grondslag voortbouwende te beweren dat het rijkszaak is, hier te lande nijverheid en vooral kunst-industrie aan te kweeken. Wanneer men leest wat de heer D. van der Keilen Jr. schrijft in het Vaderland van heden „Nooit zal Nederland een goed figuur maken, tenzij onze nijverheid een geheel anderen weg insla, als ze tot nu toe gevolgd heeft. „Bedroevend is het na te gaan, hoeveel tonnen gouds deze wereldtentoonstellingen reeds verslonden hebben, zonder voor ons eenig resultaat op te leveren. «Laat men er ernstig over denken, wat in het vervolg te doen. Naar mijn gevoelen zal elk, die do zaak goed inziet, moeten eindigen met een „laat ons thuis blijven, en zoolang thuis blijven, tot we beter be slagen ons op het gladde ijs kunnen wa gen." „Maar beter beslag is niet te bekomen met stilzitten en afwachten. Studie en kunst onderwijs oefening van den smaak alléén kunnen den nijvere daartoe voeren; weten schappelijk onderwijs moge het zijne er aan kunnen toebrengen, maar kunstonder wijs is het eenige redmiddel, om den ge vallene op te heffen. „Een kunst-industrieschool, een kunst industriemuseum in de hoofdstad, met ver takkingen in de verdere grooto steden. De oprichting daarvan echter kan niet aan de zorg van particulieren worden overgelaten, alleen het rijk is in staat en tevens ver plicht zich met een zaak van zulk een groot belang voor ons geheele volk te belasten. Dat daaraan voortaan de schatten be steed worden die aan wereldtentoonstellin gen als weggeworpen zijn te beschouwen." Wanneer men „zeg ik" dat leest, zou men bij een oppervlakkig oordeel er toe komen kunnen onze nijverheid te veroordeelen. Zij echter die de rijks-musea van welke de heer v. d. Keilen in verband met de inrichting van een Ned. Rijksmuseum voor kunst-industrie, zegt: „Proeven behoeven niet genomen te wor den; wij hebben slechts te volgen, wat men in 't buitenland deed, waar dergelijke in stellingen overal den zegen van haar be staan doen gevoelen." Zij welke die rijks-musea bestudeerden, weten zeer goed dat het opdringen eencr kunstinrichting niet in den smaak van ons volk valt. De grondslagen der kennis op industri eel gebied worden gelegd in scholen. Musea zijn altoos slechts hulpmiddelen bij 't on derwijs. Evenmin als men in Nederland rijks- ambachsscholen verlangen zal, evenmin ver wachte men heil van rijks-kunst-industrie- Musea. Maar dit vraagstuk was thans niet aan de orde. Wat beweerd werd was: dat de rijks teutoonstellingscommissien voor we reldtentoonstellingen behoorden te worden gewijzigd of afgeschaft. Met den heer v. d. Keilen ben ik van meening, dat afschaf fing dier commissiën gewenscht is, maar ik deel geenszins zijn gevoelen, dat men de schatten aan die commissiën verspild, thans moet wagen aan het twijfelachtig nut dat van een rijksmuseum voor kunstindus- trie te verwachten zou zijn. De vestiging van een museum voor kunst- industoie was bij do verecniging, waarvan ik de eer heb voorziiter te zijn, sedert drie jaren een punt van nauwgezet onder zoek. en uit dat onderzoek is ons reeds gebleken dat dergelijke stichting geen rijks instelling mag zijn, zal ze in Nederland voor het geheele volk vruchtdragend wor den. Het is hier de plaats niet over dit on derwerp verder uit te weiden, belangstel lenden verwijzen wij daartoe naar ons or gaan: „Het Algemeen en Industrieel Volks blad voor Nederland"; wij wilden slechts waarschuwen tegen de grief die aan de orde was. Amsteedam, 23 Juli 1878. C. A. J. GEESINK, Voorzitter der Vereeniging voor