Binnenland. ken 1 an champagne en andere dranken, die onder hun bereik waren gevallen. Het al gemeen oordeel is, dat zij meer geruïneerd dan gesauveerd hebben. Verleden Zaterdag en Zondag smeulde nog het vuur onder de puinhoopen van het afgebrande gouvernementsgebouw te Brugge, thans is men druk aan het opruimen. De schade door dezen brand veroorzaakt is zeer aanzienlijk. Eene groote partij zil verwerk, o. a. 150 couverts, kristal, sier planten, voorwerpen van kunst, meubels, die allen voor het feest in de verschillende salons aanwezig waren, zijn verbrand. Be halve het bovengenoemde zijn de luslres van de groote zaal ter waarde van 20,000 francs vernield. Zeer weinig heeft men kunnen redden. Kort voor het plafond van een der zalen instortte, heeft men nog daaruit eeno schilderij van.groote waarde gered. Als eeno bijzonderheid verdiend vermelding, dat men van onder de puinhoopen een honderdtal ilesschen champagne in manden verpakt heeft gevonden, waarvan er slechts dertig gebroken waren. Door de rechtbank van koophandel te Brugge is de spoorweglijn Eecloo—Brugge, eeno onderneming van den welbekenden Dujardin, in staat van faillissement ver klaard. Voor de aandeelhouders schijnt de ze maatregel niet gunstig te zullen uitval len. De Vlaamsche geldbeleggers zijn sedert de laatste 15 jaren in hunne ondernemingen zeer beproefd. De zaak Langrand, waarin zij door belanghebbende raadgevers waren gesleept, beeft hun aanzienlijke verliezen toegebracht. De Banque de 1'Union en do Banquo de Belgique met het failliet der Bas sins Houillers hebben door hunne staking van betaling velen ten onder gebracht. Naar men zegt staat liet met de lijn Brugge-Kortrijk niet veel beter gesteld, dan met de lijn Eecloo-Br ugge. Een der ambtenaren die aan Belgie liet meeste geld gekost hebben is overleden: een ontvanger der registratie, die bij de om wenteling in 1830 werd gèpensiouneerd eii het toon bepaalde pensioen van f 3000 ont ving, dat hij dus 48 jaren genoot zonder iets er voor to doen. Hij bracht zijnen lijd door met liet schrijven van een aantal bespotte- lijko rekwesten aan den koning en de ka mer. Italië. Het Conclave, dat verleden week Dinsdag bij een is gekomen, om over te gaan tot bet ver kiezen van een Paus, beeft na twee vruohte- looze stemmingen op dien dag, den opvolger van I'ius IX gekozen. De kardinaal-kamerling I'ecci draagt de tiara. Ziehier wat de Ro- meinsche correspondent van de Times voor eenige dagen van hem bericht beeft De meest in 't oog vallende figuur in het Conclave is kardinaal Pecci. Hij bezit menige hoedanigheid, die hem geschikt maken tot re- geeren. Hij is geboren te Carpineto, nabij Anagni, den 20 Maart 1810 en stamt af van eene oud-patricische familie uit die streek, waarvan een tak te Sienna gevestigd is en die op vele leden, zich onderscheidende door vroomheid en kennis, kan bogen. Een v an Pccei's voorvaderen was in de veertiende eeuw stichter eener godsdienstige orde in Spanje en werd daardoor heilig verklaard. I'ecci is rijzig, heel mager, met een schoon hoofd, een hoog voorhoofd, een lang aan gezicht en scherpe trekken, een breeden mond, vooruitstekende kin en een open, innemend gelaat. Hij heeft eene zachte, welluidende stem, veel deftigheid in zijn voorkomen, in 't openbaar leven zijn zijne manieren zelfs streng; in het particulier leven is liij echter voorkomend en gezellig. Hij studeerde op een college te Rome en werd huiskapelaan van Gregorius XVI. In 1837 werd hij als delegaat (gouverneur) naar Benevento (aan de Napelsclie grenzen) dat toen door bandieten werd afgeloopen, ge zonden. Pecci ging met zeldzame veerkracht te werk, leverde de roovers in handen der justitie en herstelde de rust en veiligheid in het district. Later kwamen Spoleti en Portici onder zijn bestuur. In 1843 ging hij als