NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH VLAANDEREN- 47. Twee en twintigste jaargang. 1881. r" .vvr, Jóu- Mark 'nr. N' slïïiseh J)it weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. Prijs der advertentie»van 15 regels GO centr elke regel meer T'/j cent. Üroote letters naar het go tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven benevens Ad verten tiën (uiterlijk des Donderdags avonds Mededeeliugen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever, of bij den Redact 4 ure) en gewone Berichten ol' Redacteur J. P. LEIJSENNAAR. Generaal Agentschap, N1JGI1 en \AN DITMAR, Algemeen Advertentiebureau te Rotterdam. Een blik op den toestand van Weste lijk Zeeuwsch-YIaandercn, ter ver gelijking met bet heden. (Vervolg.) Er waren in ons gewest, omslreeUs 1789, weinig of geen zoogenaamde patriotic... Patriot behoorde tij zijn, wat het eigenlijk heteekont, een vaderlander, een beminnaar van het vaderland, doch 't is met dit woord gegaan als met het sehootie woord liberaal of vrijzinnig. Even als de libe ralen, namelijk zij, die zich dien eernaam aanmatigen iu onzen lijd, over 't algemeen toonen alle vrijziunigo beginselen tegen over hunne tegenstanders te verzaken. n'*lnae4. hef rv.frinlice.p ,j tegen het stadhouderschap en ondankbaar heid tegenover de Oranjevorsten, met welke Nederland staat of valt. Nu ons gewest telde maar zoo weinig dusgenoemde patri otten, dat men ze in iedere gemeente als met den vinger kon aanwijzen. Do patriotten verkochten ons aan Frankrijk, uit haat tegen onzen ouden bondgenoot Engeland. Wij hadden ons, tengevolge dersloute aanmatigingen van die patriotten, Engeland tot vijand gemaakt. In plaats van onze eervollo en voordeelige onafhankelijkheid te handhaven door eenestrikloonzijdigheid, steunde men, om voordeelswiüe, de opge stane Amerikanen, wier opstand, hoegrootsch ook ton opzichte ran edele beginselen, men niot kan vergelijken met die, waarvoor ooze vaderen in de XVIe eeuw gestreden heb ben. Een natuurlijk gevolg was dat, waar een lid lijdt, alle leden lijden. De genera liteit bezweek voor do overmacht derEn- gelschea op zoo en do koloniën en de generaliteitslanden deeldon in de rampen hunner heeren en meesters. Sterk ver wondert liet ons dus niet, dat wij ook hier een ontevredene partij hadden, die de oogon op Frankrijk vestigde en het toneel, waarop daar de omwenteling gespeeld werd, met belangstellende aandacht gadesloeg. Het uitzichtop meerdere onafhankelijkheid dan de enkele vonken, die wij daarvan be zaten, moest wel voor sommigen zooveel aantrekkelijks hebben, dat ze, eer en plicht vergetende, een glansrijk verleden vergaten, enkel door de krankzinnigheids- verschijnselen van een vrijheid, die op dit ondermaansche nimmer zuiver genoten kan worden. Amerika dan zegt menWelnu, zoo sprak mon ook toen. Amerika scheen het model gemeenobest te zijn en was dit ook workelijk voor zoover zulk model be staan kan, doch ook aan den vrijheids boom daar knaagde een worm. De aiislo- cratie van 't geld en de ruwe kracht traden hervoort, en onze dagen zien het schouw- spol van eigenbelang, omkooporij, knoeierij, kortom van stoffelijke geweldenarijen, hoe- danige behalveiu Frankrijken een korte poos in Engeland, nergens meer te vinden is; de barbaarsche staten van het Oosten toch kunnen ten dezo in geen aanmerking komen. Weina we kregen onze Fransche broeders; wij werden leden der conigo en ondeelbare republiek. Vrijheid, gelijkheid, broederschap zoo klonk het ook ton onzent, alleen zat er nog zoo veel van de oude voorzichtigheid iu, dat met het bedreigend bijvoegsel Of do dood! stil achterwege liet. 