NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN.
N°. 41.
Achttiende jaargang.
A0. 1877.
Yrijdag 12 October.
Buitenland.
SLÏÏISGE
Dit weekblad verschijnt iederen Yrijdag.
Prijs per drie maanden 1.
Afzonderlijke nomraers 7 cents.
-f-
Prijs der advertentiënvan 15 regels 60 cent,
elke regel meer 7 cent. Grooto letters naar het ge
tal gewone regels die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure.)
en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondeten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO.
Generaal Agentschap, N1JGH en VAN DITMAR, Algemeen Advertentiebureau te Rotterdam.
België.,
Belgische fabrikanten hebben aanzienlijke
bestellingen bekomen vour het Turksehe
leger. Krupp te Essen heeft druk werk voor
Russische rekening; de regeering heeft 700
kanonnen besteld. Bij den tegenwoordigen
stils.and in de ijzerindustrie komt de oorlog
goed te pas.
Frankrijk.
BRIEVEN UIT PARIJS.
Parijs, 10 October, 1877.
Het is nu ruim 30 jaar geleden, dat een
slachter, die maar met geen mogelijkheid in
de klanten scheen te kunnen komen, op de
gedachte kwam oin van het vleesch, dat hij
overhield bouillon te koken en die deels
uit te slijten, deels bij zich aan huis te
laten gebruiken.
Het oogenblik om die proef te nemen
was uitmuntend gekozen. De bouillons hol
landais, dat wil zeggen een soort van restau
raties, waar hoofdzakelijk, zoo niet uitslui
tend, voor billijken prijs bouillon te ver
krijgen was en waarmede, op initiatief van
een hollander, Parijs langen tijd als over
dekt is geweest, de bouillons hollandais,
zeg ik, begonnen hun reputatie te verliezen
en de eerste groote wereld-tentoonstelling
was op handen en zou dus duizenden vreem
delingen herwaarts brengen, waaronder er
ook stellig velen zouden zijn, die gaarne
's middags- iets goeds wilden hebben, zonder
daarvoor heel veel geld te willen uitgeven.
De ondervinding leerde onzen slachter al
spoedig, dat liij niet verkeerd geoordeeld
had. Zijn bouillon had beter aftrek dan
zijn vleesch. Zijn établissement de bouillon
viel in den smaak, hij moest het spoedig
vergrooten, een tweede en derde openen en
aldra had zijne vinding geheel en al de
plaats ingenomen der door onzen landgenoot
in het leven geroepen bouillons hollandais
Die man was Dnvalde millionair
Duval, want dat is hij later geworden.
Inmiddels hebben zoowat alle slachters
zijn voorbeeld gevolgd, 'door ook bouillon
uit te slijten en allen maken daarmee goede
zaken. Trouwens, dat lag ook voor de hand.
De Franschen zijn van bouillon, althans
van de daarmede nauw verwante soep, steeds
groote liefhebbers geweest. Zij leven, om
zoo te zeggen, bij soep, brood en wijn en
verstaan bij uitnemendheid de kunst, om
van hun soep een overheerlijk gerecht te
maken. Zij gebruiken haa^ juist, waarvoor
ze bestemd is, ter prepareering van de maag
om het eigenlijke diner te ontvangen als een
ouverture, om zoo te zeggen, van de diner
opera.
Dat de Franschen liefhebbers zijn van
lekker eten, bewijst de superioriteit waarin
hun keuken zich mag verheugen, en het idéé
alleen, dat een Fransche kok uw diner zal
klaar maken, doet u reeds watertanden. Er
bestaat hier dan ook een uitgebreide keu
kenlitteratuur, en alleen over de kunst om
soep te koken, zijn een aantal «wetenschap"
pelijke" werken geschreven.
Zelfs bestaan er huizen, welke zich uit
sluitend bezig houden met het fabriceeren
van ja, hoe zal ik het nu noemen van
pates-alimentaireszegt de franschman,
maar onze rijke hollandsche taal heeft er,
strikt genomen geen woord voor voor
grutterswaren zal ik maar zeggen, uitslui
tend voor de soep bestemd, als daar zijn:
sago, fermicelli, macaronic, tapioca enz.
Een dier fabrikanten, de beer Boudier al
hier, brengt zelfs een tapioca-bouillon in
den handelnl. een tapioca zoodanig
met vleesch-extract doortrokken, dat men
ze maar een minuut of wat in zniverwater
heeft te koken, om een krachtige en heer
lijke soep te verkrijgen.
Maar genoeg hiervan, ge zoudt anders
misschien zeggen, dat mijn brief ook tame
lijk soepachtig was en die kwalificatie zal
ik steeds zooveel mogglijk trachten.te voor
komen.
Met de groote tentoonstelling gaat het goed
vooruit; zelfs met reuzenschreden vooruit.
