Binnenland.
en 1499 waren zeer noodlottig voor de
Vlaamsche kust. De 16e eeuw kenmerkte
zich in het begin van het jaar 1503 door
een geweldigen storm, die het zeewater op
joeg tot voor de poorten van Brugge. De
stad Oostende, niet meer kunnende voorzien
in de onkosten, benoodigd voor het onder
houd der dijken, bekwam in 1507 de mach
tiging om al de eigenaars van het gansche om
liggende land daaraan te doen betalen. De or
kaan van 1530, welke veel onheilen aanrichtte
in Holland, breidde zich uit tot aan de kus
ten van Vlaanderen, welke mede veel te lij
den hadden. Nieuwe overstroomingen had
den plaats in 1559, en in 1570 had de al
lerheiligenvloed de vreesselijkste gevolgen
de verwoestingen strekten zich uit van
Noorwegen tot aan het Nauw van Calais.
Dertig duizend menschen en tachtig duizend
stuks hoornvee werden verzwolgen en tot
overmaat van smart staken woeste solda
ten, in de school der vernieling opgevoed,
de duinen ten oosten van Oostende door
ten einde de overstrooming volkomen te
maken.
De 17e eeuw kenmerkte zich door twee
stormen, die van 1621, welke in Vlaande
ren verscheidene polders onder water zette,
en die van 1687, welke een gedeelte dei-
vlakte langs dc kust met water overdekte.
De 18e eeuw had door zes stormen te
lijden; bij die van den 25n December 1717
kwamen twaalf duizend menschen om het
leven. Die van den 15u November 1775 was
niet minder noodlottig, bovenal voor Hol
land.
De 19e eeuw heeft tot op onze dagen
slechts vier zware stormen aan te teekenen,
namelijk die van den 8n October 1808, die
van den 20 Maart 1816, (1) die van den
3n en 4n Februari 1825 en die van den
ln en 2n September 1833.
1) In geen der voorgaande tijdperken zijn de
vorderingen der zee zoo aanmerkelijk geweest noch
hare verwoestingen zoo onrustbarend, als in 't be
gin van dit jaar (1810). De duinen, die geschapen
schijnen te zijn 0111 ons te beveiligen tegen de aan
vallen der zee en waartegen sedert onheugelijke
tijden al hare krachten werden gebroken, de dui
nen, zeg ik, zijn geen stevig beletsel genoeg om
weerstand te kunnen bieden aan de gedurig toene
mende krachtenwelke de zee van oogenhlik tot
oogenblik verkrijgt. Zoo even hebben wij gezien «lat
een klein getal vloeden voldoende was om de dui
nen op verschillende plaatsen te vernietigen, voor
dat zij den aarden dijk. grave Jansdijk genaamd,
bereikte.
Deze dijk is ongetwijfeld het voornaamste ge
wrocht,, dat wij aan de'werkzaamheid onzer voor
ouders te danken hebben, maar ten opzichte van
zwaarte en stevigheid is hij niet te vergelijken bij
de massa duinen, welke de zee reeds heeft doen
verdwijnen.
Zie Memoire sur les empidtements de la Mer, (ge
denkschrift omtrent de veroveringen der zee door
den baron de Serret, secretaris van de landbouw-
maatschappij in West-Ylaanderen. (Brugge 1817.J
Wordt vervolgd.)
SLUIS, 26 Juli.
Omtrent de algemeen verspreide praat
jes en de noodelooze bezorgdheid over het
leggen van militaire bezetting zoo te Bres-
kens als in andere plaatsen van dit district,
kunnen we thans van goederhand met zeker
heid meêdeelen, dat al die geruchten uit de
lucht gegrepen zijn. Men sprak zelfs van
«paardovolk". (Nota bene!) Doch dit laat
ste, de onbekendheid van velen met wetten
en reglementen in aanmerking genomen,
laat zich echter nog eenigzins verklaren,
daar over eenigen tijd te Breskens eene lijst
is aangeplakt, behelzende de namen der in
gezetenen, die voor inkwartiering van man
schappen en voor stalling van paarden in
aanmerking kunnen komen. Zoodanige lijst
moet trouwens ieder jaar na de herziening
in elke gemeente aangeplakt worden.
