Kardinaal Pecei is tot Paus verkozen en heeft den titel aangenomen van Léo XIII. Hij behoort tot de gematigde partij. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen te Dirksland de heer P. Visser, te Sluis, en te Sluis de heer C. J. Buwalda, surnumerair bij de admistratie dor belastin gen te Amsterdam. .11. Vrijdag heeft mr. E. Fokker, na beëediging zijne nieuwe betrekking als grif fier der Staten van Zeeland aanvaard. Er zal voortaan gelegenheid bestaan tot het overmaken van gelden door middel van postwissels tusschen Nederland en Dene marken, tot een bedrag niet hooger dan van 250 gulden of van 400 kronen. Voor elke geld verzending per postwissel naar Dene marken wordt vanden afzender hier te lande een reeht ingevorderd van 12'/i cent voor elke f 12,50, of voor elk gedeelte daarvan. De Staats-Courant bevat een uitvoe rige tabel, aantoonende het verkeer en de opbrengst der onderscheidene kantoren van den Rijkstelegraaf in 1877. Wij ontleenen daaraan het volgende eindcijfer. Aantal betaalde telegrammen. Van ge wone telegrammen zijn verzonden Naar binnenlandsche kantoren 1,378,995; langs de Belgische lijnen 108,759 langs de Duitsche lijnen i48,136; langs de Engel- sche lijnen 76,260, te samen 1,712,150 stuks. Het aantal ontvangen telegrammen bedraagtvan binnenlandsche kantoren 1,378,995, Belgische lijnen 109,156, Duit sche lijnen 159,173, Engelsche lij nen96,831 te samen 1,744,155 stuks. Kaarttelegrammen. Verzendingnaar binnenlandsche kantoren 250,979, naar buitenlandsche kantoren 9383, te samen 280,362 stuks Ontvangen van binnen landsche kantoren 250,979; van buitenland sche kantoren2767, te samen 253,746stuks. Opbrengstbinn. verk. 432,585,38Va; internat, verkeer f 258,748,73; kaarttele- gramm. f49,212,44'/i; te samenf 767,546,66 opbrengst van doorgezonden telegrammen f 12,013.03; algem. totaal f779,559,69. Het schijnt nog niet zeker, dat de Tweede Kamer den 4 Maart zal bijeenkomen zooals het voornemen is geweest. De Raad van State wijdt aan het onderzoek van de ontwerp-schoolwet meer tijd dan waarop ge rekend was, waardoor de indiening der wet vertraagd wordt. In verband hiermede zou eene latere bijeenkomst der Kamer waar schijnlijk zijn. Te rekenen van af 15 Febr. bedraagt het opklimmend recht der aangeteekende brieven metaangegeven geldswaarde (f0.023) voor elke f 100 of gedeelte van f 100 dei- aangegeven waarde. Voor eene verzending onder een afzonder lijk adres wordt echter in geen geval min der dan f 0,15 geheven. Het geven van een bewijs van ontvang voor aangeteekende brieven, 't welk tot dus ver geschiedde door het stellen der hand- teekening van den belanghebbende in een daartoe strekkend register, zal voortaan plaats vinden door de onderteekening van een ontvangbewijs, voorkomende op het formulier van kennisgeving aan de geadres seerden. De onderteekening van dit ontvangbewijs geschiedt op het postkantoor in tegenwoor digheid van den ambtenaar, met de afgifte der aangeteekende brieven belast. Het is volstrekt -.oodig, dat de volmachten tot af gifte van aangeteekende brieven, die op het bovenbedoelde formulier van kennisgeving zijn afgedrukt, voortaan met de meeste nauwkeurigheid door de lastgevers worden ingevuld, vermits bij gebreke daarvan, de afgifte der brieven moet worden geweigerd. Bij gelegenheid van Z. M. 61en jaardag op 19 dezer, zijn onder meer andere tot ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd de heerenmr. Ph. A. Holsboer administrateur der domeinen aan het dep. van financien te 's Hage: F. Hoijer provin ciaal inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen te Middelburg; W. A. Dormaar Hz. commies ter provinciale griffie in Zeeland, (chef der 2e afdeeling waterstaat, polders, wegen enz.) en J. Stroot- man thans hoofd-ingenieur van den water staat in Groningen. Hoezeer niet op de hoogte zijnde der verdiensten van vele der benoemden, durven wij evenwel gerustelijk stellen, dat de erkenning door deze eervolle onderschei ding van de langdurige en gewichtige dien sten door den heer Dormaar onze provincie bewezen, speciaal door de vele Zeeuwen, aan wie polder- en andere dergelijke gewich tige belangen zijn toevertrouwd, ten zeerste zal toegejuicht worden. BRIEVEN UIT PARIJS. Parijs, 16 Februari. Van verschillende zijden begint het be reids duidelijker te worden, dat de dag der opening van de Tentoonstelling met rassche schreden nadert. Werklieden tot alle natio naliteiten behoorende komen suecessivelijk aan om hunne afdeeling in gereedheid te brengen en reeds diardoor alleen wordt een bezoek aan het terrein hoogst merkwaardig. Chineezen, Japanners, Amerikanen, Russen, Oostenrijkers, Spanjaarden, Engelschen, Hollanders en nog zooveel anderen, zijn er elk op eigen wijze aan den arbeid, zoodat er als het ware thans eene tentoonstelling plaats heeft van de manier waarop de verschillende volken gewoon zijn te werken. Eene wan deling is er dus heel uitlokkend, als men maar een beetje gelieft op te passen voor de af- en aankomende treinen, karren en zand- wagens; voorhet manoeuvreeren met balken en ijzeren staven, voor het kantelen van steenblokken, voor de drijfriemen der stoom werktuigen, üe in werking zijnde hijschma- chines enz. enz., en dan, onder al dat op passen voor wat om u heen en boven u ge beurt, tevens niet vergeet aanhoudend op te letten hoe het gesteld is met den grond on der u anders zoudt ge allicht gevaar loo- pen eensklaps eenige voeten of meters misschien lager terecht te komen, b. v. in het uilgegraven bassin van een fontein of op de bedding van oen beek, waarin een waterval moet neerstorten. De Frauschen bereiden er alles op voor om van 1878 een waar feestjaar te maken en de vreemdelingen zooveel afwisseling en genot te verschaffen als maar eenigszins mogelijk is. Zij hebben daar nu eenmaal een questie van nationale eer van gemaakt en het is bekend dat een Franschman niet licht voor iets terugdeinst, waarmede hij zijn eer gemoeid acht. Openbare feesten van allerlei aard zullen op grootsche schaal ge organiseerd worden; zelfs ziju den Ministers buitengewone credieten toegestaan om schit terende recepties te kunnen houden. En waar de regeering zóó voorgaat, blijft de burgerij niet achter. Zoo hebben weinige dagen geleden de voornaamste hotelhouders een bijeenkomst gehouden en daarin het besluit genomen om in tegenstelling met hunne collega's te Weenen, die tijdens de Wereldtentoonstelling aldaar hunne prijzen zoo aanzienlijk hadden verhoogd, de vreem delingen door een matig tarief, des te meer uit te lokken dit jaar Parijs te komen be zoeken. De grootere uitgebreidheid van het ter rein en de grootere deelneming dan in 1867 waarborgen alleen er reeds voor, dat de aanstaande tentoonstelling het verre van haar voorgangster zal winnen. Slechts het aantal koffiehuizen en restauraties zal aan zienlijk geringer zijn iets waaraan de be zoekers trouwens niet veel zullen verliezen, stellig niet als de zoogenaamde Turksche, Algerijnsche en soortgelijke cafés worden weggelaten. Ieder die in 1867 de expositie bezocht heeft, zal zich zeker nog wel hot met lauw water ovorgoten koffiedik herinnoren dat, gelukkig in kleine