Kélijke zaken, onderwijs enz. koloniën. gemengde berichten. De miliciens van de lichting van 1877, die tot dusverre bij de regimenton infanterie voor het blijvend gedeelte ouder de wapenen zijn gehouden, zullen den laatsten dezer inaand met groot verlof huiswaarts worden gezonden. Voor het lager onderwijs zijn op de staatsbegrooting geen hooger sommen uit getrokken, omdat het onzeker is of de nieuwe wet in 1879 in werking zal kunnen treden. Wellicht zal echter de kweekschool voor onderwijzeressen van het Nut te Gro ningen door het Rijk worden overgenomen en dan de 6e kweekschool voor onderwijzers te Nijmegen worden opgericht. De kosten van twee scholen worden dus op de begroo ting gebracht. Mogt het moeielijk zijn de nieuwe wet voor 1880 uit te voeren, dan zal een suppletoire begrooting worden in: gediend. Bij de administratie van den waar borg op de gouden en zilveren werken is benoemd tot controleur te Middelburg de heer R. van Calcar, thans essayeur te Gro ningen. Prof. Vreede te Utrecht zal in het vol gende jaar zijn professoraat neerleggen. De vakken totuutoe door genoemden hoog- loeraar gedoceerd, zullen dan onder twee hoogleeraren verdeeld worden. -- Bij de Herv. gemeenten in Zeeland zijn thans 19 vacaturen, nl. te Zoutelarde sinds 5 Dec. 1869, Békerke 23 Nov. 1873, Arne- muiden 25 Oct. 1874, Goes 28 Febr. en Meliskerke c. a. 31 Juli 1875, Waarde c. a. 5 Maart, Grijpskerke 5 Nov. en Schore c. a. 3 Dec. 1876, Gapinge 25 Febr., St.-Philips- land 29 April en Kleverskerke 28 Oct. 1877, Westkapclle en Wemeldinge 28 April, Nieu- werkerk in Duivelaud en Kattendijke 5 Mei, Ovezaudc. a. 12 Mei, St. Laurens c. a. 19 Mei, Vlissiugen 9 Juni en Dreischor 16 Juni 1878, van welke Kattendijke en Drei schor weldra staan vervuld te worden, ter wijl opnieuw vacaturen aanstaande ziju te Renesse c. a., Brouwershaven en Kerk- werve. Batavia, 12 Aug. slag kennis kroeg, was hij radeloos van woede en spijt. Maar met een ongekende snelheid verplaatste hij zijn scharen, liet Pasangan in den steek en wierp zich twee dagmarscheu van onze hoofdstelling in een zwaar versterkte beuling te Batoe Lientang, waar hij onze troepen tot staan hoopt te brengen. «Lang kan zijn tegenstand evenwel niet duren. Bij het verbranden der kampongs zijn ook alle padischuren in asch vergaan, terwijl bovendien het te veld staande gewas bijna overal werd vernield en uitgetrokken. «Blijkbaar begint men dat in de XXII Moekim in le zien, zoodat eenige hoofden reeds begonnen zijn met 't aanknoopen van onderhandelingen. Naar men wil, zal de kolonel echter in geen pourparlers treden, tenzij algemeene onderwerping en uitleve ring der heethoofden daarvan als grondslag worde aangenomen." Berichten uit Atjeh gewagen reeds van hevige met den vijand geleverde ge vechten. Eènige sterkten, die den toegang tot de XXII Moekims versperden, werden na een hevigen tegenstand verOveid. Uit alles schijnt te moeten blijken, dat er tal rijke offers zullen vallen vóór het groote doel bereikt zal zijn. Tijdens den opmarsch onzer troepen heeft zich een incident voorgedaan, dat een uit muntenden indruk heeft gemaakt. Over een geweldigen stroom moest n. 1. een brug worden geslagen. De kolonel vroeg wie het stonte stuk dorst ondernemen om aan den anderen kant een touw te span nen. Na eeu plechtig oogenblik trad een Hollandsch sappeur voor, ontdeed zich van zijne overtollige kieedingstukken en wierp zich in het bruisende water. Met gespannen verwachting