Buitenland. Binnenland. tonbelt waarin hij zijn dank toebracht aan hecren kerkvoogden en notabelen voor de medewerking die hij tot de viering van het feest zoo ruimschoots van hen had mogen ondervinden. Verder bracht hij den dank der gemeente over aan de opgekomen pre dikanten, terwijl hij den saamgekomenen voorstelde om hen biddende toe te zingen het laatste vers van Psalm 134. Met de vraagWeet ge wat ge wilt ge meente van Sluis heeft deze dag u iets te zeggen werd door den tegenwoor- digen leeraar nog een ernstig woord tot de gemeente gericht. Hij hoopte dat ook bij ons de godsdienst der vaderen in eere zou worden gehoudendat ook bij ons de onder linge bijeenkomsten niet nagelaten zouden worden, die zoo zeer geschikt zijn tot onze stichting en opbouwing, dat ook wij onzen kinderen zouden voorgaan en den weg wijzen in leer en in leven; in een woord: hij hoopte dat do oude tijd niet tegen ons zou getuigen. Ben en ander werd door hem gesloten met gebed en dankzegging waarna tot slotzang door de gemeente werd aan geheven Psalm 103 vers 1. ïlians werd de arme aanbevolen en daarna de apostolische zogenbede uitge sproken, na welke plechtigheid ieder zich huiswaarts begaf; wij geiooven met een in druk die voor velen gezegende vruchten zal achterlaten. De eerste vrucht dezer feestviering was: een ruime collecte Uit deze collecte is cene buitengewone en ruime bedoeling ge houden onder de armen, voor wie derhalve dit feest een dubbel feest is geweest. Na afloop der godsdienstoefening ver- oenigden ouderlingen, diakenen, kerkvoog den en notabelen en leden van het kiescolle- gie zich met de predikanten ten huize van ds. Knottenbelt, waar nog menig har telijk woord werd gesproken en waar men nog eenigen tijd geuoegelijk hij elkander bleef. De wet tegen de socialisten in Duitsch- land is Zaterdag bij hoofdelijke omvraag met 221 tegen 14!1 stemmen aangenomen. Vóór stemden, zonder uitzondering, al de aanwezige leden der beide conservatieve fraction en van de nationaal-liberale partij, benevens de groep Lowe en eenigo libe ralen, die zich nog bij geen partij hebben aangesloten. Daarop heeft prins Bismarck een keizer lijke boodschap voorgelezen, waarin hij werd gemachtigd, de zitting van den Rijks dag te sluiten. Ilij gaf zijne tevredenheid te kennen over do aanneming der genoemde wet en verklaarde, dat de Bondsregeeringen vast besloten zijn, van de haar in die wet toegestane middelen gebruik te maken tot het aanwenden van welmeenende pogingen om de op maatschappelijk gebied heer- sclicnde ziekte te doen verdwijnen. Dit zal wel niet binnen de 2"a jaar gelukken; maar de Bondsregeeringen hopen, na het tot nu- toe verhandelde, te mogen rekenen op eene verdere tegemoetkoming. Na deze verklaring is de vergadering, onder een driewerf »hochter eere des keizers, uiteengegaan. De quaestio tusschen Engeland en Afgha nistan komt nu in een geheel ander daglicht. Het is thans meer en meer gebleken, dat de Britsche onderkoning lord Lytton schuld heeft. Wat toch was het geval? Lord Lytton zond een boodschapper naar den emir met een schrijven, waarin hij den vorst van Afghanistan op vrij plompen toon (naar 't schijnt) de vraag stelde, of deze geneigd was eene Britsche missie in zijne hooidstad te ontvangen? Nu zou men meenen, dat allereerst het antwoord van Shir Ali op die vraag diende te worden afgewacht. Maar lord Lytton dacht er anders over hij verloor na een kort tijdsverloop liet geduld, en zond zijne missie, vergezeld van