NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH VLAANDEREN. N«. 20. Achttiende jaargang. A". 1877. Vrijdag 29 Juni. De kust van Vlaanderen in de IX(! en in de XIXü eeuw. Eenige opmerkingen SLViscn J>it weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden 1. Afzonderlijke nommers 7 cents. - Prijs der ad verten tiönvan 15 regels 00 cent, elite regel meer 71/. cent. Groote letters naar het ge tal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffende benevens Advertentiën (uiterlijk des Donderdags avonds 4 ure.) en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondeten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO. Generaal Agentschap, N1JGH en VAN DITMAll, Algemeen Adverlentie-Bureau te Rotterdam. Er is ons eene kleine brochure ter hand gesteld van den heer Bortier, uitgegeven bij Vanderauwera te Brussel. Het is eene beschouwing van óe kust van Vlaanderen in de IX" en in de XIXC eeuw onder bet motto Men heeft gezegd, dat zonder de Hollanders (Nederlanders) Holland niet zou bestaan; voegen wij er hij dat, zonder de Vlamingen, Belgie aan den zeekant nog in zijne wor ding zou zijn. Dewijl onze landstreek, bet voormalig 4e district van Zeeland, voornamelijk wat de ligging en wording aangaat, met de pro vincie West-Vlaanderen als 't ware één geheel vormt en bovengenoemde brochure, voor de bewoners van deze streken vooral, nog al enkele wetenswaardige mededeelin gen omtrent ons gewest bevat, hebben wij het niet ondoelmatig geoordeeld daarvan eene, zooveel mogelijk vrije, vertaling te geven in eenige achtereenvolgende num mers van dit weekblad. We hopen dat ze welkom zal zijn. I. Twee kaartjes van de Vlaamschc kust zijn aan deze beschrijving toegevoegd, (1) de eene met het jaartal 861, de andere met het jaartal 1876. Met een oogopslag zal de lezer zich een idee kunnen vormen van de veranderingen onzer kusten, die in den loop van tien eeuwen hebben plaats gehad. Even als bij ons, zal bij hem een zeker gevoel van onrust ontstaan bij het aanschouwen van de geregelde afneming der duinen, die toch aan de Vlaamsche kust het eenige tegenweer zijn voor het indringen der zee. Van de Hollandsche (Nederlandsche) grenzen af tot aan die van Frankrijk toe, staat men verwonderd, dat heuvels van zand, onder den vorm van duinen, weerstand kunnen bicden tegen de gedurige inwerking der golven, die dezen zeeoever zoo geweldig bestoken. Wanneer men de trotsche strandgeberg ten der Engelsehe kusten verlaat en de Vlaamsche kust nadert, ziet men in de verte eene witte, weinig verheven lijn uit de zee opdoemen, die als 't ware met den 1) De oude kaart, die niet minder dan tien eeuwen telt, grootendeela vervaardigd naar bewijs stukken van de heeren J. van der Maelen, directeur der aardrijkskundige inrichting te Brussel, docter Meynne van Nieuwpoort en den historicus Lansens van Couckelaere. horizont samenvalthet is de keten van duinen, die onzen bodem verdedigt. Drie dagen felle storm uit bet noordwesten of noordoosten en men vraagt zich zeiven af, wat zou er overblijven van die half af geronde duinen en die gescheurde dijken De kaart der oude kust naast die der nieuwe leggende, heeft men het overtuigendste bewijs voor de aanvallen, waaraan de dui nen van de vroegste tijden af tot op onze dagen hebben blootgestaan. Ten einde beter de vormveranderingen te kunnen begrijpen, die aan onze kusten hebben plaats gehad, willen wij een over zicht nemen van de gansche zeestreek en daartoe met volle handen putten uit het handschrift, dat de heer Lansens van Coucke laere, de voortreffelijke historicus onzer Vlaamsche gemeenten, ons toevertrouwd heeft. Dit gedenkschrift, bestemd voor de Koninklijke Akademie van Belgische oud heidkundige verhandelingen draagt tot titelUne 'promenade dans les Dunes et la Zone maritime de la Flandre Occiden tale. (Een wandeling door (langs) de Duinen en de zeestreek van West-Vlaanderen.) Zie