'Toen kon men op ons toepassen wat ons van Rehabeam verhaald wordt «mijn vader beeft u met geesolon gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden." De strenge heeren van den vrije verdwenen ills VV'tStN^Tfl j{» rlo.tiviïuf rltml» r»'f> l'i'An-n» I v- Tfu^ „WM.v0w.. onze vaderlijke prefecten en burgers en burgeressen eu webetaaiden wat minder, omdat do lasten over millioeneti verdoold waren, waarover wij (en dit is ook het oeuigste lichtpunt met het oog op ons bestuur in ouzo geschiedenis van 200 jaron) toch wat erg te klagen hadden, in den regel ten minste Alles werd hervormd Dominéés of schoolmeesters betalen, bah ze waren geen ambtenaren, ze pasten niet moer iu 't raderwerk van liet werktuig der verlichting. Onze gemeenten werden op nieuw als communes onder de prefectuur en sous- profecluur gecentraliseerd; onze beroemde instellingen van weldadigheid, zonder op hare herkomst acht te geven, gecentrali seerd, onze zeden bedorven. Handel 011 landbouw werden gedrukt door deinkwisitio zegge: rekwisitie, en 't scheelde maar weinig, of de christenen, volgons het Evangelio van Jean Jaques, de oprakelaar van de zeor misvormde Republiek van Plato in zijn contract social, (zoogenaamd maatschappelijk verdrag) de Eutopischo grondwet ook van onze hedendaagscho zich noemende volksverlichters, 't scheelde maar weinig, zeg ik, of die lieve christenen lioten hier, om de gelijkmaking in toepas sing te brengen, eene guillotine aanrukken, om op onze markten geld te slaan, nadat men de eigenaars van dat geld, zooals men schertsend zeide, een kop kleiner go- maakt had. Gelukkig trof Robespierre bet gowone lot van zulke honden. Hij werd eerst als een hond doorschoten en vervol gens zijn stelsel van gelijkmaking ook op hem toegepast. De ellendige, zwartgallige, droge figuur de ijskoude formule, wiens geheele leven en zijn leugen was en op leugen rustte, werd zooals alle leugenaars vernietigd en ten laatste ging ook de model republiek ten gronde onder de ijzeren hiel des nieuwen Caesars. Nu genoten we eerst volop onze rechten. Onsbijzondervermogen, de heilige schatten werden getiercoerd, dat is eenvoudig weg voor 2/3 met een pen- nestreek vernietigd, opdat wij in dezen gelijk zouden zijn met onze lieve broederen de Franschen, onder het vaderlijk bestuift- van den grooton Napoleon, wien eon koud bloedig, gevoelloos, eigenbelangzuchtig, trotsch en vermetel rooVcrhoofdman to noe men, oi:s nog als schande wordt aange rekend. Als liet eigenbelang gold dan had Bonaparte, de krijgskunsl daargelaten, die iu ons oog toch zoo edel niet is als velou zo achten, nog een scherpon, voor- uilzienden blik. Hij kwam ook onder ons, dat wil zeggen hij reisde even langs de zeekust, doch hij zag genoeg, om to zien welke rijko domeingoederen hier ontston den welke schatten do zee ons als 't ware letterlijk toewierp eu hi: -'-node zeer j «uwü uit gov» col lucgaiiiveiijKol" maken moest ton bate van 't keizerrijk. Hij liet een vaart graven van Brugge naar Sluis, ten koste des levens van menig on gelukkig Spanjaard, die de verdodiging van zijn vaderland met het vorlies zijner vrij heid betaald had hij beval den aanleg van een heerweg van Maldeghem naar Breskens, die ons met do Vlaanderen in verbinding stelde en zeer zeker zou hij, in dien hij do spoorwegen gekend had, er ons een of meer hebben geschonken, want do spoorwegen zijn bijzonder geschikt voor het snelle vervoer van soldaten, kanonnen oil fourago Wilde hij den heiligen van Damme beloonen, wel 't middol was spoe- dig gevonden Hij schonk hem hot vrucht gebruik voor een halve eeuw van al de schorren in het Zwin en zijn trouwe satelliet sloeg do hand aan 't werk dor bedijking. Dat daardoor de haven van Aardenburg vornietigd werd un die van Sluis meer en meer verzandde, dat ging hem niot aan zijn koude kleeron; zijn woord was een wet en hij sprak als machthebbende. Toch kou hij ook nederbuigend goed zijn. Onze zonen, de kern des volks, had hij lief en kleedde ze in warm lakon. Hij ver- siordc zo met kleuren van allerlei aard, met goud en zilver en zo droegon blanke wapenen. Ze leerden ook Fransch vive l'Empereur l'honneur et la patrio (patrie is vaderland, maar niet het hunne) en zoo kwam het, dat daar hondordou roem vol sneuvelden op het veld van eor (van do verpesto holen van Maagdenburg en Dantzig, van do Spaanscbo dolken en vergiftmengselen zweeg men eenvoudig stil Het gebeente dezer helden, wit ge bleekt door de bleeke Russische zon, ver sierde bij uitnemendheid het kerkhof van zijnen oorlogsroem, de eentoonige velden eu steppen der barbaarsche Moskovieten, die van een heilig vaderland en een geliefden Czaar durfden droomen. De hedendaagsche burger, voor zoover hij de nagodaehtenis

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1881 | | pagina 1