een duizendtal gewapenden, alvast op pad. Dit deed hij zonder op zijn vraag aan den emir een enkel woord van bescheid ontvangen te hebben doch zeer wel we tende, dat de emir zich steeds afkeerig verklaard had van het ontvangen van Brit sche gezantpn. Was het dan wonder, dat de Engelsclie troep te Ali Müshid terug gewezen werd? Dat de Afghaansche offi cier (niet met bedreigingen maar op hoffe lijker. toon) den Britschen majoor te ver staan gaf dat hij geene vrijheid had tot toelating van de missie op des emirs ge bied? Volstrekt niet. Shir Ali handelde als onafhankelijk vorst, volkomen naar zijn recht, en zonder de minste onnoodige ruw heid. Lord Lytton daarentegen, die zich niet verwaardigde des emirs antwoord af te wachten, ging te werk met de minachtende aanmatiging, die den Engelschen, ondanks hunne vele deugden, in gansch de wereld vijanden maakt, en die dan ook in waar heid èn belachelijk èn onduldbaar is. Dientengevolge slaan vele Engelsche bla den thans een geheel anderen toon aan, en keuren eene aanvallende politiek tegenover Afghanistan ten sterkste af. Engeland. Edison's uitvinding. Volgens den redacteur van den New-Yor ker Sun, door wieu het bericht omtrent Edison's uitvinding in de wereld gezonden werd, heeft Edison tot hem hel volgende gezegd «Met het procédé, dal ik kortelings ont dekt heb, kan ik 1000, ja 10,000 lichten voortbrengen, door middel van een enkelen electrischen toestel. Of liever, hel aantal is onbeperkt. Binnen eene week of wat, zoo dra ik deugdelijk octrooi zal verkregen heb ben, zal ik het publiek een proefje geven hoe schitterend en goedkoop mijn licht is. Dan zal 't met de gasverlichting gedaan we zen. Met vijftien of twintig dynamo-olec- trische toestellen, volgons de pas verbeterde constructie van Wallace, kan ik heel de be nedenstad van New-York verlichten. Ik ge bruik dradon. Die draden moeten geïsoleerd in den grond worden gelegd ovenals de gas- pijpen. Ik denk ook de gewone gasbranders en luchters in gebruik tc zullen kunnen la ten. In elk huis kan ik een lichtmeter aan brengen. Zoodra men licht wil, heeft men slechts op een veertje to drukken. Geen lucifers meer En alsof dit niet genoeg ware, belooft de heer Edison dat zijne uitvinding ook als motor of verwaïme,op fabelachtig goed- koopo wijze zal kunnen dienst doen. Zij zal den elevator en de naaiinachiuein beweging zetten, het vuur vervangen in haarden en fornuizen. Een waar factotum zal zij wor den, zoodat men het leven schier om niet zal hebben Waar zóóveel fraais voorgespiegeld wordt, en dit enkel op hooien zeggen af, daar is zeker een weinig twijfel niet misplaatst. Terecht werd dan ook door den Ecunomist opgemerkt, datproefnemingen, dieop kleine schaal wonderen beloven, op groote schaal niet zelden erg teleurstellen zooals b. v. de telephoon. Mocht intusschen alles waar blijken, wat Edison don berichtgever yan de Sun meedeelde, dan zullen de gas-maat- schappijen met haar pijpennot in de beste positie verkeeren om terstond de nieuwe uitvinding in practijk te brengen. SLUIS, 24 October 1878. Hot verzoek door den predikant der doopsgezinde gemeente te Aardenburg ge daan aan Burgemeester en Wethouders om na het eindigen der schooluren op een be paalden dag der week godsdienstonderwijs te geveu aan eenige zijner ieorlingen, is toegestaan. Donderdag werden 7 candidaten te Middelburg geëxamineerd als hulponderwij zer, waarvan 4 toegelaten de heeren P. J. Luteijn van Zuidzande, J. C. A. C-roin van Sluis, A. C. Bootsgezel