pauselijk nuntius naar Brussel; maar zijne slechte gezondheid noopte hem naar Italië terug te keeren. Hij kwam in zijn vaderland terug met brieven van aanbeve ling van Leopold I aan den Paus, die hem als aartsbisschop naar Perugia zond en hem kardinaal in petto maakte. Maar Gregorius stierf iu 184(1 en Pius IX, tegen Pecci in genomen door toedoen van Antonelli, die naijverig op hem was, bevestigde de ver heffing eerst in 1853 en liet Pecci te Perugia, omdat Antonelli zijn invloed op het Vaticaau vreesde. Een prelaat uit Engeland dacht eens een goed woord voor Pecci. bij Pius IX te doen, en beval hem, na den dood van Barnabo in 1S74, aan voor de open gevallen plaats hij de prefectuur van de propaganda. »Pecci is een voorbeeldig bis schop", zeide de bedoelde prelaat. Juist", antwoordde Pius, «een uitmuntend bis schop, en daarom blijve bij bisschop." Doch na den dood van Antonelli in 1876 riep de Paus hem naar Home en benoemde hem in November van het vorige jaar tot kamerling. In deze hoedanigheid voerde hij gedurende het interim het hoogste gezag op het Vati- oaan, leidde de werkzaamheden van het Conclave en ontwikkelde een grooten ijver als hoofd der gematigde partij, die, zonder formeel afstand te doen van de rechten van den Heiligen Stoel, het verstandig achj in den wil der Voorzienigheid te berusten en de feiten, die onwrikbaar vast schijnen te staan, aan te nemen. Een kamerling brengt liet niet licht tot Paus, maar het algemeen gevoelen is dat het Heilig College, als het geleerdheid, tact, wilskracht, waar digheid, beminnelijkheid, zedelijk bewust zijn en echte godsvrucht waardeert, niemand vinden kan, die meer dan Pecci verdient Paus te zijn. Te Perugia volgde Pecci de zelfde staatkunde als Riario Sforza te Na pels. Hij maande de katholieken aan, hunne plichten bij de verkiezingen voor gemeente en gewest als goede staatsburgers te ver vullen, toen de clericale dagbladen, die zich als de tolken van het Vatieaan opwierpen, het stelsel van onthouding predikten. Pecci heeft met klem gesproken tegen het voorstel, om het Conclave buiten Rome te houden en tegen andere voorstellen van de reactionaire partijDe liberalen in het Hei lig College, althans de meesten hunner, stel len vertrouwen in hem. Zijn privaat ka rakter is vlekkeloos. Hij heeft groote let terkundige verdienste, ook als dichter is hij bekend. Vroeger is hij nooit in aanra king geweest met de ambtenaren van het tegenwoordig Italiaansch Gouvernement, maar hij .wordt door hen allen geacht, en zij, met wie hij als kardinaal-kamerling zich thans in verbinding heeft moeten stellen, roemen hem zeer. China. HONGERSNOOD. Uit berichten van den ambassadeur Wade, dezer dagen in eene meeting te Londen door den aartsbisschop van Canterbury meegedeeld, blijkt nat in de noordelijke pro vinciën van China een hongersnood woedt', die wellicht ongeëvenaard is in de geschie denis. Eene bevolking van ruim zeventig millioen heeft niet te eten. Er is geen voed sel; en alware er voedsel genoeg in de zee havens aan te voeren men weet hoe moeielijk 'tis het te brengen naar honge renden in de verre binnenlanden. Dit blijkt zelfs in Hindostan, met liulp van spoorwe gen, kanalen en al de werkkrachten der Brit- sche overheid, schier ondoenlijk. Hoeveel te erger moet het in China zijn, waar we gen en middelen van vervoer in den meest primitieven toestand verkeeren Liefda digheid doe al wat in haar vermogen is zij zal niet kunnen beletten dat mil- lioenen daarginds van gebrek omkomen. De oorzaak dezer ontzettende bezoeking is gelegen in herhaald mislukken van den oogst, ten gevolge eener buitengewoon lang durige droogte. En deze droogte wordt met reden toegeschreven aan het roekeloos euvel, dat al in zooveel andere landen zoo wrange vruchten droeg: het vernielen van bosschen. Men begint 