NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN.
No. 39.
Achttiende jaargang.
A". 1877.
Buitenland.
Binnenland.
SL3ISEI
Dit weekblad verschijnt iederen Vrijdag.
Prijs per drie maanden 1.
Afzonderlijke nommers 7 cents.
Prijs der advertentiënvan 1—5 regels GO cent,
elke regel meer 1% cent. Grootc letters naar het ge
tal gewone regels die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure.)
en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondeten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO.
Generaal Agentschap, N1JGH en VAN DITMAR,
Algemeen
Advertentiebureau te Rotterdam.
België.
Prins Napoleon lieeft het voornemen ge
had zich ecnigen tijd in Belgio op te hou
den; naar men zegt om aldaar conferen-
tien te houden in betrekking tot de ver
kiezingen in Frankrijk. Li. Dinsdag is een
Parijsch politiebeambte te Namen aangeko
men, om op den prins een wakend oog te
houden. De prins heeft het echter raadzaam
gevonden, maar weer in Engeland te blijven.
F r a n k r ij k.
Aan eenc particuliere correspondentie
uit Parijs, 21 September, ontleeuen wij het
volgende
Het .valt moeilijk, de juiste woorden te
vinden om de verbazing en verontwaardi
ging te schetsen, die het manifest van Mac-
Mnhon bij de Parijsche bevolking heeft te-
woeggébraeht. Geen enkele kreet, zelfs geen
woord van afkeuring werd er gehoordEen
diep minachtend zwijgen was het eenig ant
woord op do uittarting der natie. Uit alle
berichten, gisteren avond en heden ochtend
uit de departementen ontvangen, blijkt dat
het stuk aldaar denzelfden indruk heeft ge
maakt. Uit de bladen zal tevens blijken,
dat de organen van het linker-centrum het
krachtigst do tolken zijn geweest der open
bare meening, Onder anderen was het John
Lemoine i n het Journal des Débats .Hij sprak
zoo welsprekend en vrijmoedig en scherp,
dal het in den ministerraad een punt van
overweging heeft uitgemaakt, of er geen ter
men voor eene rechterli jke vervolging tegen
dat orgaan bestonden. Verschillende avond
bladen hebben wel gemeld, dat de Minister
raad had besloten eene vervolging in te stel
len; maar daar het Journal des Débats
daaromtrent zwijgt, wordt er verondersteld,
dat aan het denkbeeld nog geen uitvoering
is gegeven.
Algemeen gelooft men, dat het thans tot
ocne onherstelbare breuk is gekomen, niet
slechls tusschen Mac Mahon en alle groe
pen der republikeinsche partij, maar ook
tusschen hem en allen, die, buiten de par
tijen staande, en gevoel hebben van persoon
lijke waardigheid, gevoel voor vrijheid te
genover het despotisme, de beginselen van
1789 willen handhaven. Het wordt thans
een oorlog op leven en dood tusschen twee
richtingen: aan deeene zijdealleFranschen,
die opkomen voor het behoud van het dier
baarste goed, voor het behoud van de ver
overingen der Revolutie; aan de andere zijde
een reactionaire hoop met den Maarschalk
aan liet hoofd. Hun, die tot nog toe nopens
dat punt mochten twijfelenmoeten thans
de oogen wel opengaan. Het volk ziet thans
niet eukel gevaar voor de Republiek en hare
Constitutie, maar voor alle instellingen, die
oen uitvloeisel zijn van 1789, en het gevoelt
zich daarvoor ten strijdegeroepen. Dit heeft
het manifest van Mac Mahon met zulk eene
vermetele openhartigheid aan hot licht go-
bracht, dat beleidvolle republikeinen zich
daarover niet beklagen. Het zou voor beu
veel erger zijn geweest, als het verkiezings
programma der mannen van 16 Mei met
zulk een verstand en gematigdheid was ge
steld, dat het do wezenlijke conservatieven
aan het twijfelen had kunnen brengen, of
indien het door eene voorzichtige inkleeding
indruk had kunnen maken op de kiezers ten
platten lando, zoo dat de natie eigenlijk ge
plaatst was geworden voor de quaestie: Mac
Mahon of Gambetta. De republikeinen zou
den dan reden hebben gehad om te vreezen,
dat vele conservatieven op 't laatste oogen-
blik tot het Gouvernement zouden overgaan.
Nu daarentegen aan de natie, zoo ijverzuch
tig op hare rechten, in-ronde woorden wordt
te kennen gegeven, dat, hoe de verkiezingen
ook mogen uitvallen, de Regeering er niet
om zal geven en de maarschalk het volk
zijne politiek wel zal welen op te dringen,
heeft het Gouvernement zich onherstelbaar
ten gronde gericht. Mac Mahon neemt de
houding aan van een Pius IX en wil, als on
feilbaar opperhoofd, der Franschc natie een
politiek dogma opleggen. Dat geeft den re
publikeinen de grootste geruststelling.