van Breskens en A. J. P. Mazure van Groede. Men schrijft uit IJzendijke. Jl. Vrij dag heeft S., winkelier en koopman, zich door middel van een scheermes den hals afgesneden. Achteruitgang in de affaire en dientengevolge moedeloosheid schijnt de oorzaak van den zelfmoord te zijn. Benoemd tot dijkgraaf van den Sint- Anna- en Nieuwehoven-polder, J. de Hullu. Het Dagblad verneemt van zeer ver trouwbare zijde, dat de berichten omtrent het voornemen van prins Alexander om zich buitenslands te (Stutlgart) te vestigen, ge heel onjuist zijn. In hot belang zijner ge zondheid gaat hij eenigen tijd naar Algiers, maar blijft in de residentie gevestigd. Do Haagsche gemeenteraad heeft be sloten aan Z. M. den Koning bij zijn aan staand huwelijk uamensde ingezetenen een geschenk aan te bieden en die te Vlissiugeu zond een adres van gelukwensching aan Z. M. Z. M. heeft benoemd tot hofkapelaan dr. C. E. van Koetsveld, predikant hij de Ned. Herv. gemeente te 's Gravenhage. Nader wordt bevestigd, dat het hu welijk van Z. M. den Koning in het laatst van Januari zal voltrokken worden. Naar men verzekert, zou mr. C. Th. baron van Lynden van Sandenburg, oud- minister van justitie, van Z. M. den Koning de vereerende opdracht hebben bekomen om het huwelijkscontract op te stellen. (Dbl.) Aan het departement van biunenland- sehe zaken wordt reeds een aanvang ge maakt met het voorbereidendo werk voor de in 1879 te houden algomeene volkstelling. Door den minister van dat departoment is dezer dagen aan de Commissarissen des Ko nings in de provinciën eono circulaire ge zonden, waarbij wordt te kennen gegeven, dat do vraag is gerezen, in hoeverre voor die volkstelling de voorschriften van liet kon. besluit van 9 Juni 1869 (Staatsblad no. 103) nog kunnen worden gevolgd. Om trent deze vraag wensehl ZExe. het gevoe len van die Commissarissen en van de bo- sturen der voornaamste gemeenten te leoren kennen. De minister vestigt hierbij de aan dacht op de volgende punten lo. Is het raadzaam, de volkstelling te doen plaats hebben volgens de werkelijke woonplaats, in den zin van art. 14. Ietter G, van het aangehaald besluit én niet volgens het werkelijk verblijf 2o. Zoo ja, welke voorschriften zouden daartoe noodig zijn 3o. Welke verandering der voorschriften maakt het kon. besluit van 21 Sept. 1877 (Slaatshl. no. 185) noodzakelijk BRIEVEN UIT PARIJS. Parijs 19 October 1878. Hoewel we al laat in den tijd beginnen te komen, blijft de toevloed van vreemdelingen die Parijs bezoeken niet te min yooi tduren on léveren straten en pleinen nog voortdu rend het schilderachtige schouwspel op der dooreenmengeling van alle mogelijke klee derdrachten. Turken, Arabieren, Perzen, Annamieten, Chinezen, Indianen, zelfsRood- huiden ontbreken niet op het appèl der na- tien en wandelen rustig door elkander. Nu eens ontmoet gij oeu Rus, een Spanjaard of een Schot, dan eens een Elzasser of een Fransche provincieman in zijne eigendom- melijkc kloeding. Alle mogelijke coslutres zijn hier tegen dezen zomer vertegenwoor digd en geven zich voortdurend rendez vous op het Trocadero en het Champ de mars- Alléén do blouse ontbreekt; de blouse, voor slechts weinige jaren geleden nog, zelfs hot Zondagskleed voor den Franschen werkman uitmakende, is totaal verdwenen. Nu,'tis stellig een verbetering en er is niels vreemds in gelegen. Daar, waar dekleêren zóó goed koop zijn als te Parijs, behoeft mon waar- L

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 2