De politieke toestand moge ook nog zoo
gespannen zijn en op alle takken van handel
en nijverheid als met looden hand drukken,
zoodat wij, volgens de meening van velen, als
op een vulkaan wandelen, niets wat met
de tentoonstelling in verband staat lijdt
daaronder. Te dien opzichte bestaat tusschen
de regeering eenerzij ds en de industrieelen
en de commissie anderzijds de meest ge-
wenschte overeenstemming. Allen begrijpen
dat de eer van Frankrijk gemoeid is met
het welslagen dezer grootsche onderneming
en alle kenteekenen doen zich nu reeds
vóór, om veilig te kunnen aannemen, dat
de Franschen het volgende jaar ophetTro-
cadero en het Champ de mars een schitte
rende overwinning zullen behalen, op wat
Engeland, Oostenrijk en Amerika in dat
opzicht tot dusverre hebben geleverd. Vrees
voor het niet doorgaan der Expositie be
hoeft geenszins te bestaan. Men is hier te
veel overtuigd, dat terugkeereu of uitstellen
zelfs, eene bepaalde onmogelijkheid is, de
verbintenissen door de geheele wereld heen
aangegaan verbieden dit te zeer. Het komt
dan bij geen een franschman meer op, om
te vreezen dat, wat ook gebeuren moge,
van uitstel geen kwestie meer kan zijn.
Gisteren nog bezocht ik de terreinen en
kon mij toen met eigen oogen overtuigen,
hoe krachtig door honderden arbeiders schier
dag en nacht wordt doorgewerkt om met al
les op tijd gereed te zijn. Verschillende aan
nemers zelfs, hebben hun werk reeds vóór
den opleveringstermijn klaar gehad. En het
is ook hieromtrent dat de Staat het loffelijke
voorbeeld geeft. Alles toch, wat zij voor hare
rekening heeft genomen, is al zoo goed als
af. Het buitenwerk nadert zijne voltooiing
met rassche schreden en met het binnenwerk
is op veleplaatsen bereids een begin gemaakt.
't Is er evenwei overal nog een doolhof,
waarin ik stellig niet zoo goed den weg zou
gevonden hebben, als een beleefde fransch
man, de secretaris van een der comités, mij
niet tot cicerone gediend had. Toevallig
ontmoelte ik hem op liet terrein en nauwe-
lijfcgèradhij vernomen, dat ik hollander was,
cfrnij bood mij aan mij rond te geleiden, iets
wat ik natuurlijk gretig aannam.
Zoo rondwandelende, vernam ik, dat mijn
gids de heer Guerlain was, een der grootsto
parfumeurs uit Parijs, wiens in de rue de la
Paix gevestigd huis in Holland bijna even
goed bekend is, als in Frankrijk zelf.
Het bizondere penchant, dat de man blijk
baar voor Hollanders had, scheen gezocht te
moeten worden inde omstandigheid, dat meer
dan 30 jaren lang H. M. onze Koningin een
zijner beste klanten was geweest. Schier
nimmer,zeidehij,kwam uweVorstin in Parijs
zonder mijn magazijn een bozoek te brengen;
ze bleef dan soms een uur lang, terwijl men
zich geen minzamer vrouw, dan zij was, kon
voorstellen.
«Waarlijk mijnheer'.' besloet de man, het
is niet meer dan natuurlijk dat hot verlies
van zulk een Koningin de natie diep getrof
fen moei hebben.
Trouwens, de heer Guerlain was de eerste
niet, van wien ik vernam, dat de nagedach
tenis onzer geliefde Vorstin ook zelfs hier in
eere wordt gehouden.
De dames-wereld zal zich hier dezen win
ter voor een goed deel hullen in boom-mos
en prairieen.
Wat dat nu voor onzin is, welke ik daar
uitkraam, hoor ik u misschien vragen. Toch
is het zoo en niet anders. Voor een paar
dagen geledon,zag ik bij mevr. Aulignij.een
costumenmaakster.in de rue Croix des Petits
Champs,die algemeen bekend staat voor haren
goeden smaak en voorbilli jken prijs een robe
van boom-mos maakt,die allerelegantst was.
Ge moet namelijk weten, dat «prairie" en
mousse-bois" eenvoudig een paar nieuwe
stoffen zijn. die bijzonder in den smaak schij
nen te zullen vallen. De namen zijn echter
nog al excentriek; mij dunkt, dat een Ame
rikaan daar wel jaloersch van moet worden.
Het dagblad Mot d'Ordfe, waarin Rochc-
fort zijn artikelen schreef onder het pseudo
niem X y en dat slag op slag tot
boeten veroordeeld werd, die te zamen reeds
20,000 frs. bedroegen, heeft den geest ge
geven.
Moyatix, de beruchte misdadiger, is
aan typhus overleden op reis van Brest naar
New-Caledonie, waarheen hij, na zijne ver
oordeeling, getransporteerd werd.
Gambetta heeft eene staatkundige ge
loofsbelijdenis openbaar gemaakt, waarin
hij o. a. het volgende zegtFrankrijk zal
spreken. Het zal zeggen wat het denkt over
het beslaande kabinet en zijn daden; over do
persoonlijke politiek van het hoofd van den
Slaat, over tie onrechtvaardige ontbinding
der Kamer. Frankrijk wenscht de republiek
als den noodzakelijken regeeringsvorm. Het
wil niet «de zedelijke orde" vestigen, maar