't in Europa langzamerhand te hegrijpen Spanje, Italië, zuidelijk Frank rijk en Algiers hebben 't tot hunne schade geleerd dat wie méér hoornen omhakt, dan hij aanplant, geheel de huishouding der natuur doet in het honderd loopen. De be ken verdwijnen, om plaats te maken voor uitgedroogde beddingen, langs welke van tijd tot tijd stortvloeden verwoestend zich een weg banen. De regelmatige, zacht be sproeiende regens blijven uit; de waterdamp in de atmosfeer wordt niet langer aange trokken en vastgehouden door de ruigte van wouden: droogte gaat heerschen, afgewisseld nu en dan door eene woedende wolkbreuk, die de teelaarde, door worteldraden niet meer omkneld, wegspoelt van de steenrib- ben der bergen. Kortom, er is geen zekerder wijze om een land tegelijk met zijn schoon ook zijne welvaart en zijn klimaat te ont- rooven, dan het hebzuchtig rooien der bos schen, waarmede de natuur de aarde tooide als met een beschuttend kleed. Doe dit echter een Chinees beseffen, t Kost al moeite genoeg het den westerling aan het verstand te brengen. "Want hierin toont de mensch zich een waarachtig roof dier. Om een tijdelijk groot gewin te be halen, zou hij (indien strenge wetten 't hem niet verhinderden) met één slag de zee van hare visschen, het land van zijn geboomte berooven. Hij zou, onnadenkend en inhalig als de boer die de hen met de gouden eiers slachtte, de aarde onbewoonbaar maken voor zijn kinderen. Inmiddels staan wij machteloos tegen over deze maatlooze ramp in het "He- melsche Rijk. Men vreest dat eene geweldige emigratie uit China naar Amerika er uit zal voortvloeien. Wat dan'? De verhou ding tusscben Californiers eu Chineezen is alreeds zoo gespannen. Wat, indien de ge hate en gevreesde Mongolen niet bij hon derden, maar hij honderdduizenden te San Francisco aan wal stappen De toekomst van China's krielende millioenen houdt vraag stukken in, die voor de wereld van heel wat grooter beteekenis dreigen te worden, dan ooit de Oostersche quaestie was. De naderende botsing tusscheu het werkzaam Oosten en het werkzaam Westen kan in waarheid op een w e.r e 1 d st r ij d uitloopen. Zóó ziet men, hoe de wetten der natuur en de loop der menschelijke geschiedenis samenhangen mét en inwerken öp elkander. De bijl eens houthakkers brengt droogte over het land, en is oorzaak'dat eene sinds eeuwen aan den bodem als vastgenagelde bevolking de wieken uitslaat, om hij den strijd om 't bestaan zich te gaan meten met een ras, waarvan oceanen en wereld- deelen haar verwijderd hielden SLUIS, 28 Februari 1878. Zaterdag a. s. zal alhier de loting voor de nation, militie plaats hebben. Zekere F. D. alhier kreeg verleden Maandag op straat een aanval van beroerte waardoor hij viel en zich ernstig bezeerde. Hij werd met bebloed aangezicht naar huis gedragen. Verleden week vierde deheerNuss, pastoor te Aardenburg, zijn 25jarig jubilé als priester. Heden viert Z. K. H. prins Frederik der Nederlandeli zijn 81e jaardag. Geboren te Berlijn in 1797, vriend en neef van den Duitschen Keizer, wien hij een maand in ouderdom overtreft, evenaart hij dezen in vorstelijke achtbaarheid en bur gerlijke deugd. Hem kroont ouderdom en minzaamheid. Moge hij nog lang een sieraad van ons Vorstenhuis ziju. Verleden week beeft zich te Kadzand zekere v. d. A., welgesteld arbeider, om het leven gebracht. Na zich eerst in den hals te hebben gesneden heeft hij zich in den vij ver verdronken. De man was ruim 40 jaren oud eu laat eene weduwe met twee kinderen na. Oorzaak onbekend. Op de paardemarkt is den 25 dezer des avonds een Fransche Schoener aan den grond gevaren, naar men zegt geladen met ijzererts. De manschappen hebben hem al vroeg verlaten en zijn te Vlissingen met do boot aangekomen. Gisteren waren er 25

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 2