Dat dus de bezwaarden in dit opzicht,
voor 't oogenblik althans, gerust hunne
hoofden neerleggen
Naar wij vernemen hebben zich on
der de gemeente Gróede en omstreken weer
gevallen voorgedaan der gevreesde ziekte
onder de varkenseenige zijn er reeds
aan gestorven. Er bestaat in deze ge
meente eene vereeniging tot onderlinge assu
rantie der varkens, waaraan reeds een
vijftigtal personen zich als leden hebben
aangesloten. Ieder deelnemer betaalt bij
zijne opname als lid f 2,50 entree en verder
25 cents in de maand. Heeft hij daarna
het ongeluk zijn varken te verliezen dan
wordt dit onmiddellijk dood gewogen en
hij ontvangt tot schadevergoeding uit de
kas der vereeniging 50 cents per kilo van
het aldus verkregen gewicht. Het is wel
de moeite waard in den tegenwoordigen
tijd de aandacht te vestigen op zoodanige
vereeniging die voorzeker niet dan nuttig
werken kan, temeer daar tegenwoordig bijna
jaarlijks deze verderfelijke ziekte ia onze
streken heerseht.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
11. heeft zich op de hofstede van den heer
Dr. L. nabij Nieuwvliet een paard in den
stal verhangen. Het is waarschijnlijk ten
gevolge van slechte overeenkomst met zijn
nevenman in de touwen verward.
Den 3 dezer is te Oostburg aangeko
men de generaal-majoor jhr. van Spengler,
inspecteur-generaal van het wapen der ka-
valïerie met zijn adjudant. Als belast met
het toezicht over het wapen der koninklijke
maréchaussée, hield hij aldaar inspectie over
de verschillende brigades van dat wapen, die
in dit district gevestigd zijn. Na den afloop
der inspectie begaf hij zich over IJzendijke
naar Sas van Gent, om deze inspectiereis
over de maréchaussée in Zeeland voort te
zetten. Ook de procureur-generaal bij het
gerechtshof te 's Gravenhage, die mede een
inspectiereis schijnt te maken, heeft zich
dien dag in die gemeente eouige uren opge
houden.
Bij beschikking van den minister van
binuenlandsche zaken dd. 12 Juli 1877,
no. 32, 5o afd., is o. a. met ingang van 1
September 1877 eene jaarlijkschc rijkstoe
lage verleend aan ieder der navolgende
kweekelingen bij de rijkskweekschool voor
onderwijzers te Middelburg: L. J. de Vries,
te Zaamslag; J. Bierlé. te IJzendijke; J. I.
de Back, te Zuidzando; J. M. Carpreau, te
Eede; A. F. Hamelijuck, te Hoofdplaat.
De leden der Eerste Kamer, onlangs
herkozen of gekozen, hebben die benoeming
aangenomen.
Wegens eenige herstellingen aan de
beide stoomketels van 's Rijks munt zullen
de muntwerkzaamheden nog vier a vijf we
ken geschorst moeten blijven. Onze meuwo
bronzen munt zal zich dus nog lang laten
wachten. V.
Bij ministerieel besluit zijn alle comp
tabele ambtenaren gemachtigd onduidelijke
of schijnbaar valschc muntbiljetten tegen
afgifte van een regu aan te houden, welke
muntbiljetten alsdan ter keuring naar 'sGra-
venhage worden opgezonden; zijn ze echt,
dan worden zij aan den eigenaar gerestitu
eerd; zijn ze valsch, vernietigd.
KERKELIJKE ZAKEN, ONDERWIJS ENZ.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Zeeland zijn ter algemeene vergadering dei-
synode afgevaardigd de heerenH. Q. Jans
sen, predikant te St. Anna ter Muiden en
jhr. mr. M. J. Schuurbeque Boeije, ouder
ling, terwijl dhr. J. J. L. Luti als afgevaar
digde optreedt voor de zaken der Waalsche
kerken.
