NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN-
N<>. 36.
Negentiende jaargang.
A". 1878.
Vrijdag September.
Buitenland.
Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag.
Prijs der advertentiëu: van 15. regels GO cent,
Prijs per drie maanden 1.
elke regel meer 7y2 cent. Groote letters naar het ge
Afzonderlijke nommers 7 cents.
tal gewone regels die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiëu (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure.)
en gewone Berichten of Mededeeli.ngen van Correspondeten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO.
Generaal Agentschap, N1JGH en VAN DITMAR, Algemeen Advertentiebureau te Rotterdam.
In weerwil van het congres en liet vredes-
tractaat van Berlijn, beslaat or nog geen
vooruitzicht op een besiondige rust in het
Oosten en vastheid in de Oosterscho politiek.
Werd Zaterdagavond uit Berlijn gemeld, dat
creen einde was gekomen aan het gehaspel
tusschen Oostenrijk en Turkije, door de on
derteekening van het tractaat, betreffende
Bosnië, latore berichten melden het tegen
deel. Zelfs heerschte in invloedrijke poli
tieke kringen te Weenen do overtuiging,
dat op oen spoedige onderteokening van be
doeld tractaat niet meer kan worden gere
kend, daar graaf Andrassy, na de laatste
bezwaren der Porto tegen zijn voorstellen,
geen plan meer had het initiatief lot nieuwe
onderhandelingen te nemen, maar wilde af
wachten of de Porto hot Oostenrijksche
voorstel ten slotte toch niet zou aannemen.
Yan andere zijde wordt eveneens uit
Weenen gemeld, dat op een spoedig einde
dor quaestio niet valt te rekenen. Intusschen
geven de partijen elkander de schuld van
de vertraging. De Turkschgezindo organen
verwijten graaf Andrassy, dot hij do beslis
sing tegenhoudt, terwijl de bladen, die de
politiek van den Oosienrijkschen premier
verdedigen, uitvoerig betoogen, dat uit
sluitend de Porte schuld heeft. Hoewel ook
misschien in dezen cenigszins geldt«wee
den wolf, die in een kwaad gerucht staat",
heeft toch de Porte zeker het vermoeden
togen zich, dat zij weer haar toevlucht heeft
genomen tot haar gewone politieke kunstjes:
heioven en nietsdoen, waardoor zij echter
de goede verstandhouding met do mogend
heden ernstig in gevaar brengt.
Oostenrijk gaat intusschen met de bezet
ting krachtig voort. Nu het eenmaal A
heeft gezegd kan het, om zijn eigen prestige,
niet anders dan het geheele alphabet uit
zingen, al ware het ook reeds lang tot de
overtuiging gekomen, dat het betor zou
hebben gedaan nooit een voet te zetten in
het v/espennest, waarin het rusten orde wil
herstellen.
Dringen de Oostenrijkors allengs verder
de Turksche provincies binnen, de Russen
maken geen haast het door hen bezette
grondgebied te ontruimen. Integendeel zijn
thans v eer 50,000 hunner den Balkan over
getrokken en Rumelie binnengerukt, teil
einde de opstandelingen in het Rhodope-
gebergte te bestrijden, die geweigerd heb
ben de wapenen neer te loggen en zelfs oon
aanval van Russische troepen hebben afge
slagen. Daarenboven wordt uit Londen ge
meld, dat uit Rusland nieuwe troepen naar
Konstantinopel worden gezonden, omdat do
Engelsche vloot de Prinsen-eilanden niet
wil verlaten. Blijven Engeland on Rusland
don ouden strijd betreffende de ontruiming
volhouden, dan bestaat er voor de Porto
geen vooruitzicht te worden bevrijd van de
knellende nabijheid dor verschillende mach
ten, en het voorbeeld, dat op die wijze door
de beide groote mogendheden wordt gege
ven, kan zeker niet dan nadeelig werken op
de handelingen der Porto.
De binneulandscho toestand van Rusland
is echter van dien aard, dat het zich niet al
te veel van militaire macht kan ontblootou
en de Czaar heeft bepaald bevel gegeven, dat
de garde naar St. Petersburg moet terug-
keeren tegen eventuoele nihilistische bewe
gingen.
Omtrent de verhandelingen te Kissingeu
tusschen prins Bismarck en don pauselijken
nuntius doemen weder eigenaardige berich
ten aan den horizont op. De werkzaamheden
zouden een vertraging ondervonden hebben,
door de omstandigheid, dat in sommige
kiesdistricten de ultramonlanen met de soci
aal-democraten en de liberale gemeene zaak
gemaakt en niet voor den caudidaat gestemd
hebben, dio aan do regeering aangenaam
was.