Paul de Cassagnac, spreekt in den Pays
van de vergelijking, die men gemaakt heeft
tusschen het manifest van Mac Mahon en
het Manifest dat Karei X in 1830 heeft
uitgevaardigd. De Cassagnae komt tot de
volgende slotsom »In het jaar 1830 werd
Karei X weggejaagd; in het jaar 1877 zal
de heer Gambetta gepakt worden; in het
jaar 1830 werden de Zwitsers (in Fransohen-
dienst) doodgeschoten; in het jaar 1877
zal men de republikeinen doodschieten."
Italië.
De Paus verkeert tegenwoordig in een zor-
gelijken toestand, en verzwakt zoo zeer, dat
het Z. H. bijna onmogelijk wordt audiëntie
te verleenen.
SLUIS, 27 September.
Wij zijn in de gelegenheid gesteld be
langhebbenden te kunnen mededeelon dat
zij bij den in- en uitvoer van vrije goederen,
voortbrengselen zijnde van den grond, den
landbouw of kleinere takken yan nijverheid
der grensbewoners of van andere geringehoe-
veelheden volstaan kunnen met mondelinge
aangifte te doen en daarvoor te teekenen in
een register; en dat alleen bij in- en uitvoer
van groote hoeveelheden koopwaren eene
schriftelijke declaratio vereischt wordt; dat
voor deze declaratie een model is vastgesteld,
maar dat met elk ander model, waarin de
noodige opgaven vooikomen, genoegen moet
worden genomen.
In de laatste vergadering van den ge
meenteraad alhier zijn benoemd tot archi
varis de heer ft. Q. Janssen, schoolopziener
en predikant to St. Anna ter Muiden en tot
adjunct-archivaris de heer J, A. Dorren-
boom, directeur van het Rijkstelegraafkan
toor alhier en zulks in vervanging van den
overleden lieer J. H. van Dale.
Verleden Woensdag heeft de eenig
overgebleven concessionaris van de markt-
wagendienst van Sluis op Oostburg, zijne
dienst geslaakt. Sedert 28 Juni 1843 is deze
dienst door de concessionarissen G. H. en
J. P. Post verricht.
Verloden Zondag morgen, tijdens
vrouw de R. naar de kerk was, heeft een
dienstmeisje, dat reeds 6 jaren bij haar
woonde,zich arglistig eenigo voorwerpen toe
geëigend ten nudeele van d. R. alhier, en
daarmede do wijk genomen naar Belgie.
Pogingen om haar aan te houden zijn nog
niet gelukt.
Omtrent den wildstand in deze om
streken meldt men ons het volgende
De aanhoudende regenbuien, die onze
velden thans reeds gedurende een jaar in
zoo ruimo mate besproeien, hadden doen
vreezen dat hot jachtveld al zeer slecht be
volkt zou zijn, doch die vrees is niel: geheel
bewaarheid en waar men in sommige polders
de gevolgen van de langdurige natte weêrs-
gesteldheid zeer goed kon waarnemen, vindt
menechter in vele andere, ongeveer dezelfde
hoeveelheid wild terug, als in vorige jaren.
Erger dan een voor den broeitijd en de
voortteling nadeolig saizoen is echter het
totaal gemis aan toezicht op het jachtveld;
gezwegen van de tallooze van acten voor
ziene jagers, wier oogen en geheugen bij
zonder zwak zijn waar het er op aankomt
de grenzen hunner jachtvelden te onder
scheiden, kan men dagelijks in onze velden
het schouwspel genieten van de onbekom
merde, zorgelooze uitoefening van het jacht
genot door mensehen, voor wie het bestaan
van jachtactes en eener jachtwet, eene diepe
verborgenheid schijnt te zijn; anderen wier
karakter minder ridderlijk is ontwikkeld,
hanteeren den strik en passen dagelijks even
ongestoord in 't schemeruur op elke arme
haas en schuwe vlucht patrijzen, die zij in
hunne omgeving waarnemen,.den wreeden
marteldood toe, dien ieder jager vaakinzijne
gedachten den laffen dader zelf toedenkt.
Voeg nu bij deze wetverkracliters, de
menigte vijanden van het weerlooze wild in
de gedaante van wezels, bunsingen, sperwers
enz., de verbeterde geweren en een steeds
aangroeiend getal actekouders, dan is het
niet te verwonderen dat men voor geheele
uitroeiing van het wild beducht is, vooral in
die polders, waarin goene groote aaneenge-
legen eigendommen van jachtliefhebbers
zich bevinden, die eenigzins beter bewaakt,
een kweekplaats van wild zijn en op den