de wereld. Nee, ik mag niet klagen We zijn ook bij de dominee geweest, die de pastorie vlak naast de kerk heeft staan. Op onze eerste tocht komen we vergeefs, dominee is uit: „de hele dag weg", zegt zijn vrouw uit het raam van de bovenverdie ping. „U begrijpt, dat het èrg druk is. De gemeente is erg verspreid en dan zijn daar de vermisten en de mensen die verdronken zijn Het zal wel laat worden vanavond." 's Avonds zijn we terug geweest en nóg was dominee er niet. Maar hij kwam spoedig, met een bootje, in donker. Het bootje kon nèt door het tuin hek. Een paar dagen geleden was dat niet nodig: toen stond het water nog zó hoog, dat de boot óver het hek kon. U vindt dat natuurlijk gek, maar dominee kwam met de boot binnen en meerde haar aan de trapleuning. Zo kon hij uitstappen en droog boven komen. Hij is onmiddellijk

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 8