Ned. Kunst-Industrie-Museum. J De leden van de Eei'ste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergadering opge roepen tegen Dinsdag 30 Juli a. s.,'s avonds ten 8 ure, waarin o. a. zal worden behan deld de herziening der wet van 18. Augustus 1857) Staatsblad no. 103) tot regeling van het lager onderwijs. Uit het ontvangen officieel verslag van de zitting der. Tweede Kamer blijkt, dat de minister van binnenlandselie zaken, ter gelegenheid van de, wet op de longziekte, zeer categorisch verklaard heeft, dat de Regeering den maatregel, waardoor alle uitvoer van vee uit Duitscliland over Neder land naar Engeland belet wordt, streng volhoudt. (Bijklad 1392.) Z. M. de Koning heeft te Karlsruhe onder geleide van den Groothertog van Baden de exercitien van het garnizoen bij gewoond, en is van daar naar Rippoldsau vertrokken, waar prinses Maria van Pruisen zich reeds eenigen tijd ophoudt en den 16n prins Hendrik der Nederlanden was aan gekomen. Z. M. was voornemens zich ver volgens naar Friedrichshausen te begeven, teneinde ook bij den koning van ^urtein- berg een bezoek af te leggen. KERKELIJKE ZAKEN, ONDERWIJS ENZ. Bij beschikking van Z. E. den minister van binnenlandsche zaken dd. 18 Juli 1878, no. 12, Afd. Onderwijs, is de gewone jaar- lijksche Rijkstoelage verleend aan de volgen de kweekelingen uit ons district bij de Rijkskweekschool voor onderwijs te Mid delburg I. de Bruijne en C. J. Cornelis van Groede en W. Carels, van Cadzand. De Synode der Ned. Herv. kerk is den 17n Juli te's Gravenhage geopend. Tot voorzitter werd verkozen ds. G. Molen kamp, van Delft, tot vice-voorzitter dr. A. T. lteitsma, van Groningen, en tot secundus van dezen ds. J. C. Verkoelt', van Utrecht. In do hervormde kerk te 's Gravenpolder is men druk bezig met het stellen van het orgel Hot tijdstip der plechtige inwijding is nog niet vastgesteld, maar wol kan als zeker ge meld worden, dat de eerste bespeling zal ge schieden door den algemeen bekenden en zoo bekwamen musicus, den heer Richard Hol, uit Utrecht. GEMENGDE BERICHTEN. De loteling voor de nationale militie' die hij de laatst gehouden loting te Goes het hoogste nommer trok, is dezer dagen nog tot den werkelijken dienst opgeroepen. Te Neurenberg kwam dezer dagon eene vrouw oeiieprotestantscho diacones om hulp vragen, daar haar man gestorven en zij geen gold had om hem te laten begraven. De diacones hield eene collecte bij predikanten en kennissen en was zoo gelukkig aan de arme woduwe een aardig sommetje te kun- non brengen. Zij vond bet lijk van don man slechts met een laken overdekt op den vloer van hut vertrek liggen, en bracht de vrouw de onbevoegdhoid hiervan onder het oog. De wenk werd in dank aangenomen, er was nu geld on het li jk zou eene passender lig ging krijgen. De diaconos verwijderdo zich daarop, doch hare parapluie in het ztorf huis achter gelaten hebbende, keerde zij eonige oogenblikken later terug, en wie schetst haro verbazing en verontwaardiging, nu de gewaande doode aan tafel met zijne vrouw liet bedrag der collecte zat te tellen Dit geval is niet eonig. Ook to Amsterdam werd voor eenigen tijd dergelijke oplichterij be proefd. De man echter, die uitgezon den was om de zaak te onderzoeken, door zag spoedig het bedrog en vroeg aan de vrouw, of ze geloofde, dat ook thans nog dooden konden levond wordon Op haar ontkennend antwoord, zeide hij «dan zult go 't nu zien." Hij gaf toen den «doode" oen Hinken schop. En jawel, do «doode" stond verschrikt van den grond op. (N. Bred. Ct.) Een bakker, te