die er mede in aanraking zijn geweest, de laatste voor zoover vernietiging na ontei gening niet de voorkeur verdient, volgens voormelde regelen zorgvuldig worden gezui verd en ontsmet. 4. De borst en buiksinge- wanden moeten ten spoedigste worden ver brand oi'begraver, mede volgens voormelde regelen. Alleen ab.n den distriktsveearts of zijn plaatsvervanger worde vergund eDtstof uit de longen, zoo deze daarvoor geschikt zijn, te verzamelen. 5. De huiden moeten onmiddellijk volgens meergemelde regelen worden ontsmet. C. Het vleesck en de hui den der afgemaakte runderen moeten niet verkocht worden dan minstens 12 uren na de afmaking. 7. De verkooping van het vleesck en de huiden der afgemaakte run deren geschiede, zoo dit eenigszins mogelijk is, op eene andere plaats dan die, waar de afmaking heeft plaats gehad. Is dit niet wel mogelijk of zijn er gegronde bezwaren tegen, dan geschiede de verkoop niet dan nadat de ontsmetting, sub 3 bedoeld, en de verbranding en begraving van borst- en buiksingewanden is afgeloopen. 8. Bij de afmaking van wegens longziekte verdacht vee worde aanteekening gehouden van het aantal van deze runderen, waarvan de lon gen reeds de kenteekenen vertoonen van besmettelijke longziekte. De burgemeester moet hiervan melding maken in de opgaven, die hij binnen 24 uren na de afmaking rechtstreeks aan den comm. des konings in de provincie zenden moet omtrent den datum der afmaking, lief getal der afge maakte longzieke of verdachte runderen en het bedrag der voor iedere kategorie af zonderlijk uitbetaalde schadeloossteliing. GEMENGDE BERICHTEN. Bij den gedenkdag van 15 Januari, toen, nu 70 jaar geleden, in 1808, ons gewest door eene vreeselijke overstrooming geteis terd werd, achten wij liet niet ongepast eene aanwijzing te doen, hoe Zeeland, niet min der dan andere kustgewesten onzes Vader lands, in de zwaartste rampen van buiten gewoon hooge watervloeden heeft gedeeld. De noodlottigste hadden plaats don 25 Nov. 1304, wanneer, bij de overstrooming van Walcheren, de dijken zwaar beschadigd en Zuid-Beveland twee dorpen ontrukt werden; den 23sten Nov. 1334, toen hot water over alle dijken stroomde en eene menigte menschon deed omkomen; den lGden Nov. 1377, door welke vloed, omstreeks Biervliet 17 dorpen onder water gezet enten deele verzwolgen werden; den 27sten Sept. 1477, ten gevolge waarvan veel gronds moest bui- tongodijkt worden; den 5 den Nov, 1530, wanneer Vlissingen voorde helft, Roemers waal voor een groot gedeelte, en menig wel varend dorp op Zuid-Beveland-geheel Ver nield werd; den 2den Nov. 1532, eene alge- meene overstrooming, welke veel menschen deed verdrinken; den lsten en 2deu Nov. 1470, toen het land van Saaftinge met de Schelde vereenigd werd en ongeveer 3000 menschen omkwamen; den26ston Jan. 1682, oen zeer rampspoedige vloedwaardoor ook Oud-Bommenede werd verzwolgen; Jen 15 Jan. 1808, toen het geheele gewest in Imo gen nood was en zwaar beschadigd werd, en eindelijk den 4den Febr. 1825, tot dien tijd de hoogste vloed in Zeeland. Gemoedsbezwaren zijn ook in Neder land niet onbekend: men weet, hoe alleen uit gemoedsbezwaar vele landgenooten wei geren het voorbehoedmiddel tegen de kin derpokken in toepassing te brengen. Nog sterker openbaarde zich het gemoedsbe zwaar bij de hindoes te Ahmedabad. Daar barstte een brand uit in eene der rijkste wijken en de ingezetenen beletten de po litie om de spuiten te bezigen, daar in het water zoo tallooze diertjes leven, die nu in de vlammen zouden omkomen. Gelukkig zegt de Arnh. Ct., dat in Nederland de dierenbescherming slechts als een zedelijke licht en niet als een geloofsartikel wordt esehouwd: licht gaf zij dan ook aan ge