Vorst Bismarck, dio tijdens de onderhan
delingen minstens op een soort van wapen
stilstand schijnt gerekend te hebben, hoeft,
zooals men beweert, aan de pauselijke afge
vaardigden zijn verwondering daar over te
kennen gegeven, en gezegd, dat het niet
getuigt voor de oprechtheid van do pause
lijke macht, wanneer zij op het oogenblik,
dat vredes-onderhandelingen worden aange
knoopt, op dergelijke wijze de vijanden van
den Staat gaat ondersteunen, zulk een han
deling strookt het allerminst met de bewe
ring, dat de kerk een hecht bolwerk vormt
tegen de dwaalbegrippen van sociaal-demo
cratie en liberalisme. Met het doel, om rust
en vrede binnenslands te verzekeren, heeft
deDuilscheregeering onderhandelingen met
het Vaticaan aangeknoopt; nu echter schijnt
de pauselijke stoel haar macht over het ul-
tramontaansche kiezersleger verloren te
hebben, zoodat het hoofddoel der toenade
ring als mislukt beschouwd moet worden.
Ofschoon wij de volle verantwoordelijkheid
van dit bericht niet op ons durvon nemon,
kunnen wij in vertrouwen zeggen, dat deze
mededeeling, in verband met den uitslag
der jongste verkiezingen, de Duitseho hooge
politieke kringen, zeer ernstig wordt op
genomen en besproken.
Een sterk officieus rogoeringscommuniqué
uit Berlijn meldt althans, dat dc onderhan
delingen tusschen den Rijkskanselier en het
Vaticaan weinig uitzicht op een gunstig
resultaat leveren, omdat het laatstgenoomde
niet in staatisde politiek dor centrum partij
in den Buitschen Rijksdag to bckeerschon.
Als een bewijs daarvoor wordt aangevoerd
de samenwerking tusschen do ultramonta-
nen en socialisten bij de plaats gehad heb
bende verkiezingen. Mocht dit bericht
blijken waar te zijn, dan zou bovestigd wor
den wat wij steeds hebben ondersteld, dat
hot voornaamste doel der tegenwoordige
kerkelijke politiek van prins Bismarck geen
ander is, dan voor het oogenblik cene meer
derheid te erlangen, om zijn zin door te
drijvon. Nu hij dit niet gedaan kan krijgen,
omdat do katholieken hunne medewerking
niet willen verleenen voor een Ausnahme-
gezetz, laat hij bon los.
De vertrouwbaarheid van het bericht
wordt niet weinig verhoogd door een tele
gram uit Rome, volgens hetwelk de onder
handelingen tusschen den rijkskanselieren
den pauselijken stoel voor het oogenblik
zijn gestaakt. In dit telegram wordt als
motief opgegeven do hooge eischen van het
Vaticaan. De waarheid zal ook in dezen wel
in het midden liggon, tusschen do wenschen
van den prins en de eischen van het vati
caan.
België.
Hieronder laten wij volgen eeno circulaire
van den heer Hoyvaort waarin ZEd.laat
zien wie en wat hij is en welke gedragslijn
hij als Gouverneur van West-Vlaanderen
hoopt te volgen. Het doet ons genoegen to
kunnen meedeelen dat deze circulaire in het
Vlaamsch is opgesteld.
Aan de Heeron Burgemeesters en
Schepenen der stedon en gemeenten,
aan Heeren Arrondissementscommis
sarissen en andore bestuursambtena
ren in de Provincie W.-Vlaanderen.
Mijne Heeren.
Min om te gehoorzamen aan een oud
gebruik, dan om te voldoen aan mijn
verlangen van dadelijk in reehtstrceksciie
betrekking met iedereen van u te treden,
heb ik de eer u kenbaar te maken dat
ik van het bestuur van West-Vlaanderen
bezit heb genomen.
Ik ben in deze provincie geboren en zoo
goed als onder u opgebracht door oon'
vader die zijn leven lang de treffendste
bewijzen heeft gegeven van zijne ver
kleefdheid aan het zedelijk en stoffelijk
welzijn van ons schoon West-Vlaanderen.
Ook kan ik niet nalaten u, van eerst af aan,
al mijn geluk uit te drukken mij weer
in uw middon te hovinden, mot do zending
van u dionstig te zijn.
Ik hob al do kracht van dit gevoel
moeten ondervindon om hot besluit te kun
nen nemon eeno bediening te verlaten, die
mij nauw aan het hart lag.
In dio zoo geëerbiedigde magistratuur,
tot welke bet voor mij altijd do grootste
eor zal zijn behoord te hebben, leerde ik
boven alles do zucht plaatsen om nooit af
te wijken van do haan des plichts.
Dit zal mijn gedragsregel zijn, in de
nieuwe en hooge bediening welke de ko
ning mij wel heeft'willen toevertrouwen.
't Is op dit plichtgevoel dat ik een beroep