Mflfm WilMiWKU NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD MN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN Negentiende jaargang. Vrijdag 4 October. De stichting der Hervormde gemeente te Sluis. Buitenland. No. 40. Ao. '1878. Dit weekblad verschijnt ied^eS Yrijdag Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. Prijs der advertentiënvan 15 regels 60 cent, elke regel meer 7,/a cent. Groote letters naar het ge tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 en gewone Berichten of Mededeelingen van Corresponded, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. ure.) Generaal Agentschap, NlJGH en VAN DITMAR, Algemeen Advertentiebureau te Rotterdam. Nog één' predikant hebben wij te vermel den, en wel Gulielmus Comantius, van wien in ons actenboek bet eerst wordt melding gemaakt den 27 Maart 1583. Hij was toen predikant te Dixmude, waar bij sedert 1580 in de Evangeliedienst arbeidde, maar van waar hij in de laatste lielft van 1582 aan Sluis geleend werd. Waar schijnlijk was hij vroeger Karthuizer mon nik te Roermond geweest en had de Her vormde godsdienst aangenomen. Op den 21 Maart 1583 nam hij voor 'teerst zitting in den Sluischen kerkeraad, zoodat hij van nu af als predikant van Sluis mag worden aangemerkt en er dus nu weder twee predikanten waren. Niet lang was Comantius te Sluis, slechts twee maanden, of hij werd te Iperen beroepenhieraan werd echter geen gevolg gegeven. Ook Dixmude deed nog meer dan ééne poging om den gewensch- ten leeraar terug te krijgen maar ver geefs. Het viel den 31 Julij 15S3 in Parma's handen, en van toen af mag Comantius als vast predikant te Sluis worden aange merkt. In Januarij 1584 werd hij tot tweeden predikant te Goes beroepen, doch vruch teloos. In 1584 was de gemeente zóózeer toegenomen, dat op den 20 April werd voorgesteld een' derden predikant te be roepen 't is echter niet tot stand gekomen. In 1585 was het anders gesteld toen was er een zoodanige achteruitgang, dat de middelen der kerk en der stad veel te zwak waren om twee predikanten te bezoldigen. De hulp van Zeeland en Holland werd in geroepen en Comantius zou beproeven een' andere standplaats te hekomen. Die pogin gen droegen vrucht. Den 24 November had hij een' beroepbrief naar Medemblik ontvangendoch het had geen gevolg. Comantius werd benoemd om de synode, die te 's Gravenhage door den graaf van Leycester tegen Julij 1586 belegd was, bij te wonen. Hij deed het en behartigde er zooveel mogelijk de belangen der Sluische gemeente. Er kwam evenwel in haren toe stand geene verbetering. Daarom had hij zich voor een half jaar verbonden aan de gemeente te Noordwijk. Hij verliet daarop Sluis in Augustus. Te Noordwijk bleef hij in dienst totdat hij in 1590 predikant werd te Oost-Soeburg, alwaar hij den 11 December 1594 overleden is. Er was te Sluis ook een W a a 1 s c h predik De Fransche schoolmeester Christiaan du Blocq was, toen IperenJdoor Panna was bemagtigd, naar Sluis komen vlugten. Hij werd alhier den 24 Augustus 1584 voor den kerkeraad geëxamineerd en tot de heilige dienst toegelaten. Daarop trad hij als Waalsoh predikant op. Na,dat Sluis voor do magt van .Spanje had moeten zwichten, trok Du Blocq met de Waalsche soldaten naar het fort Lillo. In 1590 werd hij Waalsoh predikant te Breda en stierf er er in 1609. Ziedaar het voornaamste wat wij over de eerste geschiedenis der Hervormde gemeente te Sluis vermelden kunnen. (1) Zeker is het merkwaardig genoeg om het ons nog eens voor den geest te roepen. Drie eenwen heeft de Sluische gemeente geleefd. Zij heeft hare tijden van bloei gehad en hare tijden van verval. Moge zij blijven voort leven nevens hare Roomsch-Katholieke zuster en zamen met haar opgroeijen voor die hetere en heiliger gemeente hierboven, waar nooit verval is, maar eeuwige bloei en eeuwige liefde en eeuwige reinheid. Zij vergete niet wat de Allerhoogste in den loop der eeuwen voor haar geweest is en voor haar gedaan heeft. En op den 14 October de eerste datum, die staat op- geteekend in het eerwaardige kerkeraads- boelc, het gedenkboek van der vaderen strijd en leven, op den 14 October (2) ga er uit menig hart een stil dankgebed naar den hemel en klinke het loflied voor Hem, die driehonderd jaren een' zon en schild is H. Q. JANSSEN. 