Op 't hooge gewicht van deze synodale
zitting behoeven weouzenlezers wel niet at
tent te maken. Zal de hooge kerkvergade
ring de ten vorigen jare genomen besluiten
ten opzichte der belijdenisvragen handha
ven, of zal ze den modernen ter wille zijn;
en zoo ja, in hoever? Aan voorstellen geen
gebrek. Maar er is geen enkel dat onver.
deelden bijval vond. Zelfs de modernen zijn
onderling verdeeld. Sommigen, welliehtvolen
hunner zouden met het inslaan van een
middenweg vrede hebben. De nonpossumis-
ten (wij kunnen niet) echter, althans huu
woordvoerders, willen van geen schikking
weten zij eischen alles of niels.
KOLONIËN.
Een van den gouverneur van Ned. Indie
hij het departement van koloniën ontvangen
telegram, dd. 14 dezer, bevat het bericht,
dat op aanstoking van den ex-radjah van
Simpang-Olim, onze post in dat landschap
is aangevallen en dat daarop onze troepen
zijn opgerukt naar de plaats waar de ex-
radjah zich ophield. Zijne versterking is na
een kort gevecht genomen; 13 vuurmonden
en veel wapens en ammunitie werden buit
gemaakt; de ex-radjah vluchtte; aan onze
zijde werden 1 officier en 5 minderen ge
wond.
De gezondheidstoestand in Groot-Atjeh
wordt in het telegram gunstig genoemd.
Aldaar is in de vorige maand de geno-
raal-majoor Diemont, op verzoek wegens
ziekte als bevelhebber vervangen door ko
lonel van der Heijden.
LANDBOUW.
Uit een particulieren brief uit Noord-
Amcrika, Staat Minnesota, deelt de Tijd o.
a. het volgende mede
iDe eolorado-kever is hier maar alleen in
de aardappelen; hij is nog nooit in eenig an
der gewas gezien. Verleden jaar heeft hij
niet veel schade gedaan, maar voor twee
jaar zijn al onze aardappelen er schoon door
opgegeten. Men neemt hier drie soorten
waar: de eerste in 't voorjaar zijn gestreept;
de volgende, die meer in den zomer komen,
zijn bruin; de laatsten (de larven?) in den
herfst hebben veel weg van een worm; deze
zien er vies uit, alsof ze nat zijn; ze lozen een
scherp vocht, en men vat ze bij 't vangen
nimmer met de vingers aan.
In het Westland is de opbrengst van
aardappelen zoo voordeelig, zoowel wat de
hoeveelheid als de grootte der knol betreft,
dat de tuiniers, ook met het oog op de hoo
ge prijzen, guluit bekennen: «'t Is geen
aardappelwroeteu, 't is geld delven"! Op
éen dag zijn er te 's Gravesande 17000 «kin
netjes" gescheept.
Volgens het Zeeuwsch Dagblad roemt men
den aardappeloogst allerwege als hoogst
gunstig-
GEMENGDE BERICHTEN.
Wederom heeft aan den Nieuwen
Neuzenpolder, annex Ter-Neuzen, oendijk-
val plaats gehad, maar ditmaal op een min
der gevreesd punt, namelijk tegen den Brak
man, bij den zoogeuaamden Koepel, waai
de buitenberm met glooiing, ter lengte van
circa 60 meter, is weggevallen. Slechts
eenige jaren gelodon was hier nog een wijd
uitstekend schor aanwezig, dat reeds in de
Wester-Sehelde is verdwenen en thans als
vaarwater door de diepst geladen zeesche
pen wordt gebezigd.
Bij gelegenheid der Rubensfeesten'te
Antwerpen zal op de Place Verte een mon
ster-concert gegeven worden, uitvoering
van een oratorium van Peter Benoit, gele
genheidswoorden van de Geyter, door dui
zend dames en heeren en instrumentisten.
In dit oratorium worden o. a. de zangers
ook geaccompagneerd door het klokkenspel
van den Lieve Vrouwetoren en Thebaansche
bazuinen geblazen op den eersten omgang.
Brieven uit Parijs.
PARIJS, 20 Juli 1877.
Tot dus verre heb ik het nog niet zoover in
de wereld kunnen brengen, dat ik omga met
Vorstelijke personen en naar alle waarschijn-
lieid zal mij de eer om bij den een of anderen