Dordrecht verontwaar digd over het feit, dat zijno collega's buiten zijn medeweten den prijs van het brood met een cent verlaagd hadden, levert nu van zijn kant het brood 4 cent goedkooper dan zijn collega's. Dat de gezamenlijke onkosten voor een Congres, als te Berlijn hoeft plaats go- had, geen kleinigheid zijn, kan men o. a. opmaken uit hetgeen voor de Engelsche ge volmachtigden met hun attaché's en verder personeel, te zamen uit 50 personen be staande, in het hotel Kaiserhof is betaald, alwaar de heeren 63 kamers in gebruik had den. De rekening voor het personeel be droeg f 24,000 of ongeveer f 679 per dag. Lord Beaconsfield zelf had een gehoele reeks van kamersen moestbijna f 17,000 betalen, daarenboven had hij last gegeven een post voor bediening op de rekening to stellen en gaf daarvoor bij zijn vertrek nog f 600 extra, terwijl hij den eigenaar van het holol herhaaldelijk zijne tevredenheid te kennen gaf voor de verpleging, en in dit opzicht moet hij een kenner zijn, die van eene goedo tafel houdt. Aan zijn ontbijt moet hij steeds een paar gebraden hoentjes hebben, waar van hij slechts do borsten oppeuzelt, terwijl een van zijn geliefkoosde spijzen, Cham pagne-gelei, dagelijks eenige malen versch werd opgedischt. Het verblijf van den correspondent van de Times te Berlijn heeft f 8,600 gekost, waar van f 6,500 voor telegraaf kosten. Andere correspondenten waren zuiniger die van de Temps gaf in het geheel f 3000 uit, waarvan f 1,550 voor telegraafkoston. Eenige dagen te I'aeljs in 1878. III. (Slot.) Maar nu wilt ge toch wel iets meer van die parijsche tentoonstelling weten en vol gaarne voldoe ik aan uw verlangen. Laat me beginnen mettezeggen, dat ge voor twee francs toegang kunt bekomen. De biljetten echter worden niet aan oen der ingangen verkocht, maar in de kiosken, diuge overal langs den weg vindt, en op tal van andere plaatsen ook in uw logement. Is dit in 't midden dor stad gelegen, dan zoudt go een langen marsch moeten maken, eer go op 't Champ do Mars, de plaats waar het tentoonstellingsgebouw is opgericht, kwaamt. Ge neemt derhalve een fiacre, con trameon omnibus of, wat wel 'taangonaamst is, oen der talrijke stoombootjes, dio ieder oogenblik langs de kaden van de Seine aan leggen. Voor enkele centimes brengen ze u in korten tijd waar ge ?ijn wilt. Het tentoonstellingsgebouw maakt van buiten gezien een imposanten indruk, wat bij fraai weêr nog verhoogd wordt door do ruime tuinen met prachtige bloemen, die tusschen hot hoofdgebouw en het Trocadoro leggen, doch waarvan ik weinig genot had, daar ik juist de dagen dat het regende uit koos, om do tentoonstelling te zien. Is to Parijs bijna alles op een grootsche schaal aangelegd, dit geldt vooral de zooeven go- noemde gebouwen met bun omgeving. Ge waant soms in een denkbeeldige wereld u verplaatst te zien en ge noemt in betrekke- lijken zin do natie gelukkig, die zoo iets kon en durfde ontwerpen en daaisfellen. In waar heid, de Franschen zijn een onergieke natie. En al waart ge in '70, als ik met hart en ziol voor de Pruisen, dat neemt niet weg, dat ge voor een volk, dat zulke enorme rampen in enkele jaren zoo schitterend te boven kwam, uw boed afneemt. Victor Hugo zegt zeker niet weinig waar de lom berd geen geld op geeft; toch verklaart go 't u licht, dat zijn bewierooking van Parijs en do fransche natie wel eenige raison d'etre heeft. Vooral do eersie kolossale zaal, die als lot ingang tot al de overige zalen dient en waar-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 2