volgde ieder do kampende be weging van den waaghals. Na een stoute worsteling van ruim een kwartier uurs werd de andere oever bereikt en de daad vol bracht, waarvan de.opmarsch van een ge heel leger afhing. Dat die daad ten zeerste werd gewaar deerd, spreekt wel van zelf. Voor het front der kolonne drukte de kolonel den Hinken sappeur hartelijk de hand, nam zich het kruis van de borst en spelde het op die van den overgelukkigeu militair. (Pad. Hbl.) Aan een particulier schrijven uit Kotta Radja, ten aanzien der jongste gebeurtenis sen, is het volgende ontleend De Tanibora vertrekt zoo aanstonds en ik moet mij dus haasten, wil ik u nog hel eeu en ander doen weten. Kolonel Van der Heyden oefent met suc ces zijn oorlogswerk uit. Vóórdat onze macht de XXII Moekims binnendrong, speelde hij Hahib Abdoel Rachman een aar dige poets. Er werd namelijk last gegeven om de marine te doen post vatten voor Pa sangan, deze plaats te beschieten en dus han delende den vijand in den waan te brengen, dat daar ons punt van aanval zou zijn. De poots gelukte; Habib liep in de fuik. De niet onaanzienlijke macht met welke hij in 't veld stond, rukte onmiddel lijk op om de schijnbaar in nood verkeeren- de Pasanganeezen ter hulp te snellen; nu zou 't er spannen dacht hij. Maar jawel, de troepen onder Van der Heyden maakten eene flankbeweging en vielen in de XXII Moekims, namen zonder tegenstand van aanbelang Missegit Moentasik en staken den brand in alle in den omtrek gelegen karn- pomgs, waarin groote en rijke woningen stonden;' aan baar geld werd, naar ik ver neem, meer dan f 150,000 buit gemaakt. Dit laatste echter daargelaten, is de verove ring van Moentasik uit een traditioneel en tactisch oogpunt beschouwd, een hoogst be langrijk feit hetwelk ni. i. over den ver deren loop des oorlogs een allesoverwegen- den invloed zal uitoefenen. «Toen Habib van den hem loegebrachten Sedert verscheidene weken ziet men te Zwolle op een der wallen een gezin van 8 personen, dat wegens wanbetaling ge rechtelijk is uitgezet, onder den blooten hemel wonen. De mannen, die visschers zijn, besteden hun verdiensten voornamelijk aan jenever, terwijl de vrouwen en kinde ren aan de grootste onreinheid en verdier- lijking, aan alle weer en wind, dag en nacht zijn blootgesteld. De toestand heeft de aandacht getrokken van gemeentebestuur, armbestuur, politie enz. maar noch de een noch de ander kan of wil er iets aan doen. Milddadigen hebben hun hand tot weldoen uitgestoken, doch Schiedam bleef no. 1 en spoedig hield dan ook het geven op. Dezer dagen vervoegde zich bij een goud smid te Arnhem eene dienstbode met ver zoek van eene mevrouw, die een cadeau wilde geven aan haar geneesheer, om eenige gouden kettingen op beziens te mogen ont vangen. De goudsmid was daartoe bereid, mits de knecht medeging. Daar had de dienstbode niets tegen, en het tweetal begaf zich naar het huis van den geneesheer. Do knecht bleef staan in den gang do meid werd bij den doctor toegelaten en deelde dezen mede dat zij met haar man was ge komen, die een kwaal had, maar tegen ge neeskundige behandeling opzag. Hij had er nu in toegestemd om met haar mede te gaan en zij verzocht den docter hem goed onder handen te nemen. Deze beloofde dit; de dienstbode verliet het vertrek en de ge neesheer liet den knecht binnenkomen en begon met over zijne kwaal te spreken. De man begreep er niets van; de doctor hield vol, totdat de zaak zich oploste, maar eerst nadat