Buitenland. Binnenland, België. Begrafenisplechtigheid van den heer Vrambout, Gouverneur der provincie West-Vlaanderen De begrafenis van een gouverneur, in zijne bediening overleden, is een zeldzaam feit, zegt men, dewijl men er te Brugge geen voorbeeld van gezien heeft sedert 1811. Maar nog zeldzamer is het, dat de dood van een gouverneur een algemeenen rouw te weegbrengt en dat eene ganscbe bevolking er door getroffen is alsof zij het dierbaarste lid des huisgezins, den besten vriend ver loren had. Men kau gemakkelijk begrijpen met welke plechtigheid en eensgezindheid, niet alleen de bevolking onzer stad, maar zelfs van de gansche provincie, eene laatste hulde beeft komen bewijzen aan de nage dachtenis van den uitmuntenden hoogen ambtenaar, die de belangen van West- Vlaanderen, gedurende meer dan 20 jaren, met zooveel ijver en verknochtheid behar tigd heeft; van den volksvriend die den werkman meer genegen was dan den edel man. Van alle zijden des lands was de menigte toegestroomd, en men kon bespeuren, dat iedereen diep getroffen was door het on herstelbaar verlies dat Brugge en de provincie ondervindt. Reeds te 10 ure waren de troepen van het garnizoen op de Groote Markt ge schaard en welhaast zag men er ook de Ühasseurs-Éclaireurs en hot legioen der Burgerwacht post vatten. Kwart voor elf kwam de geestelijkheid van St. Walburg. Het voorhuis van het gnuvernemeuls hotel was vol genoodigden, overheden en vrienden. De heer De Cock, dienstdoend gouver neur, nam nu het woord. Zijne lijkrede bevatte eene lofspraak op den heer Vram bout als gouverneur, en hij hemelde hem zoo geestdriftig op als het maar eenig bewonderaar der loopbaan van onzen gou verneur had kunnen doen. En nogtans was De Cock, even als de andere leden der bestendige deputatie, zijn onverbid delijke vijand Heeft de waarheid hier gezegepraald of heeft Do Cock geveinsd Om 11 ure zette de treurige stoet zich in beweging. Een bataljon van het 2e linie regiment gaf de eereschoten. Do Chasseurs-Éclaiieursmet hun muziek corps openden den stoetdaarna volgde het legioen der burgerwacht, het2eliuie- regement en het 2e regiment jagers, alle mot hun muziekcorps, onder het opper- bevelhèbherschap van generaal Richc. Vervolgens al do voornaamste maat schappijen van de srnd, hunne banieren met rouwfloers omhangen. Daarachter werd het lijk gelragen, om ringd door de geestelijkheid. Op de kist lag liet uniform van den gouvorné'ur, met al zijne eereteekens. De slippen van het rouwkleed werden ge dragen door de hoeren De Cock, dienst doend gouverneur van West-Vlaanderen, Visaft, burgemeester van Brugge, De Neckero, voorzitter der rechtbank van eersten aanleg, en generaal Courtin plaats- bevelhebber. De heer Vrambout, onderpastoor van West-Roosebeke, broeder van den overle dene, leidde den rouw. Nu volgden onmiddellijk Vergote, overste van liet kabinet van den minister Delcour A. de Vrifere, minister van staat, en Lusemans, gouverneur van Luik; De vertegenwoordigers van Brugge; Van Ockerhout, senateur van Dixmude, graaf De Kerckhove, burgemeester en vertegenwoor diger van Gent; De permanente deputatie (gedeputeerde staten) en de leden van den piovineialen raad. Daarna zagen wij den voorzitter en de leden van het hof van beroep van Gent; de leden der rechtbank, van Brugge, het parket en de koophandels rechtbank. De arrondissements-commissarissen in uniform, als ook jhet stedelijk bestuur, en eenige gemeente raadsheeren, met name Bovaval. Vervolgens een groot getal gemeentebe sturen onzer provincie, onder welke dat van Blankenberghe; dat van Oostende, onder leiding van J. van Iseghem, burgemeester en vertegenwoordiger; het gemeentebestuur van Veurne, de bedienden van het provin ciaal bestuur, enz. Daarna volgden do verschillende admi- nistratien der provincie, do kamer der notarissen, de leden onzer balie, de be sturen der weldadigheidsgestichten; Ver- dussen, advokaat-generaalOswald de Kerckhove; de maatschappijen St. Scbas- tiaan van Poperinghe en Westroosebeke, van welke Vrambout voorzitter was, enz. enz. Eindelijk sloten ruiterij- en infanterie- troependien indrukwekkenden langen stoet, welke door de Philipslock- Plaatsemallen- berg-, Hoog- en Ridderstraten, onder het uitvoeren van treurmarsehen, naar de St. Walburgkerk trok, waar de plechtige dienst plaatshad. Na den dienst trok de rouwstoet in de zelfde orde naar de algemeene begraaf plaats, waar de stoffelijke overblijfselen van den algemeen betreurden gouverneur Vrambout, in den grafkelder onder het kruis hij zijne voorgangers, werd bijgezet. Bij het naar buiten dragen van het lijk, en toen de stoet over de Markt trok, luidde op de Halle een doodsgeween, dat de treurige gemoedsstemming nog ver meerderde. Van den Halletoren stak. het vaandel halfstok met rouwfloers omhangen, alsook Van alle huizen en bizondere gestichten op den dooltocht. Men mag zeggen, dal er algemeene rouw was over het afsterven van den volkslievenden eersten