kopjes, in die inrich tingen tegen hoogen prijs als geurige en onvervalschte mokka werd voorgediend. En waarlijk, men behoeft om in Parijs slechte koffie te drinken niet te wachten tot dat vele Turken of Algerijnen daartoe op de tentoon stelling de gelegenheid openen. In de meeste koffiehuizen alhier is zij slecht en zelfs onder de grootste cafés zijn er maar zeer weinige die daarop een uitzondering maken. De schuld wordt gewoonlijk toegeschreven aan de hoogo invoerrechten, waaraan de koffie onderhevig is, en op die invoerrechten zon digt men dan maai' dapper los. Gisteren ont moette ik hier nog een paar landgeuooten in het café Mazarin op den boulevard Mont- Mamartre, eender voornaamste koffiehuizen uit Parijs en vooral door Hollanders veel ge zocht. Zij hadden een kop koffie vóór zich toen ze mij in het oog kregen, en dat «scho telwater" scheen hun zói slecht te bevallen, dat hun eerste uitroep was. «Wat is die koffie hier toch verduiveld slecht En ik ik had den moed niet om hen tegen te spreken. Maar geen koffiepraatjes verder. Keeren wij terug tot de tentoonstelling. Onder de velerlei wondere dingen, welke men er zal zien, noemen wij een verzame ling van al wat men zoo al uit steenkool weet te halen iets waarvan men ongetwij feld groote oogen zal opzetten. Uit de on- oogelijke zwarte steenkool weet men zelfs de zachtste kleuren, de aangenaamste geu ren te trekken. En wat tegenwoordig niet uit steenkolen bereid wordt, wordt uit pe troleum verkregen. Men zou haast kunnen zeggen dat ze gegeten en gedronken wordt. Immers distilleert men er alcohol en ether uit, weet men er vruchtensmaken en bloe mengeur uit te halen; ja zelfs kleuren om van vette lichamen als olie en een soort van was nog niet eens te spreken. De dames zullen dus tot de wetenschap kunnen gera ken dat de afzichtelijke steenkool en de zoo onaangenaam riekende petroleum krachtig bijdragen tot de completeering van hun toilet, want door verschillende industrieolen worden deze nieuwe ontdekkingen der we tenschap ijverig toegepast. Door «verschillende" industi'ieelen zeg ik; door «een gedeelto hunner" ware evenwel juister uitgedrukt, daar door sommigen die steenkool- en petroleumartikelen eenvoudig vervalschingen worden genoemd; en mis schien is het meeste recht wel aan hunne zijde. Wanneer ten minste parfumeur Guer- lain b. v. mij betoogt dat geen enkel che misch product kan opwegen tegen zuiver walvisschenvet en dat hiervan de zachtsto en beste zeep gemaakt wordt, dan kan ik, ook al ware Geurlain's Papoceti-zeep van walvisschen-vet mij overigens geheel onbe kend, dit veel beter begrijpen dan een be toog dat steenkolenzeep zoo zacht voor het vel en zoo aangenaam van reuk is. En wan neer diezelfde heer Guerlain mij dan komt vertellen dat hij zijn Pao Rosa, een nieuwe odeur die tegenwoordig bijzonder in de mode is, uit een Braziliaansche houtsoort weet te trekken, dan vinden we dit ook al weêr vrij wat begrijpelijker dan als de man ons aau het verstand trachtte te brengen, dat deze nieuwe parfumerie waarvan den aan- genamen, den zachten, verfrissehenden geur thans in elke concert- en balzaal, op elke soirée domineert; gestookt werd uit petroleum 1 Doch met dat al ben ik weder geheel af gedwaald van de tentoonstelling. Een vol genden Keer geef ik dahr evenwel rendez vous. Vele personen, die hunne bezigheden bui tenshuis hebben, kunnen zich niet genoeg verplegen, wanneer zij verkouden zijn erf aan bronchitis, catharren, of andere aan doeningen van de bronches of longen lijden.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 3