hier hoe de schrijver zich uitdrukt r Cesar, Tacitus, Plinius en Seutonius zeg gen ons, dat belgisch Gallië met moerassen enbossehen bedekt was. Eene overstrooming verplaatste de duinen en veranderde geheel en al den aanblik van onze zeekusten. De zee, geduriglijk de kusten overweldigende, heeft aanmerkelijk de duinen doen afnemen, die, vóór den aanleg der dijken, het eenige beletsel vormden tegenover het indringen van de zee. De aanwezigheid van turf in de tegen woordige duinstreek levert daarenboven het beste bewijs voor de veranderingen, die plaats gehad hebben sedert de romeinsche overheersching in belgisch Gallie. Niet al leen strekt de turfachtige bodem zich uit naar het inwendige der landerijen, maar zij breidt zich ook uit onder de zee, zooals uit de ligging der aardlagen bevestigd wordt. Aan het strand in liet zand gravende, vindt men over 't algemeen de turfachtige laag aan deze zijde der duinen. Men onderscheidt er bladeren van eiken en notenboomen, zelfs de zaden van brem- planten De oude ondergrond, waarop de bedding van slijk rust, breidt zieh uit in beide rich tingen aan de eene zijde naar het inwen dige van liet land, aan de andere zijde onder de zee; het is eene gelijkmatige en ongestoorde vorming. Dit gedeelte op nieuw bedekt met aange wassen grond is bezet met hoornen, waar van de eene overeind staan en de andere omver liggen. Een zoo weeldrig groeien nu van do ver schillende woudvoortbrengsels heeft slechts daar kunnen plaats hebben, waar zij be schut stonden voor de aanvallen van de zee. Wordt vervolgd.) betrekkelijk het verleenen van spoedige hulp lij het ontstaan van brand in naburige gemeenten. Bij de verleden week plaats gehad heb bende branden is bel weer ton duidelijkslo bewezen geworden, dat de inrichting der brandweer op de plattelandsplaatsen over 't algemeen nog zeer veel te wenschen over laat. Er wordt te weinig zorg voor gedragen dat de plaats van den brand zoo spoedig mo gelijk in de omliggende gemeenten wordt bekend gemaakt. In den regel moet men af gaan op het hooien noemen van plaatsen die, bij nader onderzoek, kant noch wal raken, of we! op het vernemen van geruchten, die vaak geheel en al bezijden do waarheid zijn. Er is reeds meermalen op gewezen, dat in iedere gemeente bepaalde personen als estafettes moesten aangewezen zijn, die, bij 't ontstaan van brand, onmiddellijk in de naastbijzijnde gemeente daarvan kennis zou den moeten geven, terwijl ook deze gemeen te weer hare estafettes zou moeten uitzen den naar eene andere in bare nabijheid enz. Op zoodanige wijze zouden de verschillende gemeenten elkander behulpzaam kunnen zijn, ont spoediger do ware plaats van den brand algemeen bekend temaken. Er zouden ook maatregelen dienen ge nomen te worden, dat alles in gereedheid stond om op het eerste sein te kunnen ver trekken. Dit duurt in den regel veel te lang en de brand wacht niet. De spuiten zouden in de brandspuithiiizen behooren ge reed te staan op lage wagens, met al liet ma terieel er bij; zooveel mogelijk de darmen in afzonderlijke kisten gepakt, om dat deze los op den wagen, door het heen en weder vijlen te veel lijden. En liet is toch uitge maakt dat, om goed te kunnen werken, in de eerste plaats de darmen in orde moeten zijn. Stond nu zoo alles op wagens gereed, dan had men slechts een tuig paarden aan te leggen en men kon uitrukken. Verder zouden we wenschen, dat na hot kleppen der klok de aanwezige spuitgasten werden uitgenoodigd om onmiddellijk de spuiten naar de plaats des onheils te volgen, zonder liet houden van appèl. Met dit laat ste wordt mede te veel tijd verloren, en waartoe ook dient het, daar het volgen van de spuiten buiten de gemeente toch vrijwil lig is, althans zoo is liet te Sluis. En heeft de brand binnen de gemeente plaats, dan is van zelf het houden van appèl overbodig,

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1877 | | pagina 1