magistraat der provincie. Bij het graf werden verscheidene lijkre denen uilgesproken namelijk door de heeren Van Sieleghem, notaris, in naam der vrien- den van den heer Vrambout; door de Bus- sijhere, in naam van het corps notarissen; door Van der Mt^erseh, advocaat, in naam van de Brugsche afdeeling van het Wil lemsfonds; door Frank, in naam der maat schappij De vrienden van den schamelen armen; door A. Dubois, in naam van den Vlaamschen Broederbond en door den beer Julius de Geyter, voorzitter van den Liberalen Vlaamscheu Bond van Antwer pen, schrijver van het Geuzen-lied enz. Wij eindigen dit overzicht der laatste eer bewijzen aau de nagedachtenis van den heer Vrambout met het kort maar krachtig ver slag ontleend aan Het Vaderland Belgie heeft een zijner kloekste mannen, de Koning een zijner trouwste dienaren, Noord-Nederland een zijner warmste vrien den in den gouverneur van West-Vlaande- ren.den lieer Vrambout verloren, die verle den week te Brugge bij na plotseling overleed. Menigeen onzer landgenooten was in de ge legenheid dien voortreffelijken man te lee- ren waardeeren. Een zijner beste vrienden, baron Van Lijnden, gouverneur van Zee land was hem een paar jaar geleden in den dood voorgegaan. Als overtuigd vrijzinnige was hij den klerikalen een loorn in het oog. Nadat zij in 1870 te ver geefs hadden getracht hem onmiddellijk na het optreden van het klerikaal Kabinet te doen vervangen, vond men er een ander kunstje op. Zeker industrieel, die leveringen aan het gewest had gedaan, stond op het punt zrih in staat van faillisse ment te verularon, terwijl de gewestelijke Regeering hem aanzienlijke sommen schul dig was, die echter eerst later betaalbaar zouden zijn. Diepbewogen met het lot van den armen man, deed de gouverneur hem het verschuldigde uitbetalen. De klerikalen stelden nu, hoewel er inmiddels eenige jaren waren verloopen, een onderzoek tegen Vram bout in wegens verduistering van gel den, dat echter op niets uitliep. Reeds wilde de bizonder fanatieke Minister van Binnenlandsche Zaken, Kervijn de Letten- hove, een nieuw onderzoek tegen den gou verneur instellen, doch hij viel en zijn op volger Delcour oordeelde terecht, dal een nieuw onderzoek slechts een nieuwe veroor deeling, niet van den braven Vrambout, maar van zijn klerikale vervolgers kon na zich slepen. SLUIS, 9 Augustus. Er loopt alhier het gerucht, dat de bekende schrijver de heer Henry Havard, deze plaats met zijn reisgezelschap zal be zoeken. Maandag jl, had er te Oostburg eene vergadering plaats van de afgevaardigden der verschillende polders, uitmakende het Waterschap der sluis aan de Wielingen. Zooals uit den oproepingsbrief bleek, moes ten de twee volgende punten behandeld worden lo. Het uitgebracht verslag der Com missie van onderzoek omtrent den staat der oeververdediging van dit Waterschap, en 2o. Voorstel tot vergunning behoudens hoogere goedkeuring aan het Bestuur der Watering Cadzand om op hare kosten den oostelijken kanaaldijk tusschen de zee- en wachtsluis te verzwaren. Beide voorstellen gaven aanleiding lot belangrijke discnssien, vooral van de zijde der Watering Cadzand, welk Bestuur be weerde dat de voorgestelde werken door de Commissie ongenoegzaam waren om in het vervolg stormschade te voorkomen, welke beweering door twee aanwezige leden der Commissie bestreden werd. Omtrent het le voorstel werd besloten: Dat de vergadering zich met de voor gestelde werken der Commissie vereenigde en het uitvoerend bestuur gemachtigd werd, desgevorderd aanstonds tot de uitvoering er van over te gaan, en wat het 2e voorstel betrof zoo werd zulks aangenomen onder beding dat het Bestuur van het Water schap toezicht op de uitvoering der ver zwaring houdt. Hierna werden nog een paar voorstellen van minder aanbelang behandeld, die nog door liet Bestuur ter tafel werden gebracht, en waaraan de afgevaardigden hunne toe stemming gaven, waarna deze vergadering door den Voorzitter gesloten werd. Aan de saskom nabij de dampoort te Brugge heeft eeuige verzakking plaats ge had, tengevolge van het leggen van een nieuwen siphon even buiten genoemd sas onder de Gentsche, vaart. Ten einde met dit laatste werk, dat thans geheel onder water geloopen is, te kunnen voortgaan en de schade aan de kom enz. enz. te kunnen restaureeren, zou men verplicht zijn twee dammen te leggen, nl. een tegen het sas in de vaart van Sluis, en een tegen de an dere zijde van het sas in de Oostendsclie vaart, zoodat, men zegt gedurende meer dan anderhalf jaar van Sluis uit geen scheepsgemeenschap met Brugge, Gent en Oostende zal kunnen onderhouden worden. Alleen van Sluis naar Brugge tot aan de Dampoort, blijft de vaart onbelemmerd. Men meldt aan het Utr. Dagblad. De werkzaamheden aan 's Rijks munt zullen waarschijnlijk niet vóór 1 September een aanvang nemen; de stoomketels aan die rijksinrichting worden, zooals gemeld is,

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1877 | | pagina 2