moedsbezwaren liet leven en zou men ook hier uit liefde voor de dieren de huizen laten verbranden. Misschien evenwel zou men er de redeneering tegenover kunnen stellen, waaraan de politie van Ahmedabad niet schijnt te hebben gedacht, dat nu wel de diertjes in de vijvers gespaard bleven, maar die, welke in de huizen waren, ter dood werden gebracht. Op verschillende plaatsen in ons land zijn personen, die zich op het broze ijs gewaagd hadden, er door gezakt. Enkelen moesten het ongelukkig met den dood be- koopen. Zoo zijn te Maurilc drie jonge meisjes van S tot 9 jaren tegelijkertijd verdronken. Te Middelburg brandde Zondagnacht een in het Roosterstraatje gelegen pakhuis met lompen, enz. af. Do belendende per- ceelen zijn door de bulp der brandweer be houden gebleven. Reeds sedert eenigen tijd beklaagden zich de visschers van Ag.de, een zeeplaat sje in het zuiden van Frankrijk, dat hun netten herhaaldelijk vernield werden door een of ander dier, dat zij maar niet mach tig konden worden. Op zekeren nacht, toen de visscher Michel Hirailles zijn netten wilde inhalen, ging dit 'met zoo hevige schokken gepaard, dat het kleine vaartuig groot gevaar liep van om te slaan. AVelke moeite de twee matrozen met hun patroon ook aanwendden, het drietal was niet in staat het vischwant binnen te halen, dat weldra in ijlende vaart met schuit en al werd voortgetrokken, zoodat men twaalf knoopen aflegde in eon uur. Die gedwon gen jacht met een onzichtbaren vijand duur de ouder de gevaarlijkste omstandigheden den geheelen nacht voort, totdat de schier wanhopige mannen tegen den morgenstond een ietwat grooter visschersvaartuig ont moetten. en nu gelukte het de beide equi pages niet vereende krachten het gehaven de net naar boven te halen, waarin men een zeemonster verward vond, dat van den kop tot den staart niet minder dan 5 me ter lang was, een omtrek had van 4'/2 me ter en ongeveer 1200 kilo woog. De bek, omstreeks 1 meter wijd, was aan de boven- en de onderkaak met zaagtanden bezet van 5 centimeter lengte, terwijl achter de on derste zich nog oen dubbele rij haakvor mige tanden bevond. Dat het reusachtige zeedier, later op de kade gehesclien, een groot aantal nieuwsgierigen lokte, spreekt van zelf. Reeds voor eenigen tijd is de volgende anekdote van vorst Bismarck wereldkundig geworden. De vorst ging op zekeren Zon dag eene wandeling maken aan de gren zen van zijne landgoederen te Varzin, en tot zijne groote verbazing zag hij, dat vele landlieden met hak en schoffel gewapend op het land werkzaam waren. „AVat zijn dat voor menschen?" vraagt de vorst aan zijn rentmeester; «zij kunnen in de zes werk dagen hun werk niet klaar-maken." De vorst richtte hierop bij zijne tehuiskomst eene nota tot al zijne administrateurs: «De be werking der velden mijner daglooners moet steeds gaan voor die van mijne landerijen; van lieden -af duld ik niet meer, dat mijne werklieden op Zondag veldarbeid verrichten." Het gevolg van dezen maatregel was, dat men in zeer korten tijd met de bewerk- king der daglooners-velden gereed was, en deze menschen met meer lust dan anders de landerijen van den vorst onder handen namen, zoodat de hoofdadministrateur reeds bij het einde van het eerste jaar den vorst kon melden: «Nog nooit zijn wij zoo snel en goed met het werk gereed gekomen." „Om koolplanten tegen rupsen te vrij waren is het voldoende deze te dekken met Adelaars Varen," aldus werd dezer dagen in vele bladen gelezen: uit Huibergen doet men ons thans de vraag wat Adelaars Va ren zijn, wie hierop een voldoend antwoord ken geven, zal ons met de toezending ver plichten. Uit Nederland werden in het afgeloo pen jaar naar Oost Indie gezonden 3046 