NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN- N°. 48. Negentiende jaargang. A°. 1878, Vrijdag 20 November. Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. '-•.J'rijs der advertentiënvan 15 regels 60 cent, elke regel meer 71/2 cent. Groote letters naar het ge tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure) en gewone Berichten of Mededeelingèn van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever, of bij den Redacteur J, P. LEIJSENNAAR. Generaal Agentschap, NIJGII en VAN DITMAR, Algemeen Advertentiebureau te Rotterdam. Een woord naar aanleiding der inge zonden stukken voorkomende in Zelandia van 24 November jl. De Zelandia van 24 Nov. jl. ons toege zonden, hoeft niet olleen bij ons, maar ook bij een groot gedeelte van het publiek oen zeer slechten indruk gemaakt. Het blaadje kenmerkt zich, behalve door eene zeer eenzijdige richting, ook vooral door een geest van oppositie, die zich op een toon van gezag uitspreekt. Eerst bekroop ons den lust 0111 op heide ingezonden stukken, opgenomen buiten verantwoordelijkheid der redactie, het stilzwijgen te bewaren, omdat ze ongeteekend zijn. Immers schermen tegen windmolens is in den wind geschermd! Doch om ons te verantwoorden tegenover het publiek, men versla ons wel, niet tegen over de anonyme schrijvers in Zelandia. maar tegenover het publiek, dat allicht ons stilzwijgen als een stil beamen der stukken of misschien wel als een soort van vrees zou beschouwen,hebbenweousde moeite getroost even op de scheve voorstellingen, hatelijke insinuatien en grove onwaarheden, daarin vervat terug te komen. Intusschen geven wij den inzenders dier stukken bij voorbaat de verzekering, dat we in 't vervolg niet de minste notitie hopen te nemen van derge lijk adderspog, hoezeer men ons ook den oorlog verklare, lenzij er gestreden worde met open vizier. En dan ook wete, niet alleen Zelandia, maar het gansch lezend publiek, dat wij ons tot den strijd zullen aangorden, open en eerlijk, overal waar het plichtbesef en rechten geldt. Eén ding ech ter betreuren we, dit nog vooraf dat het blaadje begonnen is een dergelijken toon aan te slaan. Ons gewest toch wordt be woond door eene gemengde bevolking, en tot hiertoe is de verhouding tusschen Katho lieken en Protestanten, wij durven dit luide getuigen, over het algemeen zeer gunstig geweest. Meermalen werd ons in Belgie gezegd door personen, die met onze streek hekend zijn «Bij u komen Protestanten en Katholieken beter overeen dan bij ons de liberalen en klerikaleu, en dat zijn nogtaus alle Katholieken" En nu ademt dat blad, onzaliger geboorte, een geest van tweedracht, die ons onwillekeurig doet denken aan een jezuitiseh devies Verdeel en heersch Wat nu zal daarvan 't gevolg zijn Het zal als 't ware een vingerwijzing worden voor den Protestant om op zijne hoede te zijn, omdat hij zich uit ieder dier zwarte volzinnen hoort toeroepen Waakt, want het wederzijdsch vertrouwen is ge weken En zou het niet te bejammeren zijn, dat een gansche bevolking zou moeten lijden 0111 de dwaasheden van enkele fanatieken? Immers bij verschil van godsdienstig geloof kan er toch ook zeer goed vertrouwelijke omgang en een gezamenlijk werken op maatschappelijk gebied bestaan? En hieraan bevorderlijk to zijn is ten allen tijde ons streven geweest; doch wij willen met onze verantwoording niet vooruitloopen we willen trachten de ingezonden stukken zoo veel mogelijk op deu voet te volgen en de hatelijkheden, daarin uitgekraamd, achter eenvolgens te bespreken. Zelandia zegt»St. Anna ter Muiden kan, dit is een openbaar geheim, zijn lasten niet meer dragen, het verkeert in een be rooiden toestand. Met de gemeente Sluis is het niet veel beter gesteld." Wat St. Anna betreft, we weten dat dit eene arme, kleine gemeente is, doch voor zooveel Sluis aangaat, kunnen we Zelandia de overtuiging geven, dat geenszins de aanhechting eener naburige gemeente vereischt wordt om de berooide stadskas te vullen. Integendeel, waar betrekkelijk zoo weinig lasten worden betaald en die tasten zoo weinig merkbaar zijn opgevoerd na den aankoop der gronden 111 en om de gemeente gelegen en die toch met het niet onaardig sommetje van vijf en dertig duizend gulden zijn afbetaald geworden, dan durven we zeggen, dat Sluis in dit opzicht eene schoone toekomst te genioet gaat. De gemeentelasten zullen gaandeweg verminderen. En daarom is door ons nóch het voor- noch het nadeel der vereeniging van Sluis, Heille en St. Anne besproken, wij hebben dit 0. i. tamelijk wel in het midden gelaten. Alleen hebben we, zoo kort moge lijk, als ons persoonlijk idéé, betrekkelijk de vereeniging gezegd we gelooven, dat het voor Sluis niet kwaad, voor Heille niet zoo erg schadelijk en voor St. Anne zeer 1voordeelig zoii zijn. 