1) Wie uitvoei'iger berigten wenscht, dien moet ik verwijzen naar mijne Kerkhervorming in Vlaan deren, d. 1, 1)1. 373iïG. 2) Hij viel in 1578 op Dinsdag. Het tussehen Engeland en Afghanistan ontstane conflict, zal misschien ernsti ger gevolgen hebben dan aanvankelijk verwacht werd. Daarbij zullen elementen betrokken worden, waarop men totnogtoe volstrekt niet gerekend had. Ten eerste is het zeker, dat er met betrekking tot deze quaestie van den Britsch-Indischen onder koning en van Lord Beaconsfield een ta melijk groot verschil van meeniug bestaat. De vertegenwoordiger van de keizerin van Indie vermeent, dat de macht waarover hij te beschikken heeft niet zoo aanzienlijk is, dat men daarmede reeds thans tegen Afgha nistan krachtig zou kunnen optreden en dat in het gunstigste geval, pas in het eerst volgende voorjaar, na eene krachtige de monstratie tegen de overige onrustige na burige volkeren, den tocht naar Kaboul ondernomen en den Emir de welverdiende tuchtiging toegediend kan worden. Lord Beaconsfield denkt er anders over. Hij vindt het niet alleen dringend noodzakelijk dadelijk den onheschoften Emir te straffen, maar wil zelfs aan die tuchtiging verbinden een volkomen overmeestering en inlijving van Afghanistan bij Britsch-Indie. Het schijnt echter, dat de Lord premier, of schoon hij verklaart dat eene zoodanige inlijving het eenige middel is om den dolk steek van Rusland onschadelijk te maken, eer weinig steun voor zijne plannen vindt bij de toongevende hofkringen te Londen. Onder degenen die er zich tegen verzetten noemt men o. a. den prins van Wales, maar het is zeer de vraag, of hij wel op eigen initiatief protest aanteekent om zijne op de groote Indische reis opgedane kennis te luchten, dan of hij slechts de tolk is van de de in hooge hofaristocratie sterk ver tegenwoordigde partij van den onderko ning, die met zijno meer gematigde denk beelden van plan is te staan of te vallen. De toebereidselen tot een oorlog tegen Afghanie worden krachtig voortgezet. In Duitschland is het onderzoek van het ontwerp-wet tegen de socialisten door de commissie uit den Rijksdag afgeloopen. De quaestie van het hooger beroep vervat in de 4e par., waaromtrent men 't niet eens was geworden is nu in dien zin beslist, dat de Bondsraadscommissie met eenige wijziging behouden blijft; deze commissie zal bestaan uit 9 leden, waar van 4 leden van den Bondsraad zijn, ter wijl 5 door dien raad worden gekozen uit de hoogste rechtscolleges op deze wijze krijgt men ongeveer een middelweg tussehen het Pruisische voorstel en dat van het in gediende ontwerp. Het ontwerp heeft nu veel meer kans om aangenomen te worden. De regeering moet aan het Vaticaan dank gezegd hebben wegens den brief van Z. H. en de daarin gegeven toelichtingen aan gaande den staat van zaken. Bij de Maandag te Moulins en Lyon plaats gehad hebbende verkiezingen voor leden der Fransche kamer heeft zich het onaan gename verschijnsel voorgedaan, dat in het eerstgenoemde district 3, in het laatste 4 republikeinsche candidaten elkander den zetel betwistten. Te Moulins moet de her stemming plaats hebben tussehen de hoeren Yigne en Datas, terwijl te Lyon de heer Chavanne is verkozen. Duitschland. Bij gelegenheid der algemeene vergade ring voor het rijnsch-westfaalseh gevangen- wezen, in Augustus d.j. te Dussoldorf ge houden heeft de gevangenis-predikant Sturs- berg eenige zeer treurige mededeelingen ge daan. Op grond van statistieke opgaven voor geheel Duitschland komt hij tot het op cijfers berustende en dus onverbiddelijk resultaat, dat van 1871—77 het getal mis daden op schromelijke wijze toegenomen is,

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 1