DOETINCHEM HELPT HiP ssiy W mÊi - De burgemeester van Sommels dijk is een vriend van mijn man. Dat was de reden waar om wij juist dit dorp uitkozen als het doel van onze tocht naar het rampgebied," zegt mevrouw Boddens- Hosang, de echtgenote van Doetinchems eerste burger. Ze staat in de consistorie kamer van de oude, Nederlands-Her vormde kerk van Sommelsdijk en strijkt een paar verwaaide haren van haar voor hoofd. De vermoeienissen van de laatste dagen hebben hun sporen achtergelaten op het gezicht van deze vrouw, die, als duizenden Nederlanders, bij het eerste alarm haar veilige huis in de steek liet om te gaan helpen in het inferno van storm en water, dat de vredige Zuid hollandse eilanden werden in de nacht van de eerste Februari. Naast haar zit mevrouw Hartsuiker-Vaupell, in de uniform van districts-commissaresse vanhet Nederlandse Padvindsters-gilde. Twee vrouwen, wier namen de nu ge- evacueerde inwoners van Sommelsdijk lang in dankbare herinnering zullen houden. „Door de radio hoorden wij de eerste berichten over de ramp, die ons land getroffen had," vertelt mevrouw Bod- dens. „Wij zijn onmiddellijk aan de slag gegaan en hebben allereerst de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers, waarvan Een verhaal van moed, hulpvaardigheid, leed en water Aan het hoofd van een colonne van zeven trucks vertrokken op die rampzalige Zondag twee dappere vrouwen naar de verdronken eilanden. Het doel van hun tocht was het Flakkeese dorpje Sommelsdijk. Hoe ze het bereikt hebben, weten we nog niet. Maar ze kwamen er en hielpen. Een van onze verslaggevers noteerde het relaas van deze moedige expeditie, een verhaal dat aangevuld zou kunnen worden met vele andere en dat tekenend is voor de doortastendheid van de particuliere hulpverlening, ik presidente ben, gemobiliseerd. Hoe wel de meldingen bijzonder vaag en verwarrend waren, realiseerden we ons, dat de toestand zeer ernstig was en dat een hulpcolonne alleen dan goed en doeltreffend werk zou kunnen doen, wanneer ze zich geheel uit eigen voor raden zou kunnen bedruipen. Onze eerste zorg was dan ook een volledige equipage samen te stellen, die het de colonne mogelijk maakte als een zelfstandige eenheid te opereren. In een oogwenk was de inzameling georga niseerd. Van alle kanten stroomden de giften toe. Levensmiddelen, kleren, schoeisel, maar ook zeep, baby-voeding, drinkwater, kleine boten en reddings gordels stapelden zich op. Zeven zware trucks werden spontaan aangeboden en zo kon tegen half tien 's avonds het Mevrouw Boddens- Hosang, echtgenote van Doetinchems burgemeester, en de districts-commissa resse van het Neder landse Padvindsters- gilde, mevrouw Hart suiker-Vaupell (rechts), organiseer den de prachtige hulp, die het Gelderse stadje aan het ge teisterde Sommelsdijk bood. Aan het hóófd van een colonne van zeven trucks vertrok-, ken zij op de eerste Februari naar Over- flakkee. konvooi startklaar worden gemaakt. Wanneer u over deze actie schrijft, moet u zeker op de allereerste plaats laten uitkomen, dat wij deze tocht alleen hebben kunnen maken, dank zij de voor beeldige wijze waarop de inwoners van Doetinchem aan onze oproep gehoor hebben gegeven. Het was in één woord grandioos en ik ben werkelijk héél trots op onze gemeente." Er komt een man de consistoriekamer binnen. Hij is ongeschoren en kennelijk doodmoe. Van Nimwegen, stelt hij zich voor. In rustiger dagen hoofd van de openbare lagere school in Sommelsdijk, maar nu beheerder van het „Centraal Depót Voedsel en Kleding ter voorzie ning van de noodgebieden", een zeer ambtelijke en zeer deftige naam voor de kerk van Sommelsdijk, waar de goe deren tot halverwege de boogvensters reiken. Hij is in dagen niet uit de kleren geweest en het werken in water en vries kou heeft hem volkomen schor ge maakt, maar de heer van Nimwegen maakt de indruk zijn huidige taak nog voldoeninggevender te vinden dan het inwijden van de Sommelsdijkse kinder tjes in de geheimen van het Aap-Noot- Mies. „Er is hier een man, die dringend schoenen nodig heeft, mevrouw," zegt hij met zijn hese stem. „Zal ik een pas send paar op laten zoeken?" Het antwoord luidt natuurlijk beves tigend en dan gaat mevrouw Boddens verder met het relaas van haar nachtelij ke tocht. „Vóór de wagens geladen werden heb ik alles laten sorteren en nakijken. Aan vodden zou niemand iets hebben, dacht ik, en er zijn nu eenmaal, zelfs in de meest hulpvaardige plaats, altijd men sen, die een gelegenheid als deze heel geschikt vinden om hun rommelzolder op te ruimen. We hielden naar schatting zestig kubieke meter materiaal over, waaronder ruim drieduizend broden. Zo reden we tegen middernacht Doetin chem uit en begon een tocht, die ik niet gauw zal vergeten." Mevrouw Hartsuiker glimlacht bij de herinnering aan die nacht. Als ze van daag de dag het reisje van haar woon plaats naar Sommelsdijk onder gelijke omstandigheden nog eens moest onder nemen, zou ze niet weten hoe er te komen. En mevrouw Boddens geeft dat toe. „Het was een krankzinnige onder neming met zeven vrachtwagens naar een van de meest bedreigde plaatsen van het noodgebied te rijden, het léék tenminste zo. De wegen waren vol mili taire voertuigen en niemand kon ons vertellen of er een kans bestond over te varen. We reden in het aardeduister over dijken, die aan weerszijden be- spoeld werden door opgezweepte golven u moet zich dat indenken, een colonne, geleid door mensen, die heg noch steg wisten in een gebied, waar de wegen doodliepen in het water en de dijken af geknabbeld waren tot een smalle strook. Onze troost was dat duizenden op dat moment hetzelfde deden en dat het ging om kostbare mensenlevens. Voor dit soort bespiegelingen was trouwens geen tijd. Je dacht niet, je deed. Het was een plicht, vonden wij." „Hebt u, toen u eenmaal hier was, direct kunnen helpen?" „Ja, gelukkig wel. Rondom Sommels dijk en uit het vlakbij gelegen Nieuwe Tonge haalden de marine en particu lieren de mensen uit de bovenver diepingen van de huizen, soms met ware doodsverachting. Die totaal verkleum de stumperds konden bij ons wat op verhaal komen. Er hebben zich vrese lijke taferelen afgespeeld, ook later, toen de helicoptères begonnen met de redding van achtergeblevenen" Mevrouw Boddens zwijgt en seconden- lang hoort men in de consistoriekamer alleen het tikken van de klok. Ook buiten is het stil. Een vreemde, be klemmende stilte. Het is of het eiland treurt om zijn doden.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 10