'tls waar dat we gesproken heoben van Heille's ruime in komsten, maar Sluis heeft die niet minder, zoowel gemeente- als armeninkomsten, ter wijl het daarenboven zijn gast- en wees huis bezit, waarvan hij eene eventueele vereeniging ook de bewoners van Heille zouden kunnen profiteeren. Neen, Sluis be hoeft niet uit zijn benarden toestand gered te worden door de protestantsch-aristocra- tische familie Henneguin, (foei, vuile uit drukking, benedenkritiek!) die daarin niet slagen kan, zooals Zelandia zegt. Zou het misschien heter gaan als er eene katholiek- aristocratische regeering aan 't hoofd stond? Maar, eilievehoeveel Hennequins zitten er dan wel in de regeering Naar ons beste weten slechts twee en dat zijn de Burge meester Jacob Hendrik Hennequin en de Wet houder Jacobus Maria Hennequin; de andere vijf leden yan den raad zijn, daarvan zijn we zeker, zoo onafhankelijk, dat ze vrij voor hun gevoelen durven uitkomen, zon der iemand naar de oogen te zien. Dat het ons overigens vrij onverschillig is wat de Tweede Kamer of Z. M. doet met be trekking tot de combinatie, zal Zelandia uit het gesprokene gemakkelijk kunnen af leiden, als men ten minste, en hierop heb ben we vroeger bepaaldelijk gewezen, de drie gemeenten tot ééne maakt, of wel ieder der gemeenten afzonderlijk laat, zooals het tot nu toe geweest is. Ten slotte van dit artikel spreekt Zelandia oyer een paar zoogenaamde feiten, die wel als insinuatien mo'gen uitgekreten worden. Wij verklaren echter niet te' begrijpen wat natuurlijks er in steekt, dat de gemeenteraad van Sluis (hier mede worden van zelve de leden bedoeld) met den burgemeester protestantsch zijn, evenmin als dat de gemeenteraad van Heille katholiek zon zijn, terwijl zijn burgemeester zulks niet is Moet nu het publiek door zulk eene laffe en niets bewijzende stelling tot de overtuiging gebracht worden, dat „de Roomschen er meer goed voor zijn"? Of zijn hier alweder de verkorte rechten in het spel waarop door sommige katho lieken zoo gaarne gezinspeeld wordt? Im mers in Nederland, waar meer dan in menig rijk alle mogelijke secten vertegenwoordigd zijn, gelooven wij dat niemand minder dan de katholieken reden tot klagen hebben over achteruitstelliug, en dit is ook niet noodig Maar waarom dan die hatelijkheden, die tot niets anders leiden kunnen dan tot partijhaat, welke nooit anders dan de nood- lottigste gevolgen na zich slepen kan Wij hopen dat in dezen de weldenkende katholieken zullen toonen gezond verstand genoeg te bezitten, om 'zich niet te laten ophitsen noch beheerschen door een vuilblad dat bezig is in ons gewest een geest te verwekken, die noodwendig de zwartste partijhaat in het leven moetroepen. Niets toch is ellendiger dan dagelijks met elkander te moeten omgaan met een zeker wantrouwen. Thans ligt het 2e ingezonden stuk, ge- dagteekend Sluis, 19 November aan de beurt. Dit stuk munt uit door allerlei soort van liefelijkheden, die er in uitgespuwd worden tegen het Siuisch Weekblad. We wisten waarlijk niet dat ons blaadje het zoo verkorven hadvolgens Zelandia loopt het over van gloeienden papenhaat. Het nieuwe orgaan echter belooft nu te zullen daar zijn om de rechten der Katholieken te doen eerbiedigen, dewijl de zaken zoo wat anders geworden zijn. Wederom die verkorte rechten! (sic). „Wij", zoo spreekt de inzender van dit stuk, die tevens een Katholiek lezer van het Siuisch Weekblad is, „wij verklaren zoo noodig den oorlog aan het Siuisch Weekblad." Maar wie toch zijn die wij We hebben hier vóór ons een blad dat den naam draagt van 'Zelandia, docli overigens zoeken wij in die courant te vergeefs, zoowel naar den naam van den uitgever en redacteur van het blad, als naar den naam van den inzender der- stukken Wie dan toch in vredesnaam is het, dio ons den oorlog verklaart Is het soms een onzichtbare helsche geest, die het licht schuwt, en bij voorkeur in de duisternis werkt om zijn snoode plannen bedektelijk te kunnen uitvoeren Wij dagen u uit met open gelaat en zonder masker voor het aangezicht met. eerlijke wapenen in het .strijdperk te treden, dan ook beloven wij u, dat het kampveld door ons niet zal ontweken worden. Hoort nu waarom de inzender zoo verwoed is op ons weekblad. „Het blad, zoo zegt Zelandia, „veroorlooft zich of heeft zich in vroeger dagen veroorloofd te spreken over: lo. Knoeierijen inliet Vati- caan._ Zouden we noodig hebben de gesckie-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 1