wildstand in de aangrenzende landerijen,
gnnstigen invloed uitoefenen.
Schouderophalend moge nu geglimlacht
worden over hot onzinnige, dat iemand durft
spreken van «beducht te zijn" dat zulk
schadelijk gedierte zal worden uitgoroeid,
men vergete niot dat een onvolledig toezicht
up het jachtveld, zondaren maakt, bij wie de
straffeloosheid van sommige hunner straf
bare handelingen, reuzaehtige denkbeelden
doet geboren worden van de vrijheid waar
onder zij leven en toepassingen leert maken,
wanneer zij belangstellend en nauwgezet
den oogst der landbouwers beschouwen,
waarmede deze volstrekt geen vrede hebben,
toepassingen die bij den hangen winter, die
voor do deur staat, voor ieder die iets te
verliezen heeft, niet zonder gevaar zijn.
Aan een brief uit Kotta-Radja van een
Indisch officier ontleenen we het volgende:
Toen ik de tijding kreeg dat ik bij het
2e bat. dat de expeditie naar Samalangan
meemaakte was overgeplaatst, was ik zoo
blij als of er een bevordering voor me was
gekomen. Ik pakte dan spoedig mijn boeltje
en maakte mij met nog een collega marsen-
vaardig; dat was me dien dag een drukte
en afschoidnemen en toasten slaan er kwam
geen einde aan; we lieten aan de compag-
nien ieder een extra oorlam geven en de
onderofficieren wijn enz. enz. dus ieder was
blij en verheugd. Elk soldaat, elk lid van
het leger op Atjeh is dan ook zeer ingenomen
met dezen tocht en ieder die achter moet
blijven, benijdt zijn kameraad, die mee
mag gaanDe tocht van Samalan
gan is een van de mooiste uit de Indische
geschiedenis De troepen bestaan uit 9
compagnien infanterie, 1 comp. artill., 1 de
tachement mineurs, 300 matrozen en mari
niers, te samen circa 2100 man. Vele
hoofdofficieren zijn ook mee o. a. kolonel
Van der Heijden en overste Meijer chef van
den staf. De vloot bestond uit 9 oorlog
schepen en 5 of 6 koopvaardijers.
De gevolgen van deze expeditie zullen
zeer groot zijn. Ik veronderstel, dat, als
kolonel Van der Heijden goed slaagt, hij
de XXII moekim nog even op den kop gaat
zitten en dan is Atjeh ons.
Gedurende deze week zijn twee officieren,
wonende uur van den Kraton geheel en al
door Atjehers bestolen. We slapen hier met
geladen revolvers in ons bed; de eerste de
beste die 's nachts binnenkomt, loopt gevaar
van doodgeschoten te worden. Meestal ge
bruiken de Atjehers hulpmiddelen zooals
amhoen, die zij branden en de rook daarvan
in de kamer laten komen, daardoor wordt
ieder, die er niet tegen kan bedwelmd en
blijft doorslapen.
Bij den landbouwer M. de Bruijne,
te Cadzand, is een van hondsdolheid ver
dachte hond afgemaakt, die twee honden
heeft gebeten, een op de hofstede van den
landbouwer C. van Hal en een op de hofstede
van J. Basting, beiden te Retranchement.
Indien uit het veeartsenijkundig onder
zoek zal blijken, dat er wezenlijk sporen
van hondsdolheid aanwezig zijn, zullen wol
dra de aangrenzende gemeenten aan de be
palingen der wet op dezelve onderworpen
worden welke voorschrijven, dat de honden
aldaar gedurende 4 maanden zullen moeten
gemuilkorfd worden.
De heer Hage, predikant te Zuidzande
wenscht op aanstaanden Zondag 30 dezer
des namiddags om 2 ure zijne afscheidsrede
te houden.
Men schrijft ons uit Cadzand
Bij den landbouwer I. Leenhouts heeft
men des avonds gepoogd een varken te ste
len. Het groot gerucht, dat de liond maakte,
wekte de aandacht der meid, die tot de ont
dekking kwam, dat de dieven het varken
reeds tot in de weide van den eigenaar
hadden meegevoerd. Onmiddellijk werd liet
dier afhandig gemaakt en weder naar het
hok gebracht.