ue gewaande dienstbode verdwenen was. Een Amsterdamsch juwelier kreeg dezer dagen een briefje, onderteekend met den naam van een zijner begunstigers, met verzoek aan den brenger van het briefje eenige gouden ringen met juweelen ingezet, mede te geven. De juwelier geen kwaad vermoedende, gaf aan den brenger van het briefje vier gouden ringen met diamanten ingezet, mede, welke ringen een gezamen lijke waarde van p. m. f 300 vertegenwoor digden. Later ontwaarde de juwelier dat hij bedrogen was. Spoedig werd de dief door de politie ontdekt, doch twee der rin gen waren reeds verkocht en de overige stonden in de bank van leening. De raad der gemeente Zwaag heeft besloten, de kermis aldaar voortaan niet meer op Zondag te doen houden, maar te beginnen met 1879 te doen vervangen op den 2den Maandag in Juni en te doen ein digen op Woensdag daaraanvolgende. Er zal in Den Haag èene commissie worden gevormd om op het graf van Dunkier een gedenkteeken op te richten. De Winschot. Ct. verneemt uit goede bron, dat de heer A. H. van Bergen te Hei- ligerlee, door wien op de wereldtentoonstel ling te Parijs brandspuiten uit zijne fabriek afkomstig zijn geëxposeerd, een opdracht heeft ontvangen van den minister van marine in Frankrijk tot levering van brand spuiten ten behoeve van deFranschemarine. De commissaris van politie der 2o sectie te Amsterdam spoort alle handeldrij- venden, zoowel daar als elders, tot do meeste omzichtigheid aan waar het gelden mocht de firma Bakker Co., agentuur- en commissiehandel, Koestraat 1 Amsterdam. De chef dier firma is 42 jaren oud, tame lijk lang, hoog voorhoofd, donker grijs haar en baard, schraal voorkomen mot don kere kleeding. Zijn broeder werd in 1876 tot 7 jaar tuchthuisstraf veroordeeld ter zake van bedriegolijke bankbreuk. Do bekende Friesche dwerg Tom Pouce is ernstig ongesteld, zoodat er groot gevaar voor zijn leven bestaat. Men schrijft het volgende uit Utrecht: Een maand of drie geleden werd de heer R. ambtenaar bij den Ned. Centraal-Spoor- weg vermist, tot dusverre is van zijn verblijf niets bekend. Bij zijn vertrek bleek de kas in orde te zijn. Later heeft men ontdekt dat daaraan wat haperde en eindelijk is het nu een publiek geheim geworden, dat de man 33 a 34 duizend gulden in de kas is tekort gekomen. Om dit echter te weten te komen heeft men drie maanden moeten zoeken. En dat dit feit zich juist voordoet nu deze Maatschappij zich in zulke pénible omstandigheden bevindt! 'tls jammer voor de directie, misschien niet voor de com missie van obligatiehouders die benoemd is om na te gaan, waarom zelfs den obliga tiehouders niets wordt uitgekeerdhaar taak zal daardoor zeker aanzienlijk ver licht zijn. Als de geruchten waar zijn, en er bestaat veel grond om het te gelooven, dan moet de commissie met haar onderzoek gereed zijn, doch kan zij het resultaat daarvan nog niet don obligatiehouders mede- deelen, omdat zij nog eenige inlichtingen verwacht van de directie, die niet al te spoedig komen. In Virginie moeten de belastingen verhoogd worden, omdat de Staat in ftnan- cieele ongelegenheid verkeert. Waarschijnlijk wij lezen geen Virgi- sche bladen zal gelijk in ons land de re geering hiervan wol de schuld krijgen, maar wat in ons land niet gebeurt en in den Amo- rikaanschen Staat wel, is, dat de vrouwen zich bereid hebben verklaard de verhooging der belastingen le vinden in bosparing op de toiletten.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 3