Veel klei gaat jammer genoeg verloren bij het dichten van lekkage
der caissons en daar de hoeveelheid bij Noordschans beperkt is, wordt
al Boomse klei aangevoerd uit Hoboken bij Antwerpen.
Toen in 1918 de plannen voor de afsluiting van de Zuiderzee werden
voorbereid en de later gevonden keileemvelden nog niet bekend
waren, werd voor kleiwinning gedacht aan methoden, waarbij de
slappe klei, welke in de buurt der uit te voeren werken te vinden
was, eerst zou worden opgeslagen aan de wal, in lagen van 1.00 m
dikte. Nadat deze klei was ingedroogd en gekrompen tot een dikte
van 0.50 m, zou deze klei opnieuw worden ontgraven en verwerkt.
Zo vast als de later verwerkte keileem en de hier gebruikte Klun-
dertklei en Boomse klei, zou dit materiaal intussen nooit geworden
zijn. Als de dijken van Sehelphoek en Ouwerkerk met behulp van
klei, gewonnen volgens deze werkmethode, hadden moeten worden
gedicht en afgedekt, staat het te bezien of reeds thans het laatste
gat gedicht zou zijn.
Bij het bouwen van de afsluitdijk is ernstig naar leem gezocht. Bij
het afsluiten van het dijkgedeelte tussen Noord-Holland en Wieringen
is een leemveld gevonden van 12.000.000 m:! en nadien nog
meerdere kleinere velden.
In Zeeland is een dergelijke kleivoorraad helaas niet te vinden. Zo
doende moest, ten koste van heel veel geld en heel veel moeite, de
klei zo ver van hier gehaald worden. Tot laat in de avond kan men
aan de Moerdijk de molens „Rijn", „Marokko" en „Gorinchem" horen
knarsen.
En ook daar, ver van het eigenlijke slagveld, wordt gewerkt om zijn
„kluitje" bij te dragen voor het grote, gemeenschappelijke doel: het
eiland Schouwen-Duiveland weer toevoegen aan de kaart van Neder
land.
JAC. VRIJ.