Jl. Dingsdag was voor de R. C. be
volking van Oostburg een feestdag. Do
nieuw benoemde pastoor die op dien dag
zijne intrede in de gemeente hield, is door
eene eerewacht te paard en met muziek in
gehaald. De stoet begaf zich door eene eere
poort, na eene omwandeling in de gemeente
te hebben gedaan, naar de kerk, alwaar
ZEw. door den deken van IJzendijke werd
geïnstalleerd, 's Avonds werd ZEw. door het
muziekgezelschap eene serenade gebracht.
Het ontwerp adres van antwoord op
de troonrede, door de Tweede Kamer met
eene meerderheid van 44 tegen 28 stem
men aangenomen, luidt:
1. enz.
9. Op onze bereidwilligheid om nuttige
en noodige verbeteringen in onze wetge
ving te helpen tot stand brengen kan ten
allen tijde worden gerekend. Aan zoodanige
verbetering echter heeft vóór alles de wet
op het lager onderwijs behoefte. Dat een
zoo gewichtig volksbelang schade lijdt, door
het gemis aan overeenstemming tusschen
de regeering en de vertegenwoordiging,
wekt eene algemeene en diep gevoelde teleur
stelling op.
Het aannemen dezer paragraaf maakt het
langer aanblijven van het tegenwoordig
ministerie onmogelijk.
Met 1 October zullen de werkzaam
heden aan 's Rijks munt een aanvang'nemen.
Eindelijk zal dan bronzen munt geslagen
worden.
In Belgie denkt men er over om aan
de strijders van 1830 een vereerende deco
ratie te schenken. Het Journal de Bruges
stelt voor, om behalve dat eerelint ook nog
eeno geldelijke toelage te verleenen.
Het gedenkteeken op het graf van
wijlen mr. R. W. graaf van Lijnden, het
welk geplaatst is op de algemeene begraaf
plaats te Middelburg, zal a. s. Vrijdag op
de meest eenvoudige wijze worden onthuld.
Do Standaard van 25 September bevat
het volgende sensatie makende bericht
Van zeer bevoegde hand wordt geschre
ven
«Naar luid van buitenlandsche berichten
on van in de residentie en elders loopende
geruchten wordt Nederland dooreen onheil
bedreigd, dat de waardigheid van zijn ge
liefd Vorstenhuis en de eeuwenoude banden
tusschen dat Huis en de Natio diop zouden
schokken.
«Moge Gods goedertierenheid dat onheil
afwenden
«Mogen ook de raadslieden dier Kroon
hunne groote verantwoordelijkheid ten deze
levendig beseffen
In zulk een hachelijk oogenhlik heeft ook
de christelijke pers een roeping.
Het Handelsblad, dit berichtovernemende,
voegt er het volgende bij
«Bij het overnemen van hot bovenstaande
meenen wij te moeten opmerken, dat de
Standaard blijkbaar doelt op geruchten aan
gaande huwelijksplannen van het hoofd van
den staat.
«Wij weten niet met zekerheid wat daar
van is en wenschen ook nu niet af te wijken
van den stelregel, dat het particuliere leven,
ook van de hoogstgeplaatste personen, niet
is publiek domein, tenzii door hunne han
delingen het algemeen belang schade zou
kunnen lijden. Juist dit kunnen wij nog
volstrekt niet nagaan.
«Vooral in een constitutioneel land echter
loopt het openbaar belang, het algemeen be
lang der natie, zeer stellig gevaar van han
delingen, die het prestige zouden kunnen
vermindereu, dat de kroon moet blijven om
geven.
„Aan de raadslieden der kroon allereerst
de taak om daarvoor to waken. Eerst wan
neer die taak blijkbaar boven hunne krach
ten gaat, hebben andoron het recht van
medespreken. Maar wel mogen wij wen
schen, dat de regeering in omstandigheden,
die voor haar buitengewoon moeilijk kun
nen zijn, de wijsheid en de kracht zal weten
te vinden, om alles in het waarachtig belang
van koning en volk tot een goed einde te
brengen."
