EENHEID IN LEED VAKOPLEIDING en GETROFFENEN een paar daken van verdronken huizen. Verdronken koeien spoelen aan. Bij de molenaar is het laatste droge stukje en dan eindigt ook de weg in het water. Drie meter grond heeft de molenaar nog om zijn molen, maar hij staat erbij alsof hij de wacht houdt. Als wij hem vragen waar bakker Van der Linden woont, fronst hij de wenkbrauwen, wijst ons de richting en zegt: „hijzelf is er niet meer, alles staat onder water". Brood is er in overvloed. Maandagmorgen kwam de Burgemeester bij een der bakkers om 300 broden vragen. Toen zij gebakken gebracht werden, waren er juist 1000 broden uit Rotterdam aangevoerd. „Hoewel ik bakken kan, alles is bij mij nog droog," aldus bakker Overgaauw, „bak ik niet, want nie mand koopt brood. En dan, ook wij zijn mensen van de minuut." Juist komt de gemeentesecretaris de kaarten van de Burgerlijke Stand brengen om op de oven te dro gen. BESMETTING Je moet ook de macht van het water „zien", je moet zien wat het water vernield heeft om een een voudig begrip te kunnen vormen over deze ramp. In alle getroffen bakkerijen is, zodra het water wegspoelt, een keurmeester aanwezig om de schade op te nemen en levensmiddelen te vernietigen, om dat daar waar het water geweest is, gevaar voor besmetting aanwezig is. Door het opmaken van die rapporten kan worden vastgesteld hoe groot het verlies is. Daarom verzoeken wij de getroffenen niets zelf te vernietigenmaar steeds om een regu te vragen, hetzij van de Keuringsdienst van Waren, hetzij van een andere officiële instantie. De N. B. S. zal in en kele publicaties nadere instructies geven. Op de weg huiswaarts komen wij langs het Voo- rense Kanaal. Honderden militairen zien wij aan het werk met zandzakken. Vrachten planken, bestemd voor woningbouw, worden in allerijl aangedragen om een keerdam te leggen. Een jongeman vraagt te mogen meerijden. Hij is een Delftse student die met honderd medestudenten aan het werk is. Onze voor zitter had een honderdtal krentenbollen meegeno men, denkend hongerigen te vinden. Een gejuich gaat op, als deze jonge flinke knapen bij het ingaan van de avond zulk een lekkernij krijgen. „Leve de bakker", klinkt het. Bij de Sluis komen auto's met mariniers aan. De radio van zes uur voorspelt vorst en sneeuw. Wij spoeden ons naar huis om vóór donker over de brug bij Spijkenisse te zijn, naar ons veilig huis en vol tallig gezin. Maar duizenden werken door om an dere gezinnen en vee te behouden. Er zijn er ook die het geleden verlies niet kunnen dragen, moreel niet en financieel niet. Zij hebben „stille hulp" nodig, hulp van hun collega's van de N. B. B. Laten wij hopen dat de rust wederkeert, dat het water bedwongen is en wij met beide handen en een bereid hart mogen helpen, door u daartoe in staat gesteld. j.w. Als in een deel van t Land geween is, Dan merkt ge, dat ons V olk nog één is. Ons harte schreit, ons oog staart dof, als wij van het lijden horen dat Zuid-West Neerland trof, een ramp als nooit tevoren. De stormvloed eiste land en vee, de huizen en daarnevens eiste d'erfvijand de zee een groot aantal mensenlevens. „Ontzettend," zegt de mens en buigt zich voor de Hogere Orde. Maar hij is tevens overtuigd: „hier moet geholpen worden!" Zie nu zo schrikkelijk wordt geleên in 'n deel der lage landen, nu is ons Neêrlands Volk weer één, geen richting telt geen standen. Een ieder offert wat hij maar kan missen voor die stakkers. Als één man stonden z'allen klaar, ook de verdeelde bakkers. Men vroeg niet voor wie is dat wel? Men geeft, zonder gekibbel, gedachtig aan het oude woord: „Wie spoedig geeft, geeft dubbel." Ontzettend is de ramp gewis lang zal er nog geween zijn. Toch leert gij weer, dat 't mogelijk is, „dat Nederlanders één zijn." De ramp heeft ons deez' les gebracht: ,,In één-heid bakkers schuilt de kracht!" Bakker Jan Giro N.B.B. 16.37.62. „Watersnood" Het Bestuur van de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf te 's-Gravenhage deelt hierbij mede, dat de cursisten, die getroffen zijn door de watersnood of behoren tot gezinnen, die door de ramp getroffen zijn, voor het cursusjaar 19521953 vrijstelling krijgen van betaling van de 2de en 3de termijn cursusgeld, hetgeen dus betekent, dat de helft van het jaarcursusgeld door hen niet behoeft te wor den voldaan. Aan degenen onder hen, die reeds meer dan de helft van het cursusgeld betaald hebben, zal dit meerdere worden terugbetaald. Zij, die menen voor deze regeling in aanmerking te komen, dienen zich schriftelijk te wenden tot het cen trale kantoor van de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf, J. P. Coenstraat 6 te 's-Gravenhage, onder vermelding van hun naam, voor letters, adres (indien men tengevolge van de waters nood elders verblijft, laatste woonadres en evacuatie adres opgeven!), geboortedatum en -plaats en de cur sus, waarvoor zij ingeschreven staan. Bakkers bonds courant 103

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1953 | | pagina 2