militairen, waaronder 884 Nederlanders, 299 Duitschers, 996 Belgen, 658 Franschen, 10 Elzassers, 52 Zwitsers, 13 Oostenrijkers, 12 Italianen, 1 Rus, 1 Deen, 115 Luxem burgers, 4 Zweden en 1 Pool. Er staan thans niet minder dan 100 ledige kolenwagens op hot statiousterrein tc Veuloo, een bewijs dat liet vervoer van steenkolen zeer onbeduidend is, waarschijn- lijd door de zachte weersgesteldheid. Te Dordrecht heerschen nog altijd de mazelen zoo epidemisch, dat tal van leerlin gen op de gewone scholen gemist worden, en eene bewaarschool voorloopig gesloten is. Er zijn echter tot heden sléchts zeer weini gen aan de ziekte gestorven. Te Wageningen komen de mazelen epide misch voor. Gevallen mot doodelijken afloop hebben zich daar nog niet voorgedaan. Uit het zuiden der provincie Fries land schrijft men dat de spreeuwen aldaar weder zijn aangekomen. Ook de Kiewitten hebben zich vertoond. Uit een en ander schijnt men weinig vorst te verwachten. De persoon, die op den Oosterspoor weg, tusschen Bussum cn Hilversum den dood vond, was volgens het Dagblad baron van V. H. uit Zutphen, die naar zijn fa milie te Amsterdam was gegaan om onder stand en daarin, zooals men zegt, niet slaagde. Men heeft dus vermoedelijk aan zelfmoord t.e denken. In een suikerfabriek te Roosendaal is een knecht in een ketel met kokend sop gevallen. Hij bekwam vreeselijke brandwon den aan de beide beenen en de linkerzijde. Volgens opgaaf van Veritas zijn in November jl. 190 zeilschepen vergaan, waar van 7 Neclerlandsche en 16 stoomsehepenj waaronder geen Nederlandsch schipom trent 4 zeil- en 3 stoomschepen bleef men zonder bericht. BROODZETTING. SLUIS, 14 Januari 1878. Grof Tarwe Brood 16 cents per kilo. Rogge lO'/s li MARKTBERICHTEN. Sluis, 15 Januari 1878. Boter 65 c. per 'A kilogram. Eijeren fl,10 26 stuks. fflostbiii-g, 10 Januari 1878. Een ruime toevoer van granen bij zeer beperkte kooplust was oorzaak er weinig verhandeld werd, voornamentlijk in tarwe die algemeen in ruime qualiteit voorkomt; wintergerst ruimden echter goed op doch zomergerst, haver, erwten en booncn bleven grootendeels wegens te hooge vraagprijs onverkocht Er werd besteed voor Tarwe f 00.00 a 00,00, nieuwe dito f9,80 a 11,50, Rogge f7,75 a 8,25, Vuntergcrs f7,70 a f8,00, Zomergerst f5,50 a f6,50 Paardeboonen f7,00 af 7,75, Haverf3,00 a. 4,50, erwten f 9,00 a 10,00, Kanariezaad f 8,50 a 9,50, Er zijn weinig ziekten welke de daarstel- ling van zoovele geneesmiddelen heeft bevor derd als Asthma. De meeste dezer middelen min of meer onvoldoende, zijn in een wel verdiende vergetelheid geraakt! De bewon derenswaardige werking der teer op de lon gen, en de slijmdeelen in het algemeen, heeft talrijke proefnemingen uitgelokt waar uit thans blijkt, dat een der beste behan delingen tegen Asthma bestaat in de aan wending der Teercapsules van Guyot. In de meeste gevallen geven twee of drie cap sules, bij eiken maaltijd ingenomen eene snelle verlichting, wij voegen er echter bij dat wanneer de kwaal reeds verouderd is, men gedurende eenigen tijd met deze be handeling moet voortgaan; overigens, na de spoedige verlichting die zij daarvan onder vinden, zijn de zieken zelden geneigd het gebruik der Teercapsules af te schaffen al vorens zij geheel zijn hersteld. Deze wijze van behandeling komt op zeer geringe kos ten te staan, ongeveer 6 a 8 cents per dag. Om er zeker van te zijn dat men de echte Teercapsules van Guyot bekomt, moet men de in drie kleuren gedrukte handteekening van Guyot eischen, die zich op elk flacon moet bevinden. Depot te Parijs in de Apo theek Guyot, 31 Rue de Seine en in de meeste Apotheken.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1878 | | pagina 3