In enkele bladen werd dezer dagen
een bericht opgenomen uit den Standaard,
betreffende de huwelijks-plannen van Z. M.
ouzen Koning. Het Dagblad kan echter met
de meeste stelligheid verzekeren, dat bedoel
de plannen niet bij Z. M. bestaan. Het blad
acht zich gelukkig, onze landgenooten met
deze heuchelijke mededeeling te kunnen ver
blijden.
LANDBOUW.
Zooals men weet, is er reeds sinds twee
jaren aan het Ministerie van Landbouw een
commissie werkzaam, ter opsporing van de
oorzaken van de veeziekte.
Die commissie heeft een nota openbaar
gemaakt, betreffende de horzel en de mid
delen tot uitroeiing daarvan. Daaruit blijkt,
dat genoemd insect een ware schrik voor
den veestapel is en dat alleen zijn nade
ring, die zich door een eigenaardig gegons
verraadt, geheele driften vee op de vlucht
jagen kan. Juli, Augustus en September
zijn de maanden, waarin de horzel het vee
vervolgt en zijn eieren tusschen vel en
vleesch legt, die tot Juni of Juli van het
volgend jaar daarin ontwikkelen en een
gezwel doen ontstaan ter grootte van een
noot, voorzien van eene kleine opening
waardoor de larve lucht ontvangt.
Op laatstgenoemden tijd heeft zij een
grootte van 27 millimeters bereikt, verlaat
haar schuilhoek en verbergt zich in het
gras, om tot pop over te gaan zes of zeven
weken daarna ondergaat zij haar laatste
gedaanteverwisseling en de jonge horzel
vliegt uit en vervolgt reeds dadelijk het
vee, om zijn geslacht op de voorschreven
wijze voort te planten. Het is evenwel ge
makkelijk dit kwaad te voorkomen en alzoo
het kwaad uit te roeien. In de eerste plaats
kan men dit doen, na vooraf de larve
met de vingers zoo veel mogelijk naar
voren geperst te hebben, haar met een
priem te doorboren. Zij loopt dan leeg, sterft
en verwijdert zich door middel van uit-
zwering. Een ander middel om de larven
te verwijderen bestaat daarin, dat men de
opening van het gezwel met een weinig
terpentijn vult. Ook kan men door ge
noemde opening ruimer te maken de larve
er levend uitnemen. (W W.)
In de gemeente Philippine is de vorige
week de longziekte uitgobroken. Een groot
getal runderen toebehoorende aan zekeren
Buijse zijn onteigend en afgemaakt.
KOLONIËN.
Aan een op den 13 Augustus te Penang
aangeboden telegram van den waarnemen-
den militairen bevelhebber ontleenen wij
het volgende
Den 8 Augustus zijn het 2e, 3c en 8e bat.
geëmbarkeerd on naar Samalangan vertrok
ken om het te tuchtigen, welks onderwor
ping wij de vorige week mededeelden, en
den lOn een mijl ten oosten van Koeala
Tamboon gedebarkeerd. Het 8e bat. is een
kwartier uurs ver het binnenland ingerukt
en neemt vervolgens positie ten zuiden van
Kampong Pengiük.
De vijand heeft den 11 Augustus in groot
getal een bivak van het,8e met do klewang
aangevallen, waarbij 2 kapiteins sneuvelden
en 12minderen en lOkoelies. Onder anderen
werden gewond de luitenant Wijnemalers,
(waarschijnlijk G. P.Wijnmalen zoon van
den heerWijnmalen, pred. te IJzendijke) en
14 minderen. De vijand liet 8 doödenachter.
Gezondheidstoestand goed, geest der troepen
uitmuntend.
Omtrent de krijgsverrichtingen in Sama
langan is nog nader door den Gouv.-Gen.
bericht, dat de kolonel K. van der Heyden
(tijdelijk militair'en civiel bevelhebber in
Atchin), die de expeditie aanvoerdeineen
der gevechten is gewond en dientengevolge
een oog verloren heeft, maar desniettemin
het hevel is blijven voeren tot dat de groote
moeilijkheden, waarmede onze troepen te
kampen hadden, waren overwonnen en de
expeditie tot een goed einde gebracht was.
